Dat groeit

Van Marijke kreeg ik een grote bol, die ik niet zo 123 herkende. Het was een flink uit de kluiten gewassen Amaryllis-bol.

Ze vertelde dat ik hem niet in een pot met aarde hoefde te zetten. Hij kon zo op een schaal, zonder water. Alleen een beetje sproeien zo nu en dan. En later maar een klein beetje water onder in de vaas.

Zo gezegd, zo gedaan. Eerst had ik een wat kleiner schaaltje, maar daar dreigde hij om te vallen. Dus werd het deze blauwe vaas.

En al na een paar weken zag ik hem groeien. Drie stengels kwamen naar boven, met flinke knoppen. Nu is er één stengel uit. Al vijf grote rode bloemen zitten er aan. En de tweede stengel belooft ook binnenkort uit te komen. Stengel drie is nog een beetje klein, maar daar heb ik ook vertrouwen in.

Inmiddels weet ik dat de bol na de bloei in een pot met aarde en naar buiten kan. En dan hoop ik dat hij overblijft, zodat ik er volgend jaar weer van kan genieten.

Wandelen

Die heerlijke zomerse temperaturen, de zon, het hield nog niet op. Alle plannen voor zaterdag werden even opzij gezet en veranderd voor een wandeling naar Trompenburg Arboretum.

Ook daar naar toe is de metro de beste keuze. Dan een gezellig loopje door een fijne en mooie wijk, waar ook altijd van alles te zien is.

Bij Trompenburg was het redelijk druk, er stond zelfs een rij voor de kassa. Maar gelukkig is er zo veel ruimte, dat je toch heerlijk rustig kunt wandelen. Bij de volière was er zelfs nog plaats genoeg in de zon. Voor ons was het zelfs lastiger om wakker en alert te blijven dan zachtjes aan weg te soezen 😉

Snelbuffet

Toen we vorige week wandelden, ontdekten we een grote boom met vruchten. Het leken wel kersen, dikke rode kersen, maar het bleek een kornoelje te zijn.

Verderop zagen we er nog meer, die allemaal tussen andere bomen en struiken stonden.

Maar aan het eind van de wandeling stond zo’n boom net naast het pad. En dat pad was bezaaid met het fruit.

We moesten goed uitkijken waar we liepen. Want de vogels hadden er ook al lucht van gekregen en zich tegoed gedaan aan al dat lekkers.

Snelbuffet, zal ik maar zeggen.

Cadeautje

Met Pasen kwam onze jongste zoon een beetje lacherig binnen. Uit zijn rugzak haalde hij een katoenen tas van de blauwe super. “Ik heb een cadeautje meegebracht”, zei hij en maakte de tas open. Er in zat iets donkers in, ondefinieerbaar zo op het eerste gezicht.

“Ja, het is een beetje raar cadeau. Eigenlijk is het een tas vol poep.” We keken verbaasd, wat is dat nou…? Het was wormencompost, die hij had verzameld in de wormenton op zijn balkonnetje.

Ik deed de compost in een bloembak en wilde later bloemen zaaien. Maar nog voordat ik daar de gelegenheid voorhad, stond de bak vol jonge plantjes. En wat dagen later bleek dat het merendeel tomatenplanten waren.

Daarop besloot ik de natuur zijn gang te laten gaan. Al eerdere jaren had ik tomaten gezaaid, maar nauwelijks iets geoogst. Nu maar kijken wat dit zou opleveren.

En vorige week kon ik de eerste twee tomaatjes oogsten. Eerlijk gezegd, een super oogst is het ook dit jaar niet geworden. Maar ik heb er dan ook niet al te veel zorg aan besteed. Niks opgebonden,niet gediefd en soms te weinig, soms iets te veel water. En dan toch nog een schaaltje vol heerlijke tomaten.

Dubbel cadeautje, van zoonlief en van de natuur zelf.

Bomen

Vorige week kreeg ik het boek “Trompenburg, Tuinen & Arboretum Rotterdam”, een flink formaat boek over -hoe kan het anders- Arboretum Trompenburg.

We komen er vaak en met veel plezier, want er is altijd veel te zien. De tuin is al heel oud en er staan dan ook heel wat oudere en echt volwassen bomen. De schrijver Ger Fortgens, is meer dan 31 jaar lang verbonden geweest aan de tuin en heeft er met hart en ziel als hortulanus gewerkt.

Het boek leest prettig en geeft een schat aan informatie over bomen, struiken en planten die men in Trompenburg kan vinden. Maar ook over het belang van het zoeken naar de juiste standplaats voor een boom of plant, over vermeerderen en nog veel meer.

In een stad als Rotterdam dreigen bomen vaak het onderspit te delven, want… Ja er moet zoveel gebeuren. Riolering verlegd, straten verbreed of aangelegd. Bomen kunnen in de weg staan en dan wordt soms maar besloten tot het kappen of verwijderen ervan.

