Warm….

Nou ja…, had ik het helemaal nog niet over de warmte gehad. Want warm was het, de afgelopen dagen. Het kwik in onze kamer steeg naar 31,5 graden, een absoluut record. Wat deden wij? Nou, niet zo veel. Zitten, langzaam aan naar de keuken, koel water tappen en dan weer zitten. Lezen, computerspelletje spelen, lui zijn. Te warm om iets te doen. Zelfs koken vond ik een opgave, dus aten we vooral salades met veel groente. En ik haakte af voor de wandeling, zoals bijna iedereen van de wandelgroep.

Bron: Google foto’s

Maar eigenlijk vond ik al die heisa over de temperatuur een beetje overtrokken. We hebben natuurlijk ook genoeg tijd en te weinig zorgen om ons hier mee bezig te houden. Want toen de temperatuur het nu verbroken record haalde (23 augustus 1944) was er wel wat anders om je druk over te maken. Er was geen ijs te koop, geen stroom dus ook geen airco, weinig voedsel en slechts op bonnen te verkrijgen. En dan zijn er ook geen berichten over ouderen die met hun voeten in een koel waterbadje zitten en aan ijsjes likken. Geen foto’s van drukke zwembaden of strandmeertjes. Geen leuke plaatjes van frisse jonge meiden in een kekke bikini.

Wel was er een wrede bezetter in ons land, die weinig plezier toeliet. Die doodvonnissen liet uitvoeren, de bevolking onder de knoet hield. En dan wordt je interesse in de temperatuur danig bekoeld. Zelfs zonder airco. Want een vluchtige zoektocht in de kranten bij Delpher leverde op 24 augustus 1944 geen enkel bericht over het warme weer op. Dat is dus andere koek 😉

Strandwandeling

Vorige week gingen de Ganzen van de Ganzenpas naar Hoek van Holland. Dat was al eerder gepland, maar toen strooide de regen roet in het eten.

Nu was het perfect strandwandelweer. Zo nu en dan een matig zonnetje, wat wind en een aangename temperatuur. Het zou een wandeling van slechts enkele kilometers worden, maar aan het eind hadden we toch aardig wat stappen gezet omdat er zo nu en dan wat afgeweken werd van de route. Maar wie maalt daarom als het gezellig is, er zo nu en dan wat te drinken en te eten is.

Het eerste deel liepen we over het strand en daar zag ik deze grote zakken staan. Daar is een flinke haard mee te vullen, al vermoed ik dat er zo nu en dan ook gewoon een leuk vreugdevuur mee gemaakt wordt.

In de duinen zagen we regelmatig grote stukken met deze planten staan. Een distelsoort, dat was wel duidelijk. Een kogeldistel wist één van de mede-wandelaars te melden. Ze had hem in de tuin gehad, omdat hun straat zo heet. Maar in Rotterdam mist die plant de zoute zeewind en had dus het loodje gelegd. Hier toonde ze zich gelukkig in volle glorie.

En dan weer met de bus terug naar Rotterdam. Konden we meteen een beetje uitrusten van de wandeling 😉 😉 😉

Toch niet gekker…?

Na het kunstgras is er nu ook, ja echt, een kunst-heg te koop. Altijd groen, altijd even hoog, netjes geknipt, verliest geen bladeren. Een uitkomst voor de luie tuinier. Kan ie toch in de schaduw liggen en hoeft ie zijn stoel niet meer uit te komen.

Ja makkelijk dat wel. Maar of we hier nou op zitten te wachten? Zo’n heg haalt het natuurlijk nooit bij het frisse groen van een levend exemplaar. Okay, hij wordt ook niet kaal. Maar het is toch een leven- en zielloos wangedrocht. Net als kunstgras of een tuin vol met alleen maar tegels.
En denk eens in wat een stof er in zal gaan zitten. Dat levert dan weer nieuwe problemen op, daar kun je op wachten. Of nee, dan zetten ze er natuurlijk een flinke spuit kostbaar drinkwater op.

