Voedseltuin

Al een paar maanden geleden was ik er langs gelopen en toen we laatst weer naar het Oogziekenhuis moesten kwam ik er weer langs. Midden in een nogal groenarme wijk ligt de Habitattuin. Een tuin bestaande uit een aantal flinke bakken, met daarin allerlei planten die voedsel leveren aan bijen en andere insecten.

Het was niet echt meer tuinseizoen en alles leek daardoor een beetje triest. Maar wanneer de planten weer opkomen en alles gaat groeien en bloeien zal het een heel ander gezicht zijn.

Wat verder zoeken op internet leerde me dat in de bakken ook veel planten staan die als “eetbare apotheek” zouden kunnen dienen. Want allerlei onkruiden die we vaak bestrijden, kunnen ons de nodige vitamines en mineralen leveren. En waarom zouden we daar geen gebruik van leren maken?

Ik vind zoiets altijd heel inspirerend en hoop dan ook dat dit nog verder uitgewerkt en hopelijk uitgebreid gaat worden.

Vlakbij verrijst een nieuwe woontoren, die ook al zo hoog wordt als in Rotterdam op dit moment gebruikelijk is. De bewoners zullen vast wel blij zijn met wat meer groen voor de deur.

Trainen

Het was lekker wandelweer en dus kwamen de Ganzen weer eens bijna allemaal bij elkaar. We liepen richting Rotte en staken de Rottebanbrug over. Daar wandelden we richting het Hoge Bergsebos. Maar op dit moment wordt er in die buurt hard gewerkt aan een nieuwe weg, met een tunnel onder de Rotte door. Daardoor bleek het pad wat we normaal namen nu versperd te zijn.

Ach, flexibel als we op onze ouwe dag nog zijn 😉 namen we dus een ander pad. En dat hebben we geweten, want na alle regen stonden daar overal plassen en niet zulke kleintjes ook. Terugkeren of doorlopen. We kozen het laatste en daardoor moesten we nogal eens door flinke stukken glibberige en zacht sompige modder banjeren. Natte wandelschoenen, vieze sokken, broeken die meteen in de wasmachine zouden moeten. Het werd een heel avontuur, maar met elkaar bleef het toch gezellig en kletsten we heerlijk bij.

Eenmaal weer bij de Rotte gekomen, moesten we nog een heel stuk voordat we weer bij de brug waren en op huis aan konden gaan. Onderweg kwamen we langs een parkeerplaats, waarop een enorme macht aan politie stond. Nieuwsgierig keken we en ontdekten dat er driftig getraind werd.

Bomen beklimmen, iets met lange houden palen en hoe komen we over de sloot. Nou, dat laatste ging vaak goed. Maar diverse agenten haalden toch een nat pak.

En wij liepen sinds lange tijd weer eens een flink stuk. Hadden ook de Ganzen hun training gehad 😉

Er even tussenuit

We hadden het een paar weken geleden reuze naar onze zin in Sibculo. Alleen het weer werkte niet erg mee. Maar dat kan gebeuren. Ach, een paar dagen rustig aan is helemaal niet erg.

Gingen we dan helemaal niet weg? Natuurlijk wel! Maar we vinden er niks an als het miezert en alles klam en nat is. En met een grijze lucht worden die foto’s er ook niet fraaier op. Dus maakten we wel wat kortere wandelingen.

We bezochten ook een paar dorpen in de omgeving, zoals Vilsteren, Ommen en Beerze. Als het even droog was, stapten we uit de auto en liepen wat. Maar te vaak werden we door de regen weer teruggeleid.

Vlak bij Sibculo ligt het natuurgebied De Engbertsdijkvenen. Een gebied met het nog zeldzame hoogveen, plassen en uitgestrekte heidevelden. En daar wandelden we wel een paar keer en kon ik gelukkig toch nog wat foto’s maken.

Maar wie weet gaan we nog een keertje terug…

Opvallend

Deze jonge rups ziet er opvallend en een beetje afschrikwekkend uit. Die grote ogen zijn nep, gewoon een paar doneke vlekken. Maar een vogel zou er van schrikken. Ik denk ik ook 😉

Het is de rups van het Groot Avondrood, een inheemse vlinder in Nederland. Maar wil je dievlinder een keertje spotten, moet je wel ’s nachts op zoek gaan., want het is een nachtvlinder.

En die vlinder is helemaal niet afschrikwekkend, nee eerder eetlustopwekkend.

Je zou er zou een mierzoet snoepje in kunnen zien. Zuurstokroze en een allerliefst beestje.

De natuur is altijd weer verrassend…!

Erg oud

Bij ons laatste bezoek aan het Arboretum Trompenburg liepen we ook nog even de kas in. Dat doen we wel vaker, het is er warm en er staan honderden succulenten in allerlei vormen en maten.

Nu werd onze aandacht getrokken door een opmerking van een andere bezoeker. Bij de uitgang stond een flinke cactus. Maar wat zou er zo bijzonder aan zijn?

Het kaartje bij de plant gaf uitsluitsel. De plant is in wezen niet zo bijzonder, maar haar levensgeschiedenis wel.

In 1926 kreeg Nicole Leemans (toen 8 jaar oud) een cactus cadeau, die ze in een vensterbankkasje zette. Op 10 mei 1944 werd het huis van Nicole gebombardeerd en lag de gewonde cactus op straat. Haar moeder redde de plant en later nam Nicole haar mee naar Blaricum, waar de plant van 1966 tot 2006 stond. De plant werd daarna geschonken aan het Historisch Museum Rotterdam. Dat was geen geschikte plek voor een plant, dus werd een plek gezocht in Arboretum Trompenburg.

