Het is weer de tijd om te zaaien. Wonderlijk vind ik dat altijd. Je stopt mini korreltjes in de grond en later groeit er iets uit.
Dit jaar hoop ik te kunnen genieten van grote oranje afrikanen, snoeptomaten, basilicum en nog wat andere planten.
Ik heb geen kasje, dus moet ik wel een beetje improviseren met potjes op de vensterbank of ergens in huis. Ook moet ik me inhouden wat het aantal potjes betreft, want het heeft geen zin om straks met een overdaad aan planten te zitten en die dan in de kliko te moeten gooien.
Maar vorige week ging ik aan de slag en wie schetst mijn verbazing dat er al na enkele dagen wat sprietjes van de afrikanen op kwamen. Als die zo door blijven gaan, kunnen ze straks de concurrentie aan met de zonnebloemen. Ik volg het nieuwsgierig.
Er zijn mensen die dwarsig van nature zijn. Maar dat je ook planten hebt die zulke trekjes vertonen, dat wist ik niet.
Want een beetje dwarsig is deze krokus toch? Ligt er een hele border vol gezonde en vruchtbare grond, ruimte zat om veilig te groeien. En wat doet dit exemplaar?
Die steekt zijn paars-witte kopje dwars tussen twee grote grindtegels door. Nauwelijks ruimte voor een bloem, nog minder voor wat bladeren. En dan ook nog de enige paars-witte naast een hele verzameling dieppaarse soortgenoten.
Iemand zei eens dat je de bloemen krijgt die je verdient…. Doordenkertje!
Het voelde al vele dagen als lente. In de tuin schieten de krokussen uit de grond. De sneeuwklokjes zijn al een beetje aan het verwelken.
Maar voor mij begint de lente pas echt, als ik speenkruid heb gezien. Vorige week, langs de Rotte, viel mijn oog ineens op dit ene gele bloemetje. Nou ja, een speenkruid maakt… Maar later zag ik een heel veld langs de sloot.
Een paar weken geleden schreef ik over Iris Scheffers, die tijdens haar dagelijkse wandeling opruimt. De rommel van anderen, die alles in de natuur laten liggen, raapt zij op en levert het in.
Iris zette deze week op Facebook een berichtje, dat ze een nieuw plan heeft. En voor iedereen die geen FB (meer) gebruikt, zet ik de tekst hier onder:
I HAVE A DREAM! “Denk groot, start klein…Gisteren tijdens mijn ‘puin-ruim’ wandeling ontstond opeens dit idee: Op zaterdag 20 maart begint de lente en wil ik heel graag iets doen voor de natuur, mét jou! Ik zou het heel tof vinden als we met elkaar op die dag een uurtje pakken om te gaan ruimen. Gewoon in je eigen omgeving of een andere plek waar je graag komt. Neem een zak(je), handschoen en een vuilknijper mee en ruimen maar! Als je dan hiervan een foto maakt, deze op FB plaatst en mij daarin tagt, doneer ik voor elke foto € 1,- aan het Wereld Natuur Fonds. Mijn doel is om minimaal de 100 te halen. Daar moeten we toch dik overheen kunnen! Help je me? Delen mag, heel graag zelfs! Ik hoop dat mijn gezondheidsvirus een mega-bereik gaat krijgen, zodat de natuur weer kan bloeien op haar manier en wij en onze kids in een schone en gezonde omgeving kunnen genieten. Ik hoop echt dat dit een gezonde olievlek gaat worden!”
Het lijkt me een prima idee, waar misschien wel meer aan mee willen doen. Ik heb de datum in ieder geval in mijn agenda gezet en ga in onze buurt aan de slag. Doen jullie ook mee, want alle beetjes helpen.
Puin ruimen dus: op zaterdag 20 maart 2021.
Nog even een knijper zien te bemachtigen, anders wordt het zelfs een extra oefening met al dat bukken om de troep op te rapen 😉
Je zou het bijna niet meer verwachten in deze tijd van techniek en kunststof materialen,, maar wilgentenen worden nog steeds gebruikt om zinkstukken mee te maken.
Vroeger bestonden de zinkstukken compleet uit wilgenhout en riet. Tegenwoordig gebruikt men wel een kunststof weefsel tussen de samengebonden wilgentenen. Maar het blijft toch nog steeds voornamelijk natuurlijk materiaal waar zo’n grote mat uit bestaat.
Dus worden de wilgentenen in de Rhoonse en Carnisse Grienden bij elkaar gebonden en naar verschillende waterwerken vervoerd.
Ook worden er schuttingen van gemaakt. Persoonlijk vind ik die mooier dan de houten exemplaren van Gamma c.s.