En als ze hem zat zijn…? Dan mieteren ze hem in de kliko. Och och, wat een verarming voor de natuur.
Geef mij maar zo’n leuke groene groeiende heg. Liguster, haagbeuk, meidoorn of hulst, maakt me niet uit.
Als het maar leeft!

Robbeneiland

Denk nou niet dat ik even naar Zuid Afrika ben geweest, want dit is Robbeneiland, vlakbij Rotterdam

Want in dat grote, drukke en industriële Maasvlakte-gebied ligt dit eilandje. De eerste opzet was een plek te maken voor grote tankers om aan- en af te meren. Dat werd de Nijlhaven. Maar waarom dan niet meteen iets wat meer aantrekkelijks te maken? En zo werd het piepkleine eilandje voorzien van een strand en wat gras. De rest moest de natuur zelf doen en dan maar hopen dat er wat leven zou komen. En dat kwam er. Vogels vonden het wel een geschikte plek, maar ook de zeehonden die rond de Maasvlakte zwemmen liggen er graag. Bij een beetje gunstige wind en wat zon zijn het er heel wat. Wij spotten er meer dan tien! Het eilandje is niet toegankelijk, maar er varen wel regelmatig schepen voorbij. De zeehonden houden al dat verkeer nauwlettend in de gaten en zodra een schip iets te dichtbij komt floepen ze allemaal het water in.

Beestjes kijken…

Afgelopen week waren we twee keer op stap doordat we een prijs hadden in de Postcodeloterij. Dinsdag gingen Leo en ik naar Ouwehands Dierenpark in Rhenen. We waren daar al eerder, maar nog niet nadat de panda’s er kwamen.

Het was heerlijk weer, niet te warm en niet te koud. Dus na een kopje koffie starten we met de plattegrond in ons hand. Ouwehands is prachtig aangelegd. Je loopt vrijwel voortdurend tussen bomen en overal staan uitbundig bloeiende bloemen en heesters. Dat maakt dat de dieren ook zeer op hun gemak lijken. Natuurlijk komen we ook vaak in Blijdorp, maar zo’n andere dierentuin heeft ook weer andere dieren. En daar kun je dan weer hogelijk over verbazen. Want deze parelhoenders zijn zo mooi getekend, ongelofelijk!

Het aquarium was ook beslist de moeite waard. En ook daar verbaasden we ons over al die kleuren en vormen, ontdekten we Nemo zonder al te veel problemen en we waren blij dat we sommige creaturen met glas er tussen tegenkwamen.

We gingen natuurlijk ook naar de panda’s, die zeer luxe leven in een mooi Chinees gebouw. Eén panda sliep binnen en was te saai om te bekijken, maar de andere zat buiten boven op een afdakje en vrat bamboe na bamboe onder luid geknaag. Zo te zien was hij of zij (?) zeer te spreken over het verblijf en de voor-zieningen.

In het Berenbos, spotten we grote bruine beren, die er schattig uitzien maar toch wat minder aaibaar zijn dan Teddy doet vermoeden. Wat ons verder opviel, was dat er voor kinderen zoveel leuke dingen te doen waren. Niet alleen dieren begluren, maar ook op avontuur over touwladders, wiebelbruggen en nog veel meer. Wij namen natuurlijk het gewone pad, voor onze leeftijd al meer dan avontuurlijk genoeg 😉 Al met al was het een heel gezellige dag!

Rood…

Ik ben niet de enige die telkens weer met zo veel plezier kijkt naar de bloeiende bermen. Hier in Rotterdam-Ommoord ziet het in het voorjaar geel van de paardenbloemen.

Maar nu staan de bermen weer vol met van alles en nog wat. Maar vooral de klaprozen vallen op. Knallend rood staan ze te wiegelen in de wind.