Maar juist bomen en planten zorgen voor een betere atmosfeer, de stad wordt er koeler van en de lucht zuiverder. Hopelijk houdt men daar in de toekomst goed rekening mee. Want voordat een boom tot volle wasdom is gekomen, zijn er al gauw een paar decennia voorbij.

Skippybal

Bij mij staat/ligt een grote skippybal op zolder. Al een tijdje gebruik ik die niet meer, maar ik heb er met succes oefeningen op gemaakt voor een steviger knie. Dat je zo’n ding ook nog voor andere zaken kunt gebruiken, wist ik niet. Totdat ik Het Natuurblad van De Natuur- en Vogelwacht Biesbosch las.

Bron: Google foto’s / Flow Magazine

Ik vat het artikel hier kort samen. Jammer genoeg is het niet elders op internet te vinden. Wie het hele artikel wil lezen, klikt hier voor een foto.

Zo’n bal is heel handig om het nest van een visarend te beschermen. Visarenden maken hun nest op grote hoogte in bomen, maar ook soms in een hoogspanningsmast. Wanneer aan zo’n mast werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, behoort het nest verwijderd, opgeslagen en na afloop van de werkzaamheden terug worden geplaatst. Eenvoudig op papier, lastiger in de praktijk.

Maar er is altijd wel iemand die een oplossing bedenkt. Want nu wordt een nest wat in de weg ligt, weggehaald, in een skippybal gelegd en met touwen en netten “even” verderop geplaatst.

De werkzaamheden kunnen dan worden uitgevoerd, want de visarend kan veilig in en van zijn nest. En als de weersomstandigheden werken aan de mast verhinderen, blijft het nest toch bereikbaar voor de visarend. En zijn de werkzaamheden afgerond, wordt het nest weer uit die bal gehaald en zoveel mogelijk op zijn oude plek terug gelegd.

Nou ja, zo heel simpel zal het in de praktijk niet zijn. Maar op deze manier wordt de visarend niet al te veel gestoord en de stroomvoorziening blijft gewaarborgd.

Mooi staaltje natuurbescherming.

Ganzen

Toen we vorige week wandelden langs de Zevenhuizerplas, zagen we maar heel weinig zwanen. Dat was vorig jaar wel anders. Soms zaten er meer dan 30 zwanen bij elkaar. Nu konden we er maar een stuk of vier ontdekken.

Ook zagen we nauwelijks Nijlganzen, terwijl in andere jaren er zoveel waren. Gek is dat toch, het ene jaar een massa van de ene soort en het andere jaar is bijna geen een.

Maar toen we bijna bij de boulevard waren, ontdekten we weer ganzen. Ditmaal geen Nijlganzen, maar -als ik het goed heb opgezocht- rotganzen. Die naam danken ze aan hun geluid.

Ze komen uit Siberië en overwinteren hier of nog wat verder westwaarts in Groot Brittannië.

Of dit al overwinteraars zijn, weet ik niet. Het leek me nog een beetje vroeg. Misschien gingen ze al kwartier maken…

Mimicry

Wie dit vindt op de vensterbank in de tuin zal het in eerste instantie willen wegvegen. Waarschijnlijk een weggewaaid takje of zo. Weg met die rommel…

En dan schrik je, want het beweegt en fladdert weg.

In dit geval van de Wapendrager, een nachtvlindersoort.

Mimicry heet dat. De natuur die zich verschuilt in een heel ander vorm. De natuur zet ons vaak voor grote raadselen en weet zich op fenomenale wijze te vermommen.

Het beestje zat niet in onze tuin, maar werd een paar dagen geleden gespot door Rob Rijkers. Hij zette de foto’s op Facebook.

Krachtig

Vorige week wandelden de Ganzen een wat andere weg. Het had gestormd en er lagen tientallen flinke takken op de grond.

En toen zag ik dit. Een cichorei, die tussen de stenen was opgekomen. Een geen eenling, maar op diverse plaatsen zagen we de bloemen tussen de bestrating door.

Nog allemaal fier rechtop, geen spoor van omgewaaid door de storm. Dat is iets waar ik me altijd over kan blijven verbazen.

Dat sterke takken het loodje leggen, maar dat zo’n plant dan gewoon overeind blijft. Kracht van de natuur.

Wintervoorraad

Bron: Facebook / National Geographic

Mensen bouwen voorraadschuren, maar spechten doen het anders.

Die hakken gaten in een boom en verstoppen daar hun noten in. Dat moet wel stevig, want anders zijn er te veel kapers op de kust.

Dus kunnen die noten er niet zo gemakkelijk uitgetrokken worden, want elke noot heeft een prefect uitgehakt holletje.

En na een aantal weken of maanden zwoegen heeft de ekster een wintervoorraad om van te smullen!

Dat vind ik nou een prefect staaltje van de kracht van de natuur.