Het is heel gewoon tegenwoordig, in de trein kun je naar het toilet. Alhoewel…. er zijn nog steeds treinen zonder wc.
Voor een kort ritje geen bezwaar, maar een langere rit is een ander verhaal. Meestal probeer ik zo’n bezoek uit te stellen. Thuis is het toch veel prettiger, veel meer privacy. Tijdens onze treinreis vanuit Londen kon ik het echter niet vermijden. Nou ja, wat moet dat moet!
En dan kan ik soms zo verdwalen in mijn eigen hersenspinsels… Want ineens moest ik denken aan veel, veel vroeger. Aan de tijd van de eerste treinen. Nieuwerwetse gekkigheden, dat heeft men toen natuurlijk gedacht over die nieuwe supersnelle wagens, die wel 40 kilometer per uur konden. Waar je binnen een paar uur van Amsterdam naar Haarlem ging.
Toen zullen de vrouwen toch ook wel eens hoge nood gehad hebben. Moet je voorstellen, met al die rokken….
Een boek over de Holland-Amerika Lijn, dat wilde ik wel lezen. Geen roman, geen reisverslag, maar het leven van een man in goede doen. Hij is zoon van de oprichter van de Holland-Amerika Lijn, behoort tot de gegoede burgerij van Rotterdam.
Hij reist van in luxe hutten van Europa naar Amerika, woont in New York, maar ook in Wenen, Bremen en Parijs. Zijn thuis is toch Rotterdam, waar zijn vrouw Atie en zijn kinderen op hem wachten.
Zijn leven staat in schril contrast met de levens van de miljoenen landverhuizers, die ook aan boord van de grote oceaanstomers gaan. Op weg naar een onzekere toekomst, weg van de honger en ontberingen in Oost Europa en vaak niet erg welkom in de Verenigde Staten. Zij reizen niet in een luxe hut, maar in grote ruimen. Waar de bedden boven elkaar gestapeld zijn en geen contact mag worden gelegd met de mensen van de eerste en tweede klas.
Als directeur van de HAL maakt Reuchlin de maidentrip met de Titanic mee. Helaas behoort hij niet tot de overlevenden.
Ik vond het niet een gemakkelijk boek om te lezen. Er komen veel personages in voor en het is lastig een goed tijdsbeeld te krijgen. Voor mij hadden de gedeelten over de landverhuizers nog wel uitgediept mogen worden.
Maar als geheel heeft het boek me wel geboeid. Te meer daar er erg veel over Rotterdam te lezen valt. Al is veel daarvan in de loop van de tijd en de oorlog verloren gegaan.
Borduren kent in Engeland een lange traditie. Niet alleen de robes van de koninklijke familie en adellijke dames werden geborduurd, maar denk ook de vele rijk versierde uniformen, vaandels en kerkkleden. En in veel Engelse kerken liggen knielkussentjes, die ook rijkelijk voorzien zijn van borduurwerk.
In het boek van Ilaria Tutti wordt verteld hoe gewonde soldaten in de 1e wereldoorlog geleerd wordt te borduren, om zo in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dat ze daar niet meteen erg enthousiast over zijn, is wel te begrijpen. Stoere knapen, die door hun verwondingen en handicaps hun carrière wel kunnen vergeten. Maar zichzelf toch te veel man voelen om zulk vrouwenwerk te doen. Mooi bedacht, maar klopte het ook? Ik ging dan ook op zoek of het waar was…
Jazeker, dat is geen fantasie. De acteur, die hielp bij het opzetten van de borduurcursussen, leden van de koninklijke familie die borduurden en zelfs het kleed dat in het boek genoemd wordt, het is allemaal authentiek.
En al zoekend vond ik deze site, vol verhalen over de borduurtraditie en een heuse borduurstekenbank met wel 300 verschillende steken. Het moet een eldorado voor borduursters zijn.
Zelf ben ik wel eens enthousiast begonnen aan een tafellaken of wat placemats maar het is nooit afgekomen. Ergens moeten zelfs nog wat UFO’s liggen te verstoffen. Maar de bewondering voor de borduurkunst is er niet minder om.
