Boek

Een biografie, geschreven door Jessica van Geel over Truus Schröder-Schräder, de assistente en de geliefde van Gerrit Rietveld.

Jessica van Geel: I love you Rietveld

Een voor die tijd zeer ongewone relatie, want bij hun eerste ontmoeting was Truus al getrouwd. Gerrit Rietveld en zijn vader kwamen een meubel brengen, dat Truus beslist niet mooi vond. Haar man echter wel.

Gerrit las zag haar afkeer en zij zag hetzelfde in zijn ogen. Het begin van een relatie die tot het einde van hun leven zou duren. Ondanks het feit dat Rietveld ook trouwde en zes kinderen kreeg.

Het is het verhaal van mensen die elkaar aanvoelen, aanvullen, samen een onlosmakelijk geheel vormen.

Maar ook zien we lezen hoe de relatie zijn invloed had op het leven van Rietsvelds vrouw en zijn kinderen. Hoe de buitenwereld deed of ze van niks wisten, terwijl het toch een publiek geheim moet zijn geweest.

En natuurlijk hoe Rietveld en Truus samenwerkten, hun ideeën verdedigden en hoe langzaam aan in de kunstwereld werd gezien en geaccepteerd hoe ver vooruit hun ideeën waren.

Het boek is vooral eerbetoon vooral aan Truus, die altijd wat op de achtergrond was. In het begin omdat de wereld nog niet rijp was voor werkende vrouwen, maar ook omdat het in haar karakter lag. Rietveld werd allengs de veel geroemde architect, zij bleef de assistente van…

Interessant om te lezen, zo nu en dan wat namen na te zoeken. Voor degene die houden van bijzondere gebouwen en binnenhuisarchitectuur. En ook een reden om (weer) eens het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht te bezoeken.

Je moers taal

Alles is aan verandering onderhevig en daar is ook niks mis mee. Ook onze taal verandert.

Was het vroeger chique om vooral alles te verfransen, tegenwoordig viert de Engelse taal hoogtij. Kijk maar om je heen. Overal zie je borden, affiches en uitingen in het Engels.

Of dat overal grammaticaal zuiver is, dat weet ik nog niet zo net.

Natuurlijk zijn er situaties waarin het handiger is als iedereen dezelfde taal hanteert. Dan wordt de communicatie iets duidelijker. Het is niet raar dat in het vlieg- of scheepvaartverkeer over het algemeen Engels wordt gebruikt.

Maar waarom er hier nou uitsluitend Engels wordt gebruikt, dat snap ik niet. In het Nederlands was het toch ook goed te verwoorden?

Je moers taal

Bron: Rotterdam van toen

In de Ommoordse bieb hield het Gilde een lezing over oud Rotterdam. Echt oud, want de beelden die voorbij kwamen hadden weinigen van de mensen daar met eigen ogen gezien.

Uiteraard kwam het grote bombardement aan de orde, waarbij de hele binnenstad in één klap verdwenen was. Maar door de plek van toen te plaatsen in de stad van nu werd veel duidelijk.

Eén van de gebouwen die we zagen, was het Coolsingelziekenhuis. Het was een zeer bekende plek en veel inwoners moeten er wel eens een tijdje verbleven hebben.

De gids vertelde dat het gebouw destijds gebouwd was met allerlei (toen) moderne snufjes, onder andere had het een hijskamertje. Ja, dat heette toen zo, maar nu noemen we het een lift.

Nederlanders zijn dus al langer met de verengelsing van de taal besmet. Want in Duitsland zegt men nog altijd Aufzug, in Frankrijk heet zoiets een ascenseur en ook in Italië zegt men ascensor, net als in Spanje.

Wat hebben wij Nederlanders toch met al die vreemde woorden en begrippen? Misschien klinkt “hijskamertje” nu wel een beetje onbeholpen, maar iedereen wist meteen wat het was.

Genoeg te huur

In tegenstelling tot de krapte op de woningmarkt voor mensen, lijkt het in de vogelwereld heel wat makkelijker te gaan.

Vogels vinden bomen genoeg om in te nestelen. Toch menen mensen dat dat nog niet voldoende is en hangen ze dus nestkastjes op. Soms heel basic, wat plankjes en spijkers zijn genoeg voor een woninkje.

Maar er zijn natuurlijk ook altijd mensen die het wat luxer willen. Die hangen dan ook wat chiquere nestkastjes op. Keurig en kleurig geschilderd en voorzien van luiken. Het lijken wel mensenhuisjes.

Maar of vogeltjes dat willen….?

Onbekend

Op Facebook kom ik ze regelmatig tegen: berichtjes waarin gevraagd wordt wat voor voorwerp er op de foto staat.

