Echt Rotterdams

De kalender van vorig jaar had voor elke dag een ander “echt Rotterdams” berichtje. Dat kon gaan over een gebouw in de stad, een bekende Rotterdam van nu of van vroeger. Maar soms zaten er ook echt Rotterdamse uitdrukkingen tussen.

Rotterdammers zijn recht voor z’n raap, zonder opsmuk. Eerlijk, maar niet altijd fijntjes zo’n Rotterdamse uitspraak. En dus niet altijd passend in mijn blog. Maar deze wil ik toch wel even laten zien.

Dit vond ik wel een hele mooie vondst voor gierig zijn:

“Die haalt adem door z’n neus, dan slijten z’n tanden niet”

Tja, dan ben je natuurlijk wel een heel erge gierigaard
😉 😉 😉

Modewoord

Dagelijks krijgen we te maken met allerlei vreemde woorden. Ik kijk er al niet meer van op. Het is nou eenmaal niet anders en de invloed van Engels op onze taal is onmiskenbaar.

Maar er zijn ook van de woorden, die je ineens ziet opduiken. En dat, terwijl er toch een heel goed -en duidelijk- ander woord voor is.

Zo zie ik de laatste tijd steeds vaker het woord “narratief” opduiken. En wat het dan precies betekenen moest, kon ik meestal niet zo uit de tekst opmaken.

Geen nood, wij hebben nog een goeie ouwe Dikke Van Dale in drie delen, dus zocht ik het op. “Beeld”of “verhaal” dus.

Schrijf dat dan! Dan kan iedereen begrijpen wat er staat.

Boek

Ha, lekker een historische roman, daar hou ik van. En als de hoofdpersoon dan ook nog een vrouw van formaat is, kan het boek eigenlijk niet meer stuk.

“De mannen van Maria” van Anneloes Timmerije beschrijft het leven van Maria van Aelst. Haar ouders sturen haar in 1625 naar Indie. Het is de bedoeling dat zij daar zal trouwen en vooral dat zij daar kinderen zal krijgen. Trouwen doet ze wel, maar zwanger wordt ze niet. En al snel sterft haar eerste echtgenoot.

Maria is een zelfstandige en eigengereide dame. Ze neemt geen genoegen met de eerste de beste man. Maar erg gelukkig is zij niet altijd. Wel beschikt ze over een goede handelsgeest. Met de handel in diamanten verkrijgt ze een deel van haar latere rijkdom. Al verkrijgt ze ook kapitaal via haar echtgenoten, die haar als erfgename aanwijzen.

Het boek is geschreven op basis van ware gebeurtenissen Het leest vlot en al lezend krijg je respect voor deze vrouw, die beslist niet alleen rozengeur en maneschijn heeft gekend.

Pareltje

Vandaag een liedje uit het radioprogramma “De Taalstraat. Ik heb u lief, mijn Nederlands”. Helaas zonder bewegend beeld, want dat was gewoon niet voorhanden.
Gerard Cox bezingt de telefoon, de gewone hè, nog niet mobiel 😉
Tekst van Willem Wilmink en muziek, ja natuurlijk, van Harry Bannink.

Punten en komma’s

Wie op de sociale media kijkt, schrikt zich soms een hoedje van de vele taal- en stijlfouten. Niet dat ik dat iemand kwalijk neem, want ik ken het merendeel van de mensen niet. Maar ik denk soms wel met weemoed aan het taalonderwijs dat ik zelf kreeg. Met veel aandacht voor juiste spelling, interpunctie en klemtonen.

In deze roerige tijd worden er nogal eens acties bedacht om het vele werk van al die mensen in de zorg, het openbaar vervoer, de winkels en nog zoveel andere plaatsen onder da aandacht te brengen. En hen te bedanken voor alles wat zij doen.

En dan valt me ineens op dat er altijd wel iemand reageert met een opmerking in de trant van “denk ook eens aan …” en dan een beroepsgroep noemt die nu ook hard aan het werk is.

Ik ben verbaasd over zoiets. Ineens moet iedereen één voor één genoemd worden. Alles duidelijk vermeld worden, inclusief de puntjes op de i.

Laten we nou een keer beslissen dat we respect hebben voor iedereen en dankbaar zijn dat er zo veel mensen, ondanks de risico’s, toch voor ons aan het werk blijven. En dat er nog zo velen niet genoemd zijn, maar toch worden meegenomen in die grote golf van ons medeleven.

Het scheelt maar 1 letter…

Op de markt lagen deze boeketten klaar. Ik hou niet zo van witte bloemen, maar goed… Drie bijna identieke boeketten. Het riep vragen bij mij op.

Een drieling die ging trouwen? Of vergiste ik me nou toch? Eventjes vragen aan de koopman.

Ja, mevrouwtje, dit zijn rouwboeketten. Nee, nee, geen trouw, echt rouwboeketten. Nou ja….

Taart

Tja, wat moet ik daar nou van zeggen? Mijn gedachten bij een vergadering zijn altijd een beetje saai. Denk ik aan een feestje dan zie je toch vooral iets vrolijks, iets gezelligs voorbij komen.