Ongehuwd zijn in het Engeland van 1914 is geen sinecure. Cate moet haar kind alleen opvoeden, geld verdienen en dan ook nog opboksen tegen de argwaan die de maatschappij heeft bij een vrouwelijke arts.
Vrouwen mogen dan wel medicijnen studeren, zich ontplooien als zelfstandig arts is iets geheel anders. Dan blijven de benoemingen zeer schaars.
Het begin van de 1e wereldoorlog brengt echter een ommekeer. Cate wordt gevraagd om, samen met anderen, in Frankrijk een hospitaal op te zetten, waarvan de staf uitsluitend uit vrouwen bestaat. Het lijkt een utopie en ze moet er haar dochtertje tijdelijk voor achterlaten onder de hoede van goede vrienden.
Na maanden kan ze weer terug naar Londen, waar nu wel ruimte wordt gemaakt voor een militair hospitaal. Ook daar weer bestaat de hele bezetting uit vrouwen.
Toch is er tegenstand, want nog steeds is men niet gewend aan vrouwelijke artsen. Maar het is juist die vrouwelijke touch en de empathie die de gewonden weer terug in het leven plaatsen. Velen verloren ledematen, werden levenslang invalide. Daarnaast leden ze onder de psychische gevolgen van de moderne oorlogvoering.
Feiten en fictie, ze lopen in dit boek door elkaar. Dat is echter geen bezwaar, want het een mooi geschreven roman. Maar juist door de historische feiten gaat het verhaal leven. Het zou zo maar mogelijk zijn geweest.
Weer een boek over gewone vrouwen, in het Duitsland van net na de 2e wereldoorlog.
In 1953 woont Luise met haar man in Sternberg in Beieren. Ze droomt van een eigen winkel. Maar hoe moet ze dat voor elkaar krijgen?
Helga woont nog bij haar ouders en zit in de eindexamenklas. Ze wil arts worden, maar wordt onder druk gezet om toch maar snel met een nette jonge zakenman te trouwen, zodat die de opvolger van haar vader kan worden.
Marie heeft betere tijden gekend en werd van huis en haard in Silezië verdreven. Nu zoekt ze werk in dit Beierse dorp. Ze
En dan is er nog de doktersvrouw Annabel, die alles doet om het haar man naar de zin te maken. Maar of hij die pogingen allemaal wel opmerkt, blijft ongewis.
En dan zijn er natuurlijk nog de oude vriendinnen van Luises schoonmoeder, de roddelgemeenschap die zo’n dorp natuurlijk ook heeft.
Het zijn de elementen in dit boek, dat allerlei verwikkelingen beschrijft, waardoor de vier vrouwen tot elkaar komen.
Ik hou van dit soort boeken. Ze geven een indruk van hoe de mensen in die tijd leefden, hun dromen, hun geluk en hun mislukkingen. Ik kan niet wachten tot ik het volgend deel uit de bieb kan halen.
Dit jaar staat er een trip naar Londen gepland op onze agenda. Dus struinen we zo nu en dan het internet af op zoek naar “leuke dingen”. Binnen no time krijg je dan ook allerlei zaken, waarvan BigBrother meent dat het je ook wel zal interesseren. Meestal natuurlijk zijn dat advertenties van niet te missen evenementen en tripjes. Maar soms stuit je op iets wat toch wel de moeite waard is.
Zo postte Alice Loxton (@History_alice) op Instagram een bericht over de hekjes die overal in Londense wijken langs de tuinen staan. Die zijn niet gewoon rechttoe/rechtaan, maar hebben een opmerkelijke vorm.
Want al zijn het nu hekjes, vroeger waren het … draagbaren. Door hun vorm waren ze gemakkelijk te stapelen, snel te pakken en stevig en geschikt dus voor het vervoer van doden en gewonden. Ze konden goed gereinigd worden, wat weer belangrijk zou zijn bij een gasaanval.
Het is een prachtig voorbeeld van hergebruik, want voordat ze draagbaren werden, waren het … hekjes. De Londenaren werden in de oorlog gevraagd (of gesommeerd) hun hekjes af te staan voor het produceren van draagbaren. En na de oorlog werden die dus weer gebruikt als hekjes.
Tja, wie let daar nou op als je al wandelend langs al die hekjes komt? Maar wij zullen er nu niet zo maar aan voorbij lopen.