En daar staat ze nog altijd. Iets te groot voor de vensterbank. Kijk maar, ik fotografeerde Leo (1,90 meter) ernaast. De plant torent echt boven hem uit.

Het is een wel echte Rotterdamse plant, niet klein te krijgen maar “sterker door strijd”.

Onvoorspelbaar

Het is een oneindig onderwerp van gesprek en je kunt er nauwelijks op rekenen. ???? Ik bedoel natuurlijk het weer.

Tijdens onze vakantie in Twente hoopten we op een beetje mooi weer. Maar wat we voorgeschoteld kregen was grauw, mistig, koud en bij wijlen zelfs onaangenaam.

Maar op de op één na laatste dag stonden we op met zon en een stralend blauwe hemel. Dus besloten we wat vroeger op stap te gaan. Maar nauwelijks waren we op weg of Leo realiseerde zich iets te zijn vergeten. Bij een benzinestation keek hij nog even in zijn rugzak of hij het toch bij zich had. Maar nee…

Hè bah, nou ging net de zon weg. En wat was dat, zag ik dat goed? Ja, het sneeuwde een beetje. Nou ja, natte sneeuw… Leo stapte weer in en reed weg. En ineens zaten we in een hevige sneeuwbui. We reden het dorp in, waar alles al enigszins wit was. Bij een rotonde keerden we en reden terug naar ons huis. Het hield op met sneeuwen en …. kijk nou, stralende zon, helderblauwe lucht. Geen regendrop te bekennen. Op nog geen drie kilometer zoveel weersverandering, het leek een beetje surrealistisch.

Thuis zocht Leo zijn spullen bij elkaar en stopte ze snel in de rugzak. Opnieuw gingen we op weg. En weer doken we de grauwe wolken in. Maar gelukkig, droog bleef het en wandelen konden we dus ook. Al was het echt bitter koud.

Even gewoon

We waren dan wel op vakantie, maar toch niet helemaal afgesneden van de digitale wereld. En zo las ik op Facebook dat Trompenburg Arboretum de lockdown nu helemaal spuugzat was en als protest zaterdag open zou gaan.

Weliswaar met een wat aangepast toegangsbeleid, dat wil zeggen je moest je (digitaal) aan melden en een tijdslot opgeven. Maar gelukkig zonder QR-code.

Natuurlijk meldden Leo en ik ons ogenblikkelijk aan. Want waarom zo’n grote tuin niet open mocht, het was ons altijd al een raadsel.

Toch leek er nog een kink in de kabel te komen, want de burgemeester had laten weten te zullen handhaven. Maar dat bleef gelukkig achterwege. Soms triomfeert in onze stad het gezonde verstand.

Alle bezoekers waren net als wij dolblij weer in het arboretum te kunnen wandelen en te genieten van wat de natuur ons belooft. Want al zien sommige struiken en bomen er nu wat miserabel uit, onder de grond en in de stammen en twijgjes wordt volop gewerkt aan wat er komend seizoen te zien zal zijn.

Op verschillende plaatsen piepten narcissen, krokussen en sneeuwklokjes uit de aarde. Op de takken zag je dikke of iets minder dikke knoppen en de rododendrons konden bijna niet wachten met openspringen. Ja, bijna aan het eind staat er zelfs een die al volop voorjaarspracht vertoonde.

Ach ja, de natuur gaat gewoon zijn gang en laat zich niks gelegen liggen aan onze menselijke regeltjes. En zo hoort het ook!

Toegedekt

Tussen alle moderne en hoge gebouwen, midden in een bruisende wijk, ligt de Historische tuin Schoonoord.

Je stapt de brug over, loopt door het oude hek en… rust! Fladderende en fluitende vogels, eeuwenoude bomen, een verstilde vijver. Je waant je in een buitenplaats. En dat is niet zo gek, want van oorsprong was het dat natuurlijk ook. Een plek buiten de bedompte stegen en straten van het 19e eeuwse Rotterdam te vertoeven. Een plek waar de beter gefortuneerden zich terug konden trekken.

Diverse eigenaren hebben er gewoond en in 1860 besloot de toenmalige eigenaresse de tuin in Engelse landschapsstijl te laten aanleggen. Sommige van de toen aangeplante Libanon ceders en beuken staan er nog steeds.

Het woonhuis bestaat niet meer, maar de tuin is overgedragen aan de Gemeente Rotterdam en is opengesteld voor publiek.

Wanneer werd deze Gunnera aangeplant? Ik zou het echt niet weten, maar gezien de omvang moet het al een vrij oude plant zijn. ‘s-Zomers vormen de geweldige bladeren een absoluut spectaculair hoogtepunt.

Maar Gunnera is niet winterhard en moet dus beschermd worden. En dan is het toch handig dat de plant zelf voor zijn eigen dekentjes zorgt. Moeder Natuur weet het wel….!

Te vroeg?

Sneeuwklokjes, die zijn toch de eerste bloeiers van het nieuwe jaar. Maar dan nu al? Wat is er met die bloemen aan de hand.

Ik was hoogst verbaasd deze sneeuwklokjes nu al te zien. Ik dacht meteen dat die klimaatopwarming dus wel eens meer waar zou kunnen zijn dan ik dacht.

Maar gelukkig, er is altijd wel iemand die net iets meer verstand van bloemen en planten heeft. En zij vertelde me dat er ook heel vroeg bloeiende soorten sneeuwklokjes waren. En daar zou deze dan wel een exemplaar van zijn.

Daarmee is het raadsel voor mij dus opgelost.

Gelukkig, er is al genoeg om aan te twijfelen in deze wereld.

In onze tuin staan ook sneeuwklokjes en meestal is er één die op 1 januari net boven de grond komt. Dat is en blijft dan toch de enige echte.