Onderstaande tekst las ik afgelopen vrijdag in NRC Next. Het artikel ging over de op staande voet ontslagen topman van de NS en zijn kansen op een nieuwe baan.
Bedoelde de journalist nou dat ie de pot op kan? Of was hij een streepje vergeten?
Onderstaande tekst las ik afgelopen vrijdag in NRC Next. Het artikel ging over de op staande voet ontslagen topman van de NS en zijn kansen op een nieuwe baan.
Bedoelde de journalist nou dat ie de pot op kan? Of was hij een streepje vergeten?
Een internationaal bedrijf nam een groepje kannibalen in dienst. “Jullie maken nu deel uit van een team”, zei de manager in zijn welkomstwoord. “Verpest de boel nou niet door collega’s op te gaan eten.” Dat beloofden de kannibalen. Een maand later kwam de manager weer naar hen toe. “Iedereen is zeer tevreden over jullie werk. Alleen, we zijn een secretaresse kwijt. Weten jullie daar iets van?”
De kannibalen schudden hun hoofd. Nadat de baas weg was, richtte het stamhoofd zich tot zijn stamgenoten. “Stommelingen! Nou eten we al wekenlang managers en niemand die dat opvalt. Maar welke halve gare heeft een secretaresse gesnaaid?”
Als je jong bent, is tijd iets heel anders dan als je ouder wordt. De bevrijding, in 1960 nog maar 15 jaar terug, leek mij toen een eeuwigheid geleden.
En hoe keek je naar je ouders? Ik was een nakomertje, dus mijn ouders waren al stokoud in mijn ogen. Maar mensen van 30, och hemel, die leken toch ook al tamelijk bejaard. Pas later, met zelf kinderen en een leeftijd met meerdere kruisjes, besefte ik dat mijn ouders toen echt nog niet zo bejaard waren als ik dacht.
In de ogen van onze kinderen waren wij natuurlijk ook niet meer zo jong als we ons voelden. Toen jongste op de kleuterschool zat, werd ik een keer apart genomen door de juf. Ze vertelde me dat er iets in de kring besproken was. Onze jongste had toen gezegd: “Ja dat is lang geleden, want toen was mijn moeder nog jong”. “Wanneer was dat dan wel?” “Nou”, sprak de wijsneus, “in de Middeleeuwen of zo”.
Eentje uit de oude doos, maar oh, wat vind ik dit leuk.
Het is een remake van een nummer van het Cocktail Trio: Petronella Puinpoeier’s Pillen Pure Pijnstillende en Prima in te nemen Pimpelpaarse Pil.
Vrolijk begin van de dag toch?
Zo nu en dan een gedichtje, dat lees ik graag. Geen hoogdravende poëzie, waar kop noch staart aan zit, maar begrijpelijke woorden, liefst op rijm. En graag iets om te (glim)lachen 😉
Oh ja, er zijn gedichten op rouwkaarten die je raken tot in het diepst van je ziel. Maar dat hoort dan ook een bijzondere gebeurtenis. Dit gedichtje is gewoon leuk, omdat het onze dromen een gezicht geeft. Want wie wou er nou nooit eens held worden? |
|