En natuurlijk manden worden ook nog gemaakt van wilgentenen. Gelukkig is dit soort ambachten nog niet verloren gegaan.
Gisteren, na het bezoek aan de fysio, reden we door naar Albrandswaard, naar de Rhoonse Grienden. Vroeger waren we daar al vaker geweest. Ik herinner me wandelingen met modderpaden en natte voeten.
Nu is het er wat meer gecultiveerd, met nette schelpenpaden. En het is er nu ook veel drukker. Gelukkig nog niet zo druk dat we besloten terug te gaan.
Er is veel te zien, maar de hoofdmoot van de begroeiing bestaat uit wilgen. Sommige al heel oud aan hun verweerde en grillige staat te zien. En ook al heel vaak geknot. Met dat knotten waren ze nog druk bezig. Overal lagen stapels wilgentenen, al wel samen-gebonden, te wachten op verder transport.
Lekker ruim een uur gelopen in de wind, maar met heerlijke zon. Daar knapt een mens van op.
Volgende keer gaan we er weer wandelen, op zoek naar wat er dan al bloeit en misschien zien we dan ook de bevers, waar een wandelaar ons over vertelde.
Kijk nou toch… Kom je een paar dagen niet op dit pad, staat alles er in eens heel anders voor.
De knotwilgen aan de ene kant hebben hun pruik verloren. Kaal en naakt staan ze te wachten op een beetje zon. Tja…, de wilgenkapper mag nog wel zijn werk doen.
Nou onze eigen mensenkappers nog. Al wil ik wel een wat meer en zorgvuldig gedetailleerde coupe 😉 😉
De sneeuw lokte ons deze week regelmatig naar buiten. Goed ingepakt met handschoenen aan en sjaal om, trotseerden we de vinnige wind.
Het waren geen lange wandelingen, maar toch waren we regelmatig een flinke tijd buiten. Ik ben niet zo’n held in sneeuw of op ijs, want bang om te vallen. Maar met stevige en goed geprofileerde zolen onder mijn schoenen ging het prima. En waar het duidelijk glad was, liepen we heel voorzichtig.
Want wat is het mooi in zo’n wit winter wonderland. Even een ander “www” dan die van laptop of smartphone. Al kwam de smartphone goed van pas als fototoestel.
Ergeren jullie je soms ook zo aan alle troep die her en der in de natuur ligt. Ik kan maar niet begrijpen dat mensen spullen vol mee sjouwen en dan de lege blikjes, flessen en verpakkingen achter hun kont in de natuur laten liggen.
Dat begrijpt Iris Scheffers ook niet. Ik kwam haar vorige week tegen tijdens een wandeling. Ze sjouwde met een grote zak lege blikjes. We raakten in gesprek en ze vertelde dat je zo’n zak bij de gemeente Rotterdam kunt ophalen en er dan zo’n handige grijpstok bij krijgt. En dan is de achterliggende gedachte natuurlijk dat je die grijper gaat gebruiken en die zak vol met vieze troep vult en in de kliko gooit.
Ik vind dit wel een heel mooi voorbeeld. Want als je Iris aan het werk ziet gedurende haar wandeling, dan zul je je rommel niet op de grond gooien. Zelf heb ik zo’n zak (nog) niet gehaald, want ik laat nooit rommel in de natuur achter.
Maar voor wie het nog wel doet, neem voortaan je troep gewoon weer terug in je tas. Het is tenslotte leeg, dus zwaar is het allerminst. En dan thuis alles in de vuilnisbak, waar het hoort. Of in de tas voor het statiegeld, nog beter.
Want al duurt het nog tot 1 januari 2023, blikjes worden straks ook geleverd met statiegeld. Je gooit je spaarpot toch niet weg!
Iris meldde me dit nog: als je een mail stuurt naar info@kleurrijkbuiten.nl komt de gemeente de knijper plús een rol stevige zakken bij je thuis brengen. Zak vol? Mailtje sturen en ze pikken ’t thuis bij je op!
De wereld kan op z’n kop staan, er mag van alles gebeuren, veranderen of verdwijnen.
Maar er is één ding wat nooit verandert. En dat is de natuur. Wat voor malle strapatsen we ook uithalen, hoe onmogelijk het ook lijkt en wat er ook gezegd of geschreven mag worden. De aarde blijft doordraaien en elke dag gaat de zon op.
En elk jaar wordt het ook weer lente. Vroeg of laat, of het warm is of koud. Ineens staan er sneeuwklokjes te bloeien in de tuin, steken narcissen hun kopjes boven de aarde.
Dat is en blijft altijd zo en dat is altijd weer hoopvol.