Maar om zo abrupt te beweren dat een feestje altijd vergezeld van een taart moet gaan… Nou nee! Want omdraaien kun je het niet. Een vergadering met een taart is beslist niet altijd een feestje.
Hooguit misschien iets zoets om het zuur te verdrijven. Och, och, wat een gedachten bij zo’n eenvoudig kaartje.

Laat ik er maar niet meer aandacht aan geven. Het was gewoon een tekst om het kaartje te vullen…..

Boek

Ik las het boek Rinkeldekink van Martine Bijl op mijn e-reader.

Martine Bijl kan erg goed schrijven, met een soort onder-koelde humor. Toch werd ik niet echt vrolijk van dit boek. Daar is het onder-werp ook niet naar. Het beschrijft de periode na haar hersenbloeding en de revalidatie daarna.
Ik had een soort “déjà vu”, want mijn zus kreeg in 1989 een soortgelijke hersenbloeding. Mijn zus knapte zo te zien weer aardig op, maar veel later kwam ik er achter dat zij waarschijnlijk niet goed meer had kunnen lezen en/of schrijven. Dat heeft ze meesterlijk weten te verbloemen, maar haar karakter werd er niet gemakkelijker op. Na enkele jaren kreeg zij nogmaals een hersenbloeding, die nog veel grotere gevolgen had.
Ook Martine Bijl beschrijft haar onmacht, haar onbehagen over wat niet meer kan en toch moet. Van wie? Van haar! Buitenstaanders kunnen je gedachten niet lezen, niet voelen hoe lastig het is iets te beschrijven waar je geen woorden meer voor vinden kan.

Iedereen reageert anders, niemand is gelijk. Dus is het een en ander niet met elkaar te vergelijken. Maar ik herkende in het boek de woede en de onmacht die ook mijn zus had. Wat zou ik graag toen geweten hebben waar ik nu achter kwam. Mijn zus is al weer meer dan 20 jaar dood. Er valt dus niets meer te bepraten, te bekijken, te herstellen of veranderen. Het is gegaan zoals het ging.
Het boek van Martine Bijl vond ik geen boek dat je leest voor de lol, al komen er komische zaken aan de orde.
Maar lees het vooral als je vaker in aanraking komt met mensen met hersenletsel. Voor diegenen is het absoluut een aanrader. Het kan zo maar leiden tot wat meer inzicht.

Ergernis

reclame-yoghurt.jpgAan deze reclame uiting erger ik me groen en geel. Waarom? Omdat het het zoveelste “weinig calorieën product” is? Nee, al zitten we daar natuurlijk niet op te wachten. Ik erger me omdat er geen letter Nederlands gebruikt wordt.
Het is me al eerder opgevallen dat de snelle reclamejongens vooral hun heil zoeken in Engelse teksten en slogans. Dat er steeds minder gewoon Nederlands gebruikt wordt. Dat is toch helemaal niet nodig. Er had in zuiver Nederlands ook reclame gemaakt kunnen worden. Een enorme miskleun van het reclamebureau. Alleen daarom wil ik dit ijs niet kopen. Niet eens proberen, al zou het gratis zijn!

(Burge)meesterlijke poëzie

Dit is toch (burge)meesterlijk!

Aboutaleb
Rotterdam.
ooit een stad op drijfzand
aan de monding van een rivier
na de dam kwamen boeren, buitenlui en handelaren
uiteindelijk zijn we allemaal immigrant.
Het dorp groeide, bloeide,
boeide ketters, trendsetters,
geleerden, vluchtelingen en gelukszoekers

werd een wereldhaven, werkplaats, toevluchtsoord of
hangmat
een echte stad.
Een stad met havenarbeiders en havenbaronnen
party people en shanty-koren,
graffiti-kunst en kijkcijferkanonnen

opvanghuizen en ivoren torens
met winnaars, verliezers en twijfelaars.
Een stad waar niet je afkomst telt maar je talent
waar je kunt bouwen met je klauwen
een uitvinder, pionier of mantelzorger bent
waar de Opzoomer-zon schijnt en krachtvrouwen
onze jeugd in de gaten houden.
Waar de klimaatverandering tegen de kades klotst
de energietransitie hoofdbrekens kost
de economische transitie in sneltreinvaart
zijn kansen en uitdagingen lost
en van bewoners en ondernemers het uiterste vraagt.
In zo’n stad moet je bouwen aan vertrouwen
om de kracht van de stad vast te houden
de samenleving is geen boksring
waar je met vuistslagen punten kunt scoren

het is de uitgestoken hand
die mensen het gevoel geeft er bij te horen.
De grootste uitdaging voor het nieuwe jaar
is niet hoe we oevers opnieuw gaan verbinden
maar om zonder ruzie, polarisatie en confrontatie
vrede, consensus en kansen te vinden
om toe te spelen naar elkaar.
De grootste uitdaging voor het nieuwe jaar
is niet hoe we op elke vierkante meter huizen kunnen bouwen
maar hoe we van onze stad
een thuis kunnen maken

voor onszelf en voor elkaar.
Namens het gemeentebestuur
wens ik u veel geluk en gezondheid

En ik hoop dat we weer kunnen rekenen
op uw kennis, talent en toewijding komend jaar.
Nieuwjaarstoespraak
burgemeester Aboutaleb in de Burgerzaal
van het Rotterdamse stadhuis,

op 8 januari 2019