Boek

Meteen toen ik over dit boek las bij Sjanne, wist ik dat ik het ook wilde lezen. Gelukkig was het vrijwel meteen te reserveren bij de bieb.

Bert Wagendorp: Phoenix

In Phoenix van Bart Wagendorp vertelt Abel Sikkink zijn levensverhaal. Als kind reist hij met zijn ouders naar Amerika, want de armoede in Winterswijk is niet meer te harden. Ze zullen in Sheboygan (Wisconsin) een nieuw bestaan opbouwen.

Ze komen veilig in Amerika aan, maar dan vergaat het schip waar de familie verder mee reist. Alleen Abel overleeft de overtocht. Kalle, zijn boezemvriend die ook meereisde, is wel veilig overgekomen. Samen zetten zij hun hechte vriendschap voort.

Abel wordt manusje-van-alles bij een drukkerij, waar hij opklimt tot verslaggever van de plaatselijke krant. Kalle is fotograaf geworden en trekt naar New York. Daarop vertrekt ook Abel naar die stad en gaat hij werken voor de Herald Tribune.

Abel en Kalle zijn fictieve figuren, maar de meeste mensen die hen omringen hebben wel degelijk bestaan en zijn na te gaan door middel van voetnoten. Dat maakt het boek heel interessant en je kunt er veel van opzoeken. Ik vind dat heel leuk, maar ik kan me voorstellen dat zoveel namen en feiten anderen een beetje te veel worden. Laat onverlet dat Bert Wagendorp prettig en zeer onderhoudend schrijft.

Het tweede deel, Kalle, ligt inmiddels hier op tafel en roept om gelezen te worden.

Boek

Harriët Duurvoort: De dochter

De Dochter van Harriët Duurvoort vertelt het verhaal van de kleine Eva, die zo anders is als alle anderen. Kinderen zijn geneigd om alle omstandigheden te accepteren, maar later wil Eva wel weten hoe ze zo heel erg anders is dan haar ouders.

Saar en Jan, streng gereformeerd en kinderloos, adopteren een kind. Dat wordt buiten de moeder om geregeld en Saar en Jan weten dan nog niet dat het kindje dat ze “nemen” zwart is. Voor hen is het geen bezwaar. Met alle liefde die ze in zich hebben accepteren ze Eva van meet af aan. “Je hoort bij ons, bent van ons”, krijgt ze te horen. Maar allengs realiseert de kleine Eva dat er wel degelijk iets anders is.

Maar de lippen van haar ouders blijven op slot. Nooit wordt er gesproken hoe het mogelijk is dat zij zo’n afwijkende kleur heeft.

Wanneer het gezin naar Indië verhuist, ziet Eva dat de mensen daar ook een andere kleur hebben. Ook anders behandeld worden, net als zij dat soms door vreemden wordt. Dan begint de grote puzzel. Wie ben ik, wat ben ik, waar kom ik vandaan…?

Haar hele leven zal Eva blijven zoeken en met haar haar dochters. Wie was mijn natuurlijke moeder, mijn vader, waar, waarom…. En langzamerhand verandert ook nog de wereld. Een leven lang zullen al deze vragen een rol spelen in het leven van Eva, van haar kinderen.

Een vlot geschreven boek, waarin langzamerhand wat sluiers opgelicht worden. Al blijven de vragen zich opstapelen. Met liefde en empathie geschreven door Eva’s dochter Harriët, die ook schrijft in Libelle en De Volkskrant.

Rijnhaven

De Rijnhaven, één van de oudste havens van de stad. Hij werd gegraven in de periode 1887 tot 1895. Met handkracht, scheppen en kruiwagens werd ongeveer 28 hectare grond weg geschept. Daarna konden de schepen er aanleggen. Dat waren eerst schepen die vanuit Duitsland over de Rijn naar Rotterdam kwamen. Later werd de Rijnhaven uitgediept en konden zeeschepen aanmeren. Ze brachten of haalden “massagoed” (ertsen, granen). Maar na een tijdje veranderde dat weer en werd het een haven voor voornamelijk rijnaken.

Een lange tijd reed ik elke morgen met de metro over de Rijnhaven heen en zag de schepen liggen. Het was er meestal een drukte van belang. Tot in 2015 ook die schepen er niet meer kwamen en de Rijnhaven leger en leger werd.

En nu? Nu wordt een groot gedeelte van die haven gedempt. Vele tonnen zand zijn met vrachtwagens aangevoerd en een gedeelte wordt bouwrijp gemaakt voor hoge woontorens. En er komt groen, een parkje zelfs. Tegenwoordig geen schip meer te bekennen, maar beton, beton, beton….

Keukenmeid

Toen ik dit gedicht op Facebook zag, dacht ik meteen aan m’n moeder. Die kon ook zo sappig vertellen, zeker als ze samen met haar twee zussen aan het kletsen was. Want alle drie hadden ze ervaring als dienstbode. En heus, niet alle mevrouwen waren aardig en menselijk.

