Boek

Ik weet niet meer wie me het boek heeft aangeraden, maar “De erfenis van Elisabeth” van Kirsty Wark was beslist de moeite waard.
Martha zit in een moeilijk parket. Hoe moet het nu toch verder met haar moeder? Die is voorlopig opgenomen in een verzorgingshuis, maar daar heeft Martha geen vrede mee. Moeder is de weg kwijt en nog maar een schim van de vrolijke, wat excentrieke hippie die ze eens was. Sommige dingen vergeet ze, andere zaken ontkent ze. Dan vindt Martha een brief tussen haar moeders boeken, die haar doet besluiten naar het eiland Arran voor de kust van Glasgow te gaan. Ze kent het eiland van de vakanties die ze er vroeger doorbracht en het brengt haar heel veel herinneringen. Maar ook mysteries. Want waarom erft juist haar moeder dit huis, wie was toch die vrouw die er zo lang gewoond heeft? En waarom heeft zij het huis zo, met alle meubilair en decoraties, achtergelaten? Stukje bij beetje komt Martha achter een aantal geheimen en blijken de dingen, uiteraard, heel anders te liggen dan zij dacht. Maar het huis wordt allengs meer haar huis en laat stukje bij beetje de geschiedenis van haar bewoonster en haar geheimen los.

Wat is nou geld….?

Vredespaleis.jpgAfgelopen zondag bezochten we het Vredespaleis in Den Haag. Al vaak gezien vanuit de tram, langsgelopen maar nog nooit van binnen bekeken. We kregen een rondleiding en werden langs de hoogtepunten van het paleis geleid. Het spreekt vanzelf dat de landen die destijds aan de wieg van dit gebouw stonden, zich uitgesloofd hebben met passende geschenken. Er staat een enorme vaas van jaspis, geschonken door tsaar Nicolaas van Rusland. Hij was de inspirator voor een internationaal congres voor vrede en ontwapening. Ach, het heeft de man niet mogen baten. De vloeren zijn van Italiaans marmer, er zijn prachtig betegelde muren, schilderingen, een enorm Japans zijden wandkleed. Kortom, kosten noch moeite werden gespaard.
Maar wat me het meest frappeerde was dat het gebouw gefinancierd werd door Andrew Carnegie. Hij legde 1,5 miljoen dollar (3,7 miljoen gulden) op tafel. Voor dat bedrag werd destijds het paleis gebouwd. Okay, er moest iets bezuinigd worden op het oorspronkelijk ontwerp. Er kwam maar één toren in plaats van vier en er waren nog wat kleine besparingen. Maar wat bouwen we nu voor pakweg een kleine 4 miljoen euro (en dat is toch al 2,2 keer zoveel guldens)? Daar heb je nu een redelijk aardige villa voor, maar een paleis? Dus de waarde van geld is erg relatief. Het kan zo maar veranderen. Wordt het meer, heb je “geluk”, wordt het minder ben je een pechvogel…!

Reclame…

Reclame.jpgWie spullen maakt, wil ze aan de man brengen. Daarvoor is reclame bedacht. Wij zouden ons een leven zonder reclame niet meer kunnen voorstellen. Het spat van allerlei manieren in onze ogen. Soms leuk, soms vervelend, smakeloos of schreeuwerig. In vroeger tijden werd er veel minder reclame gemaakt. Was het ook niet zo vluchtig. Had je eenmaal een bedrijfje op poten gezet, dan bleef je daar meestal een flink aantal jaren zitten. En dus loonde het om boven je voordeur een mooie afbeelding te maken en een fraai uithangbord op te hangen.
Deze vond ik laatst in Leiden. Oorspronkelijk was het een slijterij, maar nu is het een café. Nee, we dronken er niks maar slenterden nog langs heel wat andere winkels. Misschien gaan we volgende keer er eens iets proberen 😉

Wat doe je….

…Londen? Nou in ieder geval minstens één keer queuen, in de rij staan.
Londen-CWR-001.jpgEn wij stonden hier in de rij voor de Churchill War Rooms, een museum ingericht onder  Whitehall. Het zijn de originele vertrekken waar Churchill en zijn staf de oorlog leidde. In allerijl ingericht en net op tijd klaar voordat de “Blitzkrieg” op 7 september 1940 begon. In een betrekkelijk kleine ruimte werkten, leefden, aten en sliepen diverse generaals, stafhoofden, secretaresses en Churchill en zijn vrouw zelf. Alles natuurgetrouw gereconstrueerd en levensecht. Voor ons is het bijna niet te bevatten dat mensen daar weken achtereen leefden zonder daglicht te zien, zonder te weten hoe het in de stad zelf toeging. Ik heb er wel vaak over gelezen, maar het met eigen ogen zien was fascinerend. In de kamers overal verklarende borden. Je kunt verhalen beluisteren van de mensen die er toen bij waren. Je ziet de kaarten waar de vorderingen van de troepen werden bijgehouden, inclusief de bak met gekleurde pinnetjes. Mij overviel een gevoel van claustrofobie bij de gedachte dat in één kamer zoveel mensen bij elkaar werkten. Om nog maar te zwijgen van de bedompte lucht die er gehangen moet hebben, het gebrek aan daglicht. Een stuk geschiedenis en nog niet eens zo heel lang geleden.

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

Antwerpen

Soms heb ik van één onderwerp zoveel foto’s gemaakt, dat ik het allemaal niet in één blog wil of kan proppen. Overdaad schaadt, nietwaar. Ik kan natuurlijk besluiten om dan maar niet meer daarover te schrijven, want wie zal daar om malen? Maar het soms zo leuk om het ook met anderen te delen, dat ik er dan nog maar een volgend blog tegen aan gooi 😉
De architectuur in Zurenborg in Antwerpen was overweldigend en heel veel van die prachtige huizen hadden ook heel fraaie deuren, met prachtig beslag. Niks standaard materiaal, maar telkens weer iets anders. Ook onze voorouders wilden zich profileren en dat doe je door net iets anders te laten zien. Zo van: “kijk eens wat een verfijnde smaak wij hebben!” Dus vandaag nog een foto-collage van de vele deuren en het bijzondere sluitwerk.

