Boek

De titel en de omslag van dit boek intrigeerden me al. Kersenbloesems… zo mooi, zo betoverend.

Het boek leest vrij gemakkelijk, al moet je wel door tientallen namen van personen en benamingen van allerlei soorten kersenbomen spitten. Het niet een boek met een “gezellig” verhaal, maar ik vond het wel uiterst boeiend.

Collingwood Ingram, stammend uit een rijke en wat excentrieke Engelse familie, is ornitholoog. Maar nadat hij vrijwel alles van vogels wist, werd zijn interesse gewekt door de Japanse wilde kersenbomen.

Het viel hem tijdens een reis naar Japan op dat er vrijwel maar één soort kersenbomen aangeplant werden. En dat terwijl Japan juist zo’n verscheidenheid aan soorten heeft. Omdat de aangeplante kersenbomen zijn ontstaan door klonen, bloeien alle kersenbomen daar op één en hetzelfde moment. Er is dus maar een vrij korte tijd van enorme bloesempracht en dan is het over en uit. Ook hebben alle bomen dan dezelfde bloemen, dezelfde kleur en dat maakt het ook wel wat saai.

Het boek vertelt over de liefde die Ingram had voor de bomen, het kweken en vermeerderen van diverse soorten. Hij probeerde in Japan meer aandacht voor andere soorten te krijgen, verwees naar de erfenis van de prachtige wilde kersen. Maar de verering van de tere kersenbloesem was veranderd in de loop van de tijd. In het militair steeds sterkere Japan van voor de tweede wereld oorlog werd het een symbool van heldenmoed, sterven voor de keizer.

Door de inzet van Ingram is een aantal oude soorten weer terug naar Japan gebracht, waar zij hun schoonheid een korte tijd van het jaar ten toon spreiden.

Atoombom

Bron: Google foto’s

Vandaag, 6 augustus, is het exact 75 jaar geleden dat de eerste atoombom viel op Hiroshima. Veel was er niet meer over van die grote stad. Alleen dit gebouw stond nog overeind.

Hiroshima, 2009 (eigen foto)

In 2009 maakte ik er deze foto. Nu is het een monument, een aanklacht tegen de wreedheden van de oorlog. Natuurlijk gingen wij ook naar het atoombom-museum. De overblijfselen, gesmolten flessen, verwrongen stalen voorwerpen, alles netjes uitgestald, leken ontdaan van hun dramatisch verhaal. Zij waren verworden tot objecten zonder ziel. Het was verschrikkelijk, maar de verschrikkingen waren niet in woorden uit te drukken.

Wij keken er naar, net als de vele Japanse schoolkinderen. Op mij liet het een diepe indruk achter. De kinderen giechelden, plaagden elkaar. Ach ja, net als kinderen over de hele wereld doen.

Hiroshima is tegenwoordig weer een bruisende stad. Wie er rondloopt, kan zich nauwelijks voorstellen hoe erg het verwoest was. Men winkelt, loopt, lacht. Ogenschijnlijk niemand kijkt terug in de geschiedenis.

Slapen in een boek?

Zo nu en dan gaan Leo en ik een paar dagen op stap. En dit keer wilde ik zo graag naar Zeeuws Vlaanderen. Naar een hotel dat “De dikke Van Dale” heet. Die dikke Van Dale gebruikte ik regelmatig bij het scrabble spelen en het leek me leuk om nou es “tussen de bladzijden van dat boek” te slapen.

En hoe was het? Het hotel was gezellig, zeer geriefelijk en gevestigd in een oud klooster. We hadden een grote kamer, maar van dat grote dikke boek merkten we niet veel 😉 Het is natuurlijk ook heel moeilijk te realiseren om te slapen in een boek. Maar Sluis is de geboorte-plaats van Johan Hendrik van Dale, de onderwijzer die ons een uitgebreid woordenboek van onze Nederlandse taal schonk. En dat is dan natuurlijk het draadje naar de hotelnaam 😉

In Sluis staat natuurlijk een borstbeeld van Meneer van Dale. Hij wacht nog altijd op antwoord, zo te zien.

Hij stierf reeds op 44-jarige leeftijd, maakte de grote opgang van “zijn” boek dus niet mee. Maar bijna anderhalve eeuw later pakken we nog regelmatig het boek om een op te zoeken hoe en wat iets betekent.

Glans en glitter

Afgelopen week ging ik met schoondochter naar De Hermitage om de tentoonstelling van de Russische juwelen te bekijken.