Een brief van een keukenmeid
Mevrouw, ik heb je liever laten zitten
Omdat je niks van me verdragen kan.
Den heelen dag dat drijverige vitten,
Daar werd ik veels te tegenstrijdig van.
Als ik ‘ t van te vore had gewete’,
Was ik niet in zo’n slavedienst gegaan.
Ik heb geen trek om kliekjes op te ete’,
Die van ’n maandag in de kelder staan.

En dan dat adder van ‘n jongejuffer,
Wat heeft dat nest me toch maar getemteerd.
Dat was maar stommeling en boere-suffer,
Dat heeft ze zeker van d’r moe geleerd.
Hoe krijgt zo’n netekop geen ongelukkie
Mevrouw, dan was je dat dierage kwijt.
Ik heb genoeg van jullie kouwe drukkie,
Ik ben ’n mens al ben ik maar een meid.

Me moeder die zal om me kassie kome,
Ik heb ’t espres niet op slot gedaan.
Kijk jij maar vrij, ik heb niks meê genome,
Ik ben wel slecht, maar alles laat ik staan.
Nou mag je zelf de bakker ope-make
En redder je zelf nou je boel maar als je kan;
’t Is lekker vrijdag, daarom ga ik staken,
Doe nou de trap maar met je manniman.

Dan had je nog dat eeuwig trappe sjouwe,
Van de kwitansies stond de bel niet stil,
En dat je m’n percente-geld bleef houwe,
Is voor ’n meid ‘n veels te groot verschil.
Van laatst die mense, die zijn weze ete,
Heb ik me fooitje ook al nie gehad;
Die mense moste maar verachtig wete,
Dat me meheer d’r voor te roke zat.

Ik mot niet voor getuigen bij je weze,
Daar heb je niks an van zo’n snert-mevrouw.
Als je m’n brief maar goed hebt uitgeleze,
Val dan voor mijn part maar ’n beetje flauw.
En nou mevrouw, mot ik je nog wat zegge
Kijk gauw ’s in die grote mellekkan.
Daar vin-je dertien rooje cente legge,
Koop daar ’n flessie wonderolie van.

(Uit: De beste gedichten van J.H. Speenhoff; verzameld en ingeleid door J. Greshoff. Beeld: Anders Zorn ‘de keukenmeid’ 1919)

Boek

Clare Hunter: Levensdraden

Toen ik op de tentoonstelling van Dior in Den Haag dit boek Levensdraden van Clare Hunter in een vitrine zag liggen, reserveerde ik het meteen bij de bieb.

Geen boek om steken en patronen uit te halen, maar een gedegen studie over de rol en de invloed van borduurwerk in de geschiedenis. Met een duidelijk accent op de historie van Groot Brittannië.

Borduurwerk dient niet alleen om stoffen te verfraaien, maar mensen -voornamelijk vrouwen- hebben er gebruik van gemaakt om hun stem te laten horen en hun kijk op de geschiedenis te tonen.

Van het Tapijt van Bayeux tot in deze tijd hebben mensen hun verhalen en levens zichtbaar gemaakt door te borduren. Soms heel fijntjes, met gebruik van exclusieve stoffen en zijden draden. Anderen gebruikten ruwe jute en katoen of wol om hun verhaal te vertellen. Prinsessen, boerenvrouwen, gevangenen, allemaal uitten ze hun emoties met naald en draad.

Het is geen boek om in één adem uit te lezen. Daarvoor komen te veel dingen aan bod. Maar ik zocht ook veel werk op internet op, omdat het zien van het werk in kwestie zo veel verduidelijkt.

Clare Hunter schrijft prettig en heeft een grondige kennis. Dus een aanrader voor wie geïnteresseerd is in geschiedenis en handwerken.

Boek

Janet Skeslien Charles: De Franse boekenbrigade

Het boek “De Franse boekenbrigade” van Janet Skeslien Charles beschrijft een deel van onze geschiedenis, die niet al te veel aandacht heeft gekregen.

In de eerste wereldoorlog waren er een aantal Amerikaanse vrouwen die zich het lot van de Franse bevolking aantrokken en hulp gingen bieden. Ondanks bezwaren van hun familie.

Ze betrokken ze een kasteel in Blérancourt, van waaruit de hulp werd geboden. Hun organisatie, die CARD werd genoemd, kreeg te weinig aandacht. De vrouwen gingen gekleed in lichtblauwe uniformen, die duidelijk maakten dat ze vredelievend waren.

Het boek berust op werkelijkheid, al vond ik het soms iets te veel fantASIE. Ik miste duidelijkheid over hoe en waar ze hulpgoederen konden kopen. Er moeten heel veel problemen geweest zijn, maar die kwamen niet zo uit de verf.

