Er even uit…

Het was even zoeken naar de goede parkeerplaats, maar uiteindelijk toch gevonden. Plaats voor tig auto’s, maar er stonden er maar een stuk of wat. Wel een groot waarschuwings-bord. ’s Zomers zal het hier wel drukker zijn. Nu leek het ietsjes overtrokken.

We volgden de pijlen voor een route van enkele kilometers. En dan toch nog de weg kwijt raken…

Tja, dat betekende dus een langere wandeling en zo nu en dan maar hopen dat we de goede pijlen weer terug zouden vinden. Het gebrek aan mede-recreanten maakte het niet makkelijker. Die ene oude meneer wist heg noch steg. Maar we kwamen natuurlijk weer bij onze auto terug 😉 Zo groot is Twente tenslotte ook niet.

In de tussentijd hadden we ontdekt hoeveel hout er hier gekapt wordt en ons afgevraagd waar dat allemaal heen gaat. En in ieder geval nog extra een mooi stuk van dit bos gezien, frisse lucht gesnoven en veel vogels gehoord en vlinders gezien.

Niks mis mee dus. Integendeel, het was weer een heerlijke wandeling.

Er even uit

Naar Twente ging ons midweekje. Even andere horizon, ander huis, andere dingen zien. Niks spectaculair, maar wel fijn.

Het weer was heerlijk, lekker voorjaarsachtig en de omgeving mooi. Dus trokken we er op uit om te wandelen. Broodje mee, drinken mee en wat te versnaperen. Goh, dan is het leven best wel aardig 😉 😉

Kijk hier kozen we onze route. Dwars door het bos en voor ons volkomen onbekend gebied. Maar prachtig en heerlijk ontspannen lopen.

In het begin alles vlak, maar later toch regelmatig heuveltje op en heuveltje af. De winterjas was al gauw een beetje te warm.

We wandelden en waren zo maar gelukkig in een Twents bos. Wat wil een mens nog meer…

Kapitaal

Hadden we ham nou wel of niet moeten meenemen? Die oude stoel? Houterig, niet echt comfortabel en erg kapot?

We lieten hem uiteindelijk staan. Maar stel nou dat het een echte, originele Rietveldstoel was? Een kunstobject van grote waarde. Dan lieten we zomaar een paar duizend euri aan onze neus voorbij gaan….

Nou ja, echt mooi heb ik zo’n stoel nooit gevonden en passen bij onze inrichting doet ie ook niet.

Inmiddels zal de Roteb zich wel over hem ontfermd hebben. Ik moet er maar niet meer zo veel aan denken.

Misschien nam een ander hem mee en is die nu dolgelukkig. Laat ik het daar maar op houden.

Ouds en nieuw

Een paar weken geleden reden we hier op een sombere zondagmiddag langs. Een stukje Rotterdam met veel herinnering voor Leo, maar totaal onbekend voor mij. Ik kwam zelden op Zuid, en zeker niet in de wijk achtyer de fabriek van Van den Bergh en Jurgens.

In deze buurt woonden Leo’s tante en oom en hij ging er destijds graag op bezoek. Sommige dingen zijn onveranderd gebleven, maar toch anders geworden. Het cafeetje zit nog steeds op dezelfde plek, maar heeft heel andere eigenaars. De huizen langs de kade lijken nog hetzelfde, maar zijn totaal vernieuwd, al bleven de gevels overeind staan. Hoe dat zit, laat ik nog wel eens zien.

Maar deze huizen zijn gloednieuw. En gebouwd op een onderlaag die drijft. Sommige zijn al bewoond, andere net opgeleverd.

Ze liggen aan de wal verankerd met bruggen. Nu is het nog een beetje kaal, maar straks zullen bloembakken en buitenmeubelen voor een ander gezicht zorgen.

Het lijkt me een mooie stek. Op een rustige plek in een drukke stad, met je eigen jacht(je) voor de deur.

En de architectuur van de huizen is ook bijzonder. Blokkendozen, maar wel met stijl, vind ik. De lijnen lopen mooi in elkaar over. Een beetje Mondriaans.

En binnenin zou ik ook wel willen kijken. Maar weer eens op Funda neuzen, wie weet.

Wandelen

Gisteren, na het bezoek aan de fysio, reden we door naar Albrandswaard, naar de Rhoonse Grienden. Vroeger waren we daar al vaker geweest. Ik herinner me wandelingen met modderpaden en natte voeten.

Nu is het er wat meer gecultiveerd, met nette schelpenpaden. En het is er nu ook veel drukker. Gelukkig nog niet zo druk dat we besloten terug te gaan.

Er is veel te zien, maar de hoofdmoot van de begroeiing bestaat uit wilgen. Sommige al heel oud aan hun verweerde en grillige staat te zien. En ook al heel vaak geknot. Met dat knotten waren ze nog druk bezig. Overal lagen stapels wilgentenen, al wel samen-gebonden, te wachten op verder transport.

