Punten en komma’s

Het ontbreken of het toevoegen van een komma kan de tekst helemaal veranderen. Vorige week kwam dat nog eens duidelijk naar voren bij een vraag in Twee voor Twaalf. Kijk maar naar het voorbeeld hiernaast.  

Onderstaande tekst las ik afgelopen vrijdag in NRC Next. Het artikel ging over de op staande voet ontslagen topman van de NS en zijn kansen op een nieuwe baan.


Bedoelde de journalist nou dat ie de pot op kan? Of was hij een streepje vergeten?

Managers

Een internationaal bedrijf nam een groepje kannibalen in dienst. “Jullie maken nu deel uit van een team”, zei de manager in zijn welkomstwoord. “Verpest de boel nou niet door collega’s op te gaan eten.” Dat beloofden de kannibalen. Een maand later kwam de manager weer naar hen toe. “Iedereen is zeer tevreden over jullie werk. Alleen, we zijn een secretaresse kwijt. Weten jullie daar iets van?”
De kannibalen schudden hun hoofd. Nadat de baas weg was, richtte het stamhoofd zich tot zijn stamgenoten. “Stommelingen! Nou eten we al wekenlang managers en niemand die dat opvalt. Maar welke halve gare heeft een secretaresse gesnaaid?”

(bron: Het Beste-Lachen is gezond)

Prietpraat

Ook Nijntje ontkomt niet aan ouder worden, al is het haar niet zo aan te zien als ons 🙁 Fris en vrolijk als altijd en ondanks haar 60 jaren, staat ze nu overal in Utrecht, op verschillende manieren versierd. Zoals deze op het Domplein, waar Nijntje een echt Hollands vestje draagt.
Gisteren zag ik haar daar, terwijl een klein meisje er naar stond te kijken met haar opa en oma. Opa legde uit dat er nog veel meer Nijntjes te zien zijn, dat er zelfs een museum voor haar bestaat. “Gaan we daar naar toe, opa?” “Nee”, zei opa, “dat doen we later nog wel eens een keertje!” “Oh ja, natuurlijk, dat doen we als ik oud ben, hè?

 

Tijd

Als je jong bent, is tijd iets heel anders dan als je ouder wordt.  De bevrijding, in 1960 nog maar 15 jaar terug, leek mij toen een eeuwigheid geleden.

En hoe keek je naar je ouders? Ik was een nakomertje, dus mijn ouders waren al stokoud in mijn ogen. Maar mensen van 30, och hemel, die leken toch ook al tamelijk bejaard. Pas later, met zelf kinderen en een leeftijd met meerdere kruisjes, besefte ik dat mijn ouders toen echt nog niet zo bejaard waren als ik dacht.

In de ogen van onze kinderen waren wij natuurlijk ook niet meer zo jong als we ons voelden. Toen jongste op de kleuterschool zat, werd ik een keer apart genomen door de juf. Ze vertelde me dat er iets in de kring besproken was. Onze jongste had toen gezegd: “Ja dat is lang geleden, want toen was mijn moeder nog jong”. “Wanneer was dat dan wel?” “Nou”, sprak de wijsneus, “in de Middeleeuwen of zo”.

Motivatie

  Je hoeft niet elke dag enthousiast uit bed te springen en te roepen “ha fijn, ik mag weer gaan werken!”

Maar zo’n ongemotiveerde sticker op je auto plakken, is dan weer het andere uiterste.

Ach misschien heeft die man wel een wereldbaan, maar wil ie het niet weten voor de buren 😉 😉

 

Voorlezen

 

Onze kinderen waren nog maar een paar maanden, maar toen al gingen ze ’s avonds niet eerder slapen voordat er was voorgelezen. Zelf een boek kiezen konden ze natuurlijk nog niet, maar ik koos voor hen Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt. Elke avond een verhaaltje. En toen het boek uit was, moest ik het opnieuw voorlezen. En daarna nog eens en nog eens. Dat was helemaal geen straf, want ik vond het boek zelf zo leuk. Later kwamen daar Pluk van de Petteflet en Otje bij. En de gedichtjes van Annie. Heerlijk.Nu las ik laatst op Facebook dat ook kindertjes in India de avonturen van de twee kleuters kunnen volgen, want Jip en Janneke is in het Hindi uitgegeven.

Grappig dat de verhaaltjes en tekeningen zo universeel en tijdloos zijn.

 

 

Gedichtje

Zo nu en dan een gedichtje, dat lees ik graag. Geen hoogdravende poëzie, waar kop noch staart aan zit, maar begrijpelijke woorden, liefst op rijm. En graag iets om te (glim)lachen 😉

Oh ja, er zijn gedichten op rouwkaarten die je raken tot in het diepst van je ziel. Maar dat hoort dan ook een bijzondere gebeurtenis.

Dit gedichtje is gewoon leuk, omdat het onze dromen een gezicht geeft. Want wie wou er nou nooit eens held worden?
Wil je tekst beter lezen, klik dan op de foto om te vergroten!

Bron: Plint