Ongelofelijk wat hadden die Russische tsaren en hun familieleden een goud en juwelen. Meteen al bij binnenkomst kun je vergapen aan glans en glitter, al viel me op dat het soms ook niet was wat het in eerste instantie leek. Een armband waarvan de cameeën bleken te bestaan uit papiermaché. Prachtig gemaakt, levensecht, maar toch…. Het was overweldigend. Dan vraag je je af hoeveel tijd de mensen toen besteedden aan zich kleden. Daar moeten uren mee zoet gebracht zijn.

En dan de kleding zelf. Vele meters stof verwerkt in enorme queues, tailles die zo smal waren dat het bijna onwerkelijk leek. Maar of het allemaal ook prettig droeg…? Hoe moet je in hemelsnaam gaan zitten met zo’n groot gevaarte op je bibs? Zelfs de kinderkleding was versierd met schitterend borduurwerk en ook daar behoorden prachtige juwelen en zilveren rammelaars bij.

Op elke vitrine was duidelijk te zien wat er allemaal lag en zo konden we ons een mooi beeld van die tijd vormen. En alles ook sfeervol maar duidelijk verlicht.

Bakewell

Onze volgende bestemming was Bakewell, een klein marktstadje in het Peak District. Met smalle straatjes, middeleeuwse huisjes en de oudste brug van Groot Brittannië, die dateert van de 13e eeuw en nog dagelijks gebruikt wordt.

’s Maandags is er altijd een flinke markt en er wordt ook een veemarkt gehouden. Achter ons uitgebreide ontbijt zagen wij al vroeg de wagens af en aan rijden.

We brachten ook een bezoek aan het museum, waar de geschiedenis van Bakewell, haar bewoners en de vroegere industrieën bewaard blijft. Het is gevestigd in een eeuwenoud huis.

Boek

Niet alle boeken die ik via FaceBook vind zijn aanraders. Smaken verschillen nou eenmaal en wat de een prachtig vindt, is voor een ander niet om door te komen.

Maar dit boek las ik met heel veel belangstelling. Het vertelt de geschiedenis van het geslacht Van Hattum. Oorspronkelijk afkomstig uit Sliedrecht en van eenvoudige komaf. Maar als zoon J.C. naar Zeeland reist, verliefd wordt en trouwt met een Zeeuwse, wordt de kiem gelegd voor een zeer succesvolle familie. En komt een klein Zeeuws dorp tot bloei.

Zoals dat natuurlijk gaat, verdampt het familiekapitaal ook weer door allerlei omstandigheden. Niet iedereen gaat zorgvuldig om met het familiekapitaal en ook de wereldgeschiedenis heeft een duidelijke en soms funeste invloed.

Maar het boek leest goed en wat me vooral aansprak is dat het de vrouwen van de familie zijn die het verhaal tot leven brengen. Sterke vrouwen, minder sterke vrouwen, maar altijd toch vrouwen die elk voor zich de familiegeschiedenis beïnvloeden. Voor lezers die van historische verhalen houden en voor lezers, zoals ik met een flinke scheut Zeeuws bloed in de aderen, een fijn boek om te lezen.

Geschiedenis…

Het programma heette vroeger “Andere tijden” en het dreigde van de TV te verdwijnen. Maar gelukkig, de naam is wat gewijzigd, maar nog altijd kun je kijken naar Hans Goedkoop die ook de reeks “Een bezeten wereld. Nederland tussen de oorlogen” presenteert.

Een aantal uitzendingen laat hij je verschillende facetten van Nederland tussen de eerste en de tweede wereldoorlog zien. En dat is soms heel amusant, maar vaak toch ook verschrikkelijk confronterend. Want in de aflevering over “vreemdelingen” komen we beslist niet als het meest tolerante volk naar voren.

Heb je de uitzendingen gemist, bekijk ze dan nog op NPO Start, want het is zeer de moeite waard.

Oh ja, soms bestaat toeval toch echt niet. Schreef ik gisteren over Radio Kootwijk, bleek blogvriendin Dorothé er net ook geweest te zijn. En waaruit wordt “Een bezeten wereld” gepresenteerd? Ja echt, vanuit het gebouw van Radio Kootwijk!

Hallo Bandoeng…

Zondag namen we een kijkje bij Radio Kootwijk. Ik had er al vaak over gehoord, maar kon me geen voorstelling maken hoe dat er nou uit zou zien.

