Een biografie, geschreven door Jessica van Geel over Truus Schröder-Schräder, de assistente en de geliefde van Gerrit Rietveld.
Een voor die tijd zeer ongewone relatie, want bij hun eerste ontmoeting was Truus al getrouwd. Gerrit Rietveld en zijn vader kwamen een meubel brengen, dat Truus beslist niet mooi vond. Haar man echter wel.
Gerrit las zag haar afkeer en zij zag hetzelfde in zijn ogen. Het begin van een relatie die tot het einde van hun leven zou duren. Ondanks het feit dat Rietveld ook trouwde en zes kinderen kreeg.
Het is het verhaal van mensen die elkaar aanvoelen, aanvullen, samen een onlosmakelijk geheel vormen.
Maar ook zien we lezen hoe de relatie zijn invloed had op het leven van Rietsvelds vrouw en zijn kinderen. Hoe de buitenwereld deed of ze van niks wisten, terwijl het toch een publiek geheim moet zijn geweest.
En natuurlijk hoe Rietveld en Truus samenwerkten, hun ideeën verdedigden en hoe langzaam aan in de kunstwereld werd gezien en geaccepteerd hoe ver vooruit hun ideeën waren.
Het boek is vooral eerbetoon vooral aan Truus, die altijd wat op de achtergrond was. In het begin omdat de wereld nog niet rijp was voor werkende vrouwen, maar ook omdat het in haar karakter lag. Rietveld werd allengs de veel geroemde architect, zij bleef de assistente van…
Interessant om te lezen, zo nu en dan wat namen na te zoeken. Voor degene die houden van bijzondere gebouwen en binnenhuisarchitectuur. En ook een reden om (weer) eens het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht te bezoeken.