1914-1918

1914

klaproos.jpgToen de oorlog uitbrak, was ik nog klein.
Mijn vader zocht zijn oud soldatenpak
Van zolder uit een doos vlak onder ’t dak,
En wij brachten hem samen naar de trein.

En ik wist niet, waarvoor dat was. En toen
Vroeg ik het aan mijn moeder. En ik hoorde,
Dat nu de soldaten elkaar vermoordden.
Mijn vader ook? Die zou dat toch niet doen –

Nu ben ik groot en wijs en veel vergeten,
Van wat de dwazen en de kindren weten
En waar ik, als ik er aan denk, om lach.

Maar als wij, grote mensen, ’t niet verhindren,
Dat er weer oorlog komt, God, geef ons kindren,
Die nog begrijpen, dat het toch niet mag.

Muus Jacobse (1909-1972)
(met dank aan Raymond Noë)

Dit gedicht deelde de Sandwich een tijd geleden. En ik vond het zeer toepasselijk om het vandaag, 11 november – wapenstilstandsdag, hier te publiceren.
Aan stoere mannen met stoere woorden hebben we helaas geen gebrek in deze tijd. Maar geef ons nog een heleboel kinderlijke zielen, die geen oorlog maar vrede willen.

Kopje thee….?

kopjeIn een museumvitrine zag ik laatst dit kopje staan. Een beetje vreemd geval, vond ik. Een kopje met een kopje er in. Maar dat onderste kopje, daar kon dan weer geen vloeistof in, want dat was opengewerkt. De gids wist wel waarom. Want dit is een “trembleuse”, een kopje dat vroeger vaak werd meegenomen op reizen. Het onderste opengewerkte deel zit vast aan het schoteltje en daar past het kopje in. Dan viel je kopje niet van het schoteltje als de koets over een hobbel reed. Slim toch….?
Dat zou nu voor een heleboel mensen ook best handig zijn. Dus welke fabrikant bedenkt hier een moderne variant van?

Place des Vosges

Volgens velen is dit het mooiste plein van Parijs, Place des Vosges. Het is in ieder heel indrukwekkend, omzoomd door statige, vrijwel identieke gebouwen, met aan beide zijden twee grotere. Dat waren de paleizen van de koning en de koningin. Tja, die moesten wat ruimte hebben, niet waar? Ik verwonder me telkens weer over de enorme luxe waarin die vorsten geleefd moeten hebben. Want de gebouwen zijn niet alleen groot, maar ook rijkelijk versierd.
Jammer genoeg wordt er in deze tijd iets minder aan onderhoud uitgegeven en zijn sommige kolosale deuren een tikkie arremoeiig.
Waarom heeft het plein eigenlijk deze naam “het plein van de Vogezen”? Napoléon, die ook al geld nodig had, besloot in 1800 belastingen te heffen. Het plein zou vernoemd worden naar het departement dat het eerst betaalde. En dat waren dus de Vogezen. Tja, ook toen al konden ze het niet leuker maken…
Parijs-002

Brandgrens

Rotterdam, dat zo zwaar gehavend werd door het bombardement van 14 mei 1940, heeft eigenlijk maar weinig tastbare herinneringen aan die vreselijke dag bewaard. Maar een paar kleine dingen herinneren nog aan wat er toen was. Her en der in de stad liggen lampen tussen de tegels, die de brandgrens markeren. Maar die vallen eigenlijk nauwelijks op.
Toch ontdekte ik laatst een bijzonder monument(je). Geen groots beeldhouwwerk, geen obelisk met inscripties… Nee, een vrij kleine steen, met daarin geëtst de brandgrens en een spreuk van Erasmus “Zoet is de oorlog, totdat je hem proeft.”
Ik vind dat wel passen bij de stad. Niet lullen, maar poetsen. Vooruit, we blijven niet steken in de geschiedenis, maar starten met nieuwe plannen. Zo ontstond van lieverlee de stad zoals wij en vele buitenlanders die nu kennen.
Maar zo nu en dan, heel kort, staan we stil bij die beslissende dag. De dag dat Rotterdam haar hart verloor, ten dode leek opgeschreven. Maar als een fenix is herrezen uit haar as.
Wie binnenkort een rondvaart met de Spido gaat maken, moet ook eens even een stukje de Westerkade over lopen en stilstaan bij deze gedenksteen.
brandgrens

Logement

In Middelburg ontdekte ik deze deur. Wat een ouderwets woord toch:  “Logement”.
Dat heet nu toch een hotel, Bed & Breakfast of pensionnetje. Maar logement doet me denken aan vroeger tijden. Als mijn moeder er weleens over vertelde, kon ik bijna de geur van doorgekookte kool ruiken, zag ik de was om de kachel staan. Ze had er geen fijne herinneringen aan en ook in de verhalen van Baantjer zijn logementen beslist niet gezellig. Want in de wat oudere boeken van De Cock (met cee-oo-cee-kaa) komen logementen nog vaak voor. Wat vervallen onderkomens, met kale peertjes aan het plafond en smalle kamertjes met goor beddengoed, waar de verschoppelingen uit de maatschappij wonen.
Maar dit was echt allerminst vies en armoedig. Kijk maar, je kan er logeren en lunchen in een romantisch sfeertje. Ach ja, tijden en begrippen zijn aan verandering onderhevig.