Lekker ruim een uur gelopen in de wind, maar met heerlijke zon. Daar knapt een mens van op.

Volgende keer gaan we er weer wandelen, op zoek naar wat er dan al bloeit en misschien zien we dan ook de bevers, waar een wandelaar ons over vertelde.

Triest

Ach, wat gezellig had het kunnen zijn, toen we afgelopen zondag een stukje gingen wandelen in Rotterdam. Pittig winterweer, zon, stralend blauwe lucht. Een geur van lente woei in onze neuzen.

Hoe graag hadden we nu, onze voeten verstopt onder een fleece dekentje, een warme chocomel gedronken, vergezeld van een fikse punt appeltaart. Maar niks van dat al. Alle gezellige tentjes dicht, geen terras, geen broodjeszaak, geen taart, geen warme chocomel, niks, nada.

In arren moede zochten we een bankje om onze boterhammetjes op te eten. En, hoe kan het anders, ging ons gesprek over de teloorgang van de horeca.

En het zal nog wel een tijdje duren. Ik begin er nou toch echt een beetje moedeloos van te worden.

Andere plek

Dat rondje Ommoordse veld ken ik nou langzamerhand wel en Leo ook. We hadden behoefte aan een ander uitzicht. Dus pakten we zaterdag de auto en reden naar Park 16Hoven in Rotterdam.

Onder de rook van ons Rotterdamse vliegveld, dat ik koppig en stug “Zestienhoven” blijf noemen, ligt een park naast een nieuwe woonwijk. Het was nog even zoeken, maar uiteindelijk kwamen we waar we wezen wilden.

Het park ziet er voor een deel nog erg nieuw uit. Weidse groene velden, speelplekken, brede wegen en wat smallere paden. Mooie bruggen en een hertenwei. Nog redelijk jong groen, maar beslist een plek om prettig te wandelen.

En dat deden we, ondanks de kou en harde wind. Het was niet moeilijk om te oriënteren op de overzichtelijke paden. We kwamen ook in een wat ouder gedeelte, waar diverse volkstuincomplexen waren. Leuk om te zien hoe de huisjes waren opge-bouwd en met liefde alles mooi gemaakt was.

We gaan er zeker nog eens een keertje lopen. Want in het voorjaar of een ander seizoen is er vast weer meer te zien en te beleven.

Bourtange

Al vaak had ik luchtfoto’s gezien van Bourtange. Zo mooi, die vijf punten van het vestingwerk, gebouwd in een tijd zonder computers en digitale programma’s. Maar wel bedacht met vernuft en gemaakt met vakmanschap. Het was er alleen nog niet van gekomen om er ook eens heen te gaan.

Nu reden we er vanaf ons adres in Drenthe naar toe op een koude en winderige dag. Maar al lopend naar de vesting verscheen de zon en dat maakte alles een beetje fleuriger. Wel noodzakelijk in deze sombere tijden. Want in welk leuk dorp of stadje je nu ook komt, alles lijkt zielloos. Dichte winkels, kale terrassen.

Nou ja, niet zeuren. Nu konden we tenslotte alles goed van buiten af bekijken en werden we ook niet gehinderd door drommen andere mensen 😉

En kijk, dat bedoel ik nou. Zo’n ophaalbrug, die oorspronkelijk gebouwd is in de 17e eeuw, werd toen nog niet vastgeschroefd of met klinknagels gemaakt. Nee, dit zijn splitpennen die het zaakje vasthouden. Ook heel stevig dus!

Frisse neus

Na tig keer hetzelfde rondje was ik toe aan iets anders. En omdat we toch al op weg waren, reden we naar een parkeerplaats bij de Oude Maas.

Al van meerdere mensen gehoord dat je daar heerlijk kon wandelen en ja, dat klopte. Het eerste stuk van het pad was weliswaar links nog erg “industrieel”, maar het werd alsmaar ruiger. Dus snoven we heerlijk de frisse (?) lucht op langs het water.

We keken naar de rivier en die biedt altijd een fijne aanblik. Soms stil, soms druk bewaren met stampende schepen. Een waterig zonnetje maakte het helemaal af. We zagen oude en holle knotwilgen, waar geen leven meer in leek te zitten, maar waar nieuw leven in gegroeid was.

Heerlijk, we konden er weer tegen na zo’n klein uitje 😉

Wat is dat…?

We lopen langs de Rotte als we dit paard in de verte zien staan. Het is koud met een snijdende wind. Dus je paard afdekken is helemaal niet gek. Maar wat heeft dat beest nou over zich heen?

Het lijkt wel zo’n sprei met gehaakte grannies. Of een patchwork deken.

Maar als we dichterbij komen blijkt het toch gewoon om een echt paardenkleed te gaan. Aan de zijkant helemaal besmeurd met grijze modder, maar op de paardenkont nog mooi kleurig.

Niks patchwork, maar een patroon van kleurige ruiten. Ach weer wat anders dan een zebrakleed over een gewoon Hollands paard. Het gaf een beetje kleur aan de grauwe dag.