Al met al toch een boek dat het waard is om te lezen, alleen al omdat ik vind dat de geschiedenis meer recht mag/moet doen aan het vele werk dat door vrouwen, onder barre omstandigheden, werd verricht. En ook nu zetten vrouwen zich in voor hulpbehoevenden en ook zij verdienen onze aandacht.

Portretten

Vorige week gingen Leo en ik naar het Fotomuseum in Rotterdam. Daar is altijd wel iets te bekijken, maar dit keer gingen we speciaal voor de tentoonstelling “Je moest eens weten”.

Fotografe Cigdem Yuksel maakte prachtige portretten van Turkse vrouwen die in de jaren 60 en 70 naar Nederland kwamen. Naast de portretten waren foto’s uit hun familiealbum te zien en vertelde elke geportretteerde iets over haar ervaringen. Soms was dat een film, meestal een opgetekend verhaal.

Ze kwamen uit alle delen van Turkije, ze spraken de taal niet, misten hun familie, het dorp of de stad waar ze woonden. Ze werkten hard, als fabrieksarbeidster, schoonmaakster en voedden hun kinderen op. Maar altijd maakten ze er het beste van. Een prachtige tentoonstelling, met ontroerende verhalen van sterke vrouwen.

Daarom

Bron: Google foto’s

Ik weet niet of er iemand van wakker ligt, maar waarom zitten de leuningen van wenteltrappen in middeleeuwse kastelen en kerken altijd aan de rechterkant?

Die gebouwen moesten vrij van vijandige elementen blijven. Dus als een ridder al binnen was gekomen, moest hij ook nog eens de wenteltrap naar boven nemen. Met een lang zwaard in zijn rechterhand, dat hem dan danig in de weg zat. En ook naar beneden is een zwaard dan een hinderlijk iets. voor een beetje ruimte moest je in de buitenbocht gaan staan en kom je in het blikveld van de tegenstander.

Zou het echt waar zijn? Ik weet het niet, maar ik haalde deze informatie van onze scheurkalender. Voor gidsen natuurlijk altijd leuk om te vertellen. Een onnuttig weetje, maar wel grappig.

Dakconstructie

Ja, en dan ga ik nog weer een keer terug naar Zutphen. Want ik heb nog niet alles laten zien van wat me daar opviel.

Na het bezoek aan het stadhuis konden we ook een blik werpen in de raadszaal. Die ligt tegenover het stadhuis en dateert van van (geloof ik) 1448. Het was oorspronkelijk een vleeshal, want vlees mocht niet in de openlucht verkocht worden. Ja, toen al wist men van reinheid en gezondheid.

Maar na verloop van tijd veranderde de bestemming van deze zaal. In de 20e eeuw had men -in de wijsheid van toen- “verbeteringen” aangebracht, onder andere in de vorm van een recht en duidelijk kunststoffen systeemplafond….! Gelukkig is dat er inmiddels uitgesloopt en kwam dit fraaie spantenwerk aan het licht.

Wie goed kijkt, ziet dat zo’n dak eigenlijk een omgekeerd scheepsmodel is. Niet verwonderlijk, want de bouwers maakten ook schepen.

We waren blij dat we dit ook nog konden bekijken. Zo iets moois, zonder computers of digitale tekeningen maken, dat is vakwerk. En dat moet bewaard blijven, vind ik.

Walburgiskerk

Natuurlijk konden we bij ons gidswandeling door Zutphen niet voorbij gaan aan de Walburgiskerk.

Die herbergt twee zeldzame bezienswaardigheden. In een zaal, afgesloten door een stevige rode houten deur, bevindt zich de Librije. Een echte bibliotheek met zeer oude en kwetsbare boeken.

De bibliotheek stamt uit 1564 en was destijds al een openbare bibliotheek. Maar er verdwenen te vaak boeken, dus legde men ze aan de ketting. In Europa is nog maar één vergelijkbare kettingbibliotheek te vinden, in Italië.

Men kan de librije wel bezoeken. Op aanvraag en met maar een beperkt aantal mensen. Misschien zetten we dat voor een volgend keer op het programma.

De andere bijzonderheid in de kerk was de enorme kaarsenkroonluchter. De luchter werd gemaakt rond 1395 en is één van de zes Jeruzalemluchters die in Europa te vinden zijn.

Op de luchter staan Jezus, Maria en de twaalf apostelen uitgebeeld, een eenhoorn, maar ook taferelen over de jacht, een minnend paar. Maar nog veel meer details waarover zoveel over te vertellen is. Want in de Middeleeuwen had niet iedereen de beschikking over boeken en werd informatie overgedragen via dit soort voorwerpen.

Op de foto komt de luchter niet zo fraai tot zijn recht en het ontbrak ons ook aan tijd om hem goed te bekijken. Een reden te meer om nog maar eens terug naar Zutphen te gaan.