Het gebouw, dat nu onder Monumentenzorg staat, is een enorme kolos. Het is ontworpen door Julius Luthmann en is een van de eerste gebouwen in Art Deco-stijl. We konden het alleen van de buitenzijde zien. Op ons maakte het vooral een beetje de indruk van een Sovjet-gebouw. Groot, grijs, stevig.

Rondom het gebouw liggen ook wat woningen voor de medewerkers, garages en barakken. Radio Kootwijk lag toentertijd nogal ver van de bewoonde wereld en de medewerkers moesten tenslotte altijd oproepbaar zijn.

Inmiddels is alles door de moderne techniek ingehaald. Nu zorgen satellieten voor de verbindingen. En hoef je voor een gesprekje van drie minuten geen half maandsalaris meer te betalen.

Van Nelle

Het blog over de Van Nelle reclames en Piggelmee kwam niet zo maar voorbij. Het was de opmaat naar dit blog. Want afgelopen vrijdag gingen we, in het kader van de Wereldhavendagen, naar de Van Nelle fabriek.

De grote loopbruggen die het gebouw zijn karakteristieke aanzien geven, zijn een beetje vreemd aangebracht. Dat kwam omdat de plannen voor een identiek, gespiegeld, gebouw er tegenover drastisch verkleind werd. Door de krach van 1929 liep de financiering gevaar en werd besloten voor een veel kleiner gebouw. Maar de loopbruggen waren al gemaakt en dus werd een oplossing gezocht en gevonden.

Zo’n excursie start vanaf het terrein bij de ss Rotterdam en daarvoor moeten wij met het OV de hele stad door. Geen nood, dat doen we graag. Vanaf de Rijnhaven liepen we naar de klaarstaande bus, die ons via Europoort naar de Van Nelle fabriek bracht.

We werden opgewacht door een vriendelijke jongeman die met veel verve vertelde over het ontstaan van de fabriek, de ontwikkelingen en de toekomst. Want het gebouw wordt stapje voor stapje milieu neutraal gemaakt. Koffie, thee en tabak wordt er niet meer verwerkt of verpakt. De fabriekshallen zijn omgebouwd tot moderne kantoren, waar computers en schermen de boventoon voeren.

De architect van het gebouw, Leendert van der Vlugt, had een vooruitziende blik. Want hoewel het gebouw in de jaren 20 op de tekentafel ontstaat, bevat het tal van ook voor deze tijd nog steeds moderne voorzieningen. Grote kabelgoten, de mogelijkheid om zware machines vrij naar de bovenste etages te takelen, veel glas en licht. Douches waren in die tijd ook een nieuwigheid.

In de werkplaatsen, fabriekshallen en kantoren waren de hoofdkleuren geel en bruin. De directie was te herkennen aan het blauw en rood op wanden en trappen. En al is het gebouw nu bijna 100 jaar oud, het lijkt nog zo modern.

Boek

Eline stamt uit een gegoed Leids gezin en is getrouwd met Wieger, een archeoloog. Ze is niet religieus, wel ongedurig en heeft behoefte aan vrijheid. Als haar man naar een klein dorp in Drenthe gaat om er een veenlijk te onderzoeken, mist Eline hem enorm. Impulsief besluit ze naar hem toe te gaan en ze neemt haar kinderen mee.

Hoewel ze vriendelijk wordt ontvangen in het dorp, leidt haar aanwezigheid tot opschudding. Eline is niet gewend van haar hart een moordkuil te maken en haar vrije manier van doen en denken valt niet bij iedereen in goede aarde. Ze wordt dan ook min of meer terug gestuurd naar Leiden.

Nederland is in 1918 dan wel nog steeds neutraal in de grote oorlog, iedereen krijgt toch te maken met de nare gevolgen. Familieleden komen om, er is weinig meer te krijgen, het is armoe troef. Dan aan het eind van die oorlog staat een nieuwe en nog onbekende vijand op: de Spaanse griep maakt heel veel slachtoffers. Eline besluit terug te keren naar het Drentse dorp en helpt bij de verzorging van de grieppatiënten. Haar blik op de wereld wordt wijder en haar leven wordt langzaamaan anders.

Het boek is goed geschreven en die periode (1918 tot ca. 1922) interesseert me in hoge mate. Ik las het boek in één adem uit. Ik ga zeker nog meer boeken van deze schrijfster lezen.