Soms is het een mattenklopper, soms een suikerautomaat of een kolenkit.

Ja, mijn generatie zal dat wel herkennen. Onze kinderen misschien ook wel, want zoiets zagen ze bij opa en oma. Maar ik was hogelijk verbaasd om te horen dat een jonge vrouw niet wist wat een kokosmat was.

Het woord zat in de paardensprong van 2 voor 12. En ik vroeg me af of een kokosmat nou zo ouderwets was….? Of dat de link “kokos” en “materiaal voor o.a. deurmatten” niet één-twee-drie in haar opkwam.

Voorjaar

Toen vorige week, na alle regen en miezerige dagen, leek het wel of overal de lente zich manifesteerde.

En iedereen scheen dat vast te willen leggen, want ik zag zoveel mensen fotograferen. En ik deed natuurlijk mee. Genoeg materiaal om onderweg plaatjes te schieten van bloeiende bomen, uitbottende magnolia’s, grasvelden vol geel speenkruid of barstensvol narcissen.

Maar zelfs dat werd op den duur een beetje saai. Was er nou niks anders te vinden?

Ja hoor, hier had men zich op het voorjaar voorbereid. Niet in de tuin, die was omgetoverd tot parkeerplaats, maar pal onder de bewoners hun neus, in de bloembak voor de vensterbank.

Niet te missen en meteen als ze ’s morgens de gordijnen openschuiven springt het in het oog.

Mooi begin van de dag, nietwaar?

Wandelen

Tijdens onze vakantie wandelen we nog steeds graag, al maken we onze wandelingen allengs korter. Ook worden we kieskeuriger, want als het pad al te drassig is, keren we gewoon om.

Maar ondanks dat lopen we nog steeds graag en maakt het ons ook niet zo veel uit als we het terrein kennen. Dus liepen we tijdens onze vakantie in Sibculo weer door de Engbertsdijkvenen.

Het is een gebied waar je naar alle kanten vrij uit kunt kijken. Aan de horizon, heel in de verte, ontwaar je soms wat huizen. Verder is het allemaal natuur, met veel water en wat spaarzame bomen. Overal hoor je vogels fluiten of eenden kwaken. De wind heeft er vrij spel en dat is goed te merken. Maar wij hadden geluk, want het was heerlijk weer op onze eerste dag.

Uithangbord

Bron: Facebook / Wooden Furniture

Dit uithangbord laat geen twijfel bestaan aan wat er binnen te vinden is. Een fraaie en leuke oplossing die in alle talen te volgen is. Geen idee waar het te vinden is.

Vagelijk kon ik ontcijferen dat er “toilettes” onderaan staat, dus neem ik aan dat het ergens in het Franse taalgebied is.

Fijn voor degenen die “nodig” moeten.

Geen gevraag, geen problemen en geen spraakverwarring.

Waarschijnlijk wel een zucht van verlichting!

Automaat

Ik weet niet of het ook werkelijk zo is, maar mij lijkt dat steeds meer (jonge) mensen weer roken. En dat zou dan ondanks alle stringente maatregelen zijn.

In Duitsland wordt roken niet gestimuleerd, maar heel veel tegenwerking lijkt me er ook niet te zijn. Je kunt nog steeds bij supermarkten rookgerei kopen en er hangen ook nog altijd sigarettenautomaten. Weliswaar een stuk minder dan vroeger, maar ze zijn nog altijd te vinden. En voor iedereen duidelijk zichtbaar en toegankelijk.

Op het winkelcentrum in onze buurt kun je alleen nog sigaretten kopen in een speciale zaak, die volledig geblindeerd is. Voor de deur, waar duidelijk “open” op staat, ligt een rode loper. Alsof je een VIP bent.

Nu rook ik al vele jaren niet meer, dus of ik er ook als VIP behandeld al worden kan ik niet zeggen. Aan de prijs zal het niet liggen.

Boek

Stephanie Schuster: Wondervrouwen (Alleen het beste)

Wondervrouwen (Alleen het beste) van Stephanie Schuster is het vervolg op het boek dat ik vorig jaar hier besprak.

In de 10 jaren die sindsdien verstreken zijn, is er natuurlijk veel gebeurd.

Helga is op eigen kracht gynaecologe geworden, Luise’s winkel loopt als een trein en moet zelfs uitgebreid worden.

Helga’s zoon David en Josie, Luise’s dochter, zijn dikke vrienden. En wat is er aan de hand met Annabel’s dochter? Er is stof voldoenden voor de buurtbewoners om te roddelen.

En daarom komen nog steeds de klanten naar Luise’s winkel om de laatste nieuwtjes uit te wisselen.

Ook dit boek heb ik weer met veel plezier gelezen. Goed geschreven, vlot en een leuk tijdsbeeld.