Haan

Je woont in de stad en bent alle drukte moe. Je koopt een klein landelijk gelegen huisje, ergens op een wat stil eiland. Dat moet toch heerlijk zijn? Maar nee, want nu word je niet meer gestoord door al het verkeer, maar zoemen de bijen, krijsen de vogels, blaft er zo nu en dan een hond en oh, toppunt van ergernis, ’s morgens vroeg kraait er een haan. Dat stoort de bewoners van het vakantiehuis, wanneer ze daar een paar maal per jaar enkele weken doorbrengen. Stil moet het zijn, doodstil.

Maar wat is stil? Mag er dan helemaal niets te horen zijn? Moeten de bomen weg, want daar speelt de wind doorheen en ruisen de bladeren. Moet het riet weg, om dezelfde redenen? Moet de hond het erf af, omdat die blaft als er iemand voorbij komt? Of vervangen we hem door een op beweging reagerende sirene? En de ganzen, eenden, merels, roodborstjes, koolmeesjes? Mogen die ook niet meer zingen? Mag de postbode nog wel in zijn gele autootje (het hele geval speelt in Frankrijk) langskomen of moet hij zijn route aanpassen?

Het is gelukkig allemaal ver van mijn bed, dus wat zal ik me er aan ergeren. Toch steekt het me dat mensen, die natuurlijk allemaal hun eigen kabaal produceren, soms zo onverdraagzaam zijn en de realiteit uit het oog verliezen. Er loopt inmiddels een rechtszaak, want de Fransen nemen het hoog op. De haan krijgt het meeste krediet. Ik hoop dat de bewoners van het vakantiehuis op tijd beseffen dat de natuur en haar geluiden horen bij het leven. Stilte, absolute stilte, die hoort -helaas- alleen bij de dood.

Boom

Wanneer ik naar de metro loop, kom ik langs een flinke en mooie boom. Er staan in mijn wijk duizenden bomen, maar dit is een bijzondere. Het is een Liriodendron tulipifera ook wel “tulpenboom” genoemd. Hij bloeit op dit moment en de bloemen lijken een beetje op, ja juist, tulpen. Je moet natuurlijk wel even naar boven kijken om de gele bloemen tussen de bladeren te zien. Dat blad lijkt ook een beetje op een tulpenvorm en is nu mooi groen, maar verkleurt in de herfst naar prachtig geel. Het kan een flinke boom worden, zo’n 20 tot 30 meter hoog. Ik weet precies waar hij staat en kijk er altijd met extra aandacht naar. Toch mooi zo’n bijzondere boom in de buurt…!

Stormschade

Het klimaat blijft ons verbazen. Was het vorig jaar veel te droog, vorige week kwam de regen met zoveel bakken uit de hemel dat in Rotterdam diverse straten blank stonden. En bij tijd en wijle stormde het ook nog eens behoorlijk. Kijk maar naar deze wilgenboom. De takken zijn er als luciferhoutjes afgetrokken.
In Frankrijk, onder andere in de Ardèche, was het nog ruiger. Daar woedde in heel korte tijd een enorme storm met hagelstenen als duiveneieren. Marthy’s prachtige tuin met veelbelovende fruitoogst ging bijna ten onder aan de storm. Al het werk naar de knoppen en een in en in triest gezicht als het zo op de foto’s ziet.

Honing

Tijdens onze vakantie op Zakynthos ontmoetten we een man, die ons zijn honing wilde slijten. Hij bracht zijn producten enthousiast aan de man en vertelde dat echte honing niet oplost in water. Het water wordt niet zoet, maar blijft gewoon … water. We hadden de proef nog niet op de som genomen.

Vorig jaar bracht onze jongste een pot honing mee van zijn fietsvakantie naar Berlijn. Echte Berliner Lindehonig. Een stevige honing, die met een lepel uit de pot moet schrapen. Heerlijk.

Maar hoe zuinig we er ook mee omgingen, uiteindelijk was de Berlijnse honing op. Ik wilde de pot omspoelen en schoonmaken. O ja, even testen! Water in de lege pot, een paar keer hevig schudden en…?

Jazeker, dat water werd niet zoet, maar bleef gewoon naar water smaken. De Griekse imker had dus gelijk.