Na de middelbare school ging onze jongste studeren in Utrecht. Hij kreeg een kamer op de zolder in een huis op de Van Sijpesteijnkade.
Uiteraard zijn wij daar vaak geweest. Het was een echt studentenhuis, met rommelige trappen, wasgoed en spullen overal. Hij heeft er jaren gewoond, maar uiteindelijk verhuisde hij terug naar Rotterdam.
We kwamen nog wel eens in Utrecht, maar nooit meer op de Van Sijpesteijnkade. Bij de laatste blogbijeenkomst besloot ik er weer eens een kijkje te gaan nemen.
Ik wist dat de huizen gesloopt waren en er driftig gebouwd was. Heel benieuwd wat er voor in de plaats gekomen was en hoe het er nu uit zou zien. En dat was een complete metamorfose.
Een bezoek aan de enige Amerikaanse begraafplaats in Nederland, in Margraten.
Een groot terrein, minutieus gemillimeterde gazons, heggen. Een zee van witte kruisen, wat Davidssterren, sommige met bloemen. Bij de ingang een mozaiek waarop de militaire bewegingen staan.
We lopen langs de graven. Zoveel jonge mensen, gevallen in de strijd voor onze vrijheid.
Meer dan 1900 robes had koningin Elisabeth I. En niks is er bewaard gebleven….. of toch wel?
In een klein kerkje in Bacton (UK) hing een geborduurd doek. Het was ingelijst en men dacht dat het gebruikt was als altaardoek. Maar het is waarschijnlijk een deel van een japon van koningin Elisabeth I.
Het doek is uit de lijst gehaald en zeer behoedzaam onderzocht en geconserveerd.
Gelukkig hing de lijst niet in het felle licht en bleef de verkleuring binnen de perken. En bij onderzoek bleek dat de stof gevoerd was, zodat na al die eeuwen alle fraaie en kostbare kleuren weer aan het licht kwamen en de schitterende borduursels zichtbaar werden.
Het is 1934 en de joodse Florence Fein wil haar wat benauwde New Yorkse wereld verruilen voor Rusland. Niemand die het in haar omgeving begrijpt, maar dat het is de liefde die haar lonkt vertelt ze niet
Aan boord maakt ze kennis met Essie, die haar hartsvriendin wordt.
Essie heeft Moskou als eindbestemming, maar Flories geliefde zit in Magnitgorsk. Daar aangekomen blijkt het Russische leven anders te zijn dan ze verwacht en ook haar geliefde kan ze er niet vinden. Dus reist ze terug naar Moskou. Helaas spat haar droom daar uiteen. Haar geliefde wil haar helemaal niet terug.
Ze blijft in Moskou, ontmoet er andere Amerikanen en wordt verliefd op een van hen. Als ze werk vindt als vertaalster lijkt ze het geluk gevonden te hebben. Maar de 2e wereldoorlog woedt en daardoor verandert het politieke klimaat. Haar Amerikaanse paspoort is ingehouden en toegang tot de ambassade krijgt ze niet. Zonder dat is een terugkeer naar Amerika onmogelijk.
Amerikanen, maar vooral Joden worden gewantrouwd. Florie wordt “verzocht” naar de Inlichtingendienst te komen en wordt onder druk gezet om haar omgeving te bespioneren. Met alle mogelijke moeite geeft ze zo min mogelijk bloot van wat er in haar omgeving gezegd of gedaan wordt. Maar er zijn andere bronnen.
Florie heeft inmiddels een zoon als zij en haar gezin worden gearresteerd. Haar zoon wordt naar een weeshuis gestuurd. Zijzelf komt terecht in Siberië en dreigt vermorzeld te worden door het regime.
In het boek wordt regelmatig geswitcht van de historie naar de moderne tijd. Want het is Flories zoon die het verhaal van zijn moeder verteld. Dat maakte het boek wat lastig te lezen en ook de vele Russische namen zorgen soms voor verwarring. Desondanks heb ik het boek één adem uitgelezen.
Sana Krasikov weet de angst, de onzekerheid en de gruwelen van een totalitair regime goed te beschrijven, zonder al te veel details te vermelden. Maar dat kon niet vermijden dat ik zo nu met kippenvel te lezen zat.