Je kunt het wel op je klompen aanvoelen. Die hebben vandaag weer veel visite. Wat zou er zijn? Oma of opa jarig…, jubileum…? Tja… ik weet het ook niet.
Tja, dat valt natuurlijk niet mee. Scheiden doet lijden. En dan gaat je leuke auto zomaar in tweeën. Hoe moet je dat nou uitleggen? Gewoon, eerlijk zeggen en het er met grote letters op zetten. Zodat iedereen meteen weet dat zij die andere helft heeft en daar net zo min een meter verder mee komt. Maar het is eerlijk gedeeld, dus klagen heeft geen zin!
Nee, helemaal geen bijzondere fiets. Gewoon een huis-tuin-en-keukenfiets. Maar de eigenaar had hem daar neer gezet omdat hij er zo mooi precies paste. Of die oude hijskraan bij het Maritiem Museum er speciaal voor gemaakt was. Zou het gaan regenen, dan bleef in ieder geval zijn fiets lekker droog. En dat vond ik grappig.
Ik geloof dat er geen Nederlander te vinden is, die de bedenker/tekenaar/schrjver van de Nijntje boeken niet kent. Elke kleuter roept meteen “Nijntje” bij het zien van zo’n lief klein figuurtje. Niet alleen hier, maar in vele landen over de hele wereld was Dick Bruna bekend en niet alleen met Nijntje. Want alles wat hij tekende was zo herkenbaar. Hij sprak een universele taal, die iedereen begrijpt en geen grenzen kent.
Zoals wij in Japan ontdekten, waar zijn boekjes en tekeningen en alle andere bijbehorende uitingen soms een heel prominente plaats in een winkel innamen. En dat streelde natuurlijk ons Nederlandse ego. Kijk hier, in Yokohama, waar wij als door een magneet getrokken werden naar deze schappen, met van verre herkenbare figuren.
We zullen Dick Bruna missen, want wat hij tekende leek wel heel eenvoudig, maar was onmiskenbaar alleen van hem.
Vandaag, de laatste donderdag van januari, is sinds 2000 Gedichtendag en het begin van de Poëzieweek. Dus zet ik hier dit gedicht van Annie M.G. Schmidt, dat ik zo’n mooie en humorvolle mengeling van droom en daad, kunst en praktijk vind. Natuurlijk geïllustreerd met een onnavolgbare tekening van Fiep Westendorp
Moeder dicht
‘Mijn bladerloze schaduw mijdt het water’
Ziezo hè hè, de eerste regel staat er.
‘en speurt de witte angst van eeuwen later’
Ga weg! Ga spelen met je transformator!
Je ziet toch dat je moeder zit te dichten.
‘ik wend mij af en doof mijn vale lichten
ik heb ’tedúm tedúm’ geweten’
Dat vul ik later in. Na ’t middageten.
‘mijn weemoed maakt de koele vlinder wakker
van mij getooide zelf’. Daar is de bakker!
Zeg maar: ’n halfje bruin en ’n heel wit.
‘o grijze schim die daar zo heilloos zit
ik zie mijn grijze droefheid aan de kim’
Da’s tweemaal grijs. Dat kan niet. ‘naakte schim
aan wie ik zal mijn zachte treurnis zeg’
En nog een rol beschuit! O is ie weg?
‘als dauw die druppelt van de trage bomen’
Als jij nog één keer binnen durft te komen,
dan krijg je geen vanille-vla vanavond!
‘zo druppelt in dit hart tezeer gehavend’
Je moeder dicht. Ze heeft geen tijd, totaal niet.
Als vader thuiskomt gaat het helemaal niet.
Je moeder zou een Shakespeare kunnen zijn.
Ze is het niet. Dat komt door jouw gedrein.
Daar gaat ie weer. ‘O humtum klaar en koel
in ’t land van late regen en ik voel
mijn schamelheid.’ ’n Heer met een kwitantie?
Zeg maar: m’n moeder is met kerstvakantie.
‘mijn schamelheid.’ Wat is dat? Hoofdje zeer?
M’n schatje toch… Gevallen met je beer?
Je moeder komt… na na… daar is ze al.
Wees nou maar zoet – ’t genie staat weer op stal.
Annie M.G. Schmidt (uit: ‘Huishoudpoëzie’, 1957)
Want je weet maar nooit….. 😉 😉 😉
Het is bijna Kerst, dus worden we weer om de oren geslagen met allerlei heerlijke, buitenissige recepten, die we beslist eens moeten maken. Toch ga ik voor eenvoud. Ik denk dat ik het recept van deze chef eens als basis neem. Met een eigen twist, natuurlijk. Beetje van dit en beetje van dat.
Zo moeilijk zal het toch niet zijn?
Wie het geduld heeft het filmpje af te kijken, kan vast lachen om alle humbug 😉 😉 😉
Sommige krantenberichtjes brengen me verschrikkelijk aan het lachen. Zoals dit. En niet vanwege de foto’s van die twee heren, die zo “beschaafd” op het toilet gefotografeerd zijn.
Het zijn de managers van 2theLoo, een bedrijf dat wc’s exploiteert. Wel een beetje “over the top”, maar verder niks mis mee, prima toiletten en heel erg nodig zo nu en dan… Maar wat zegt zo’n man nou op een business-borrel tegen een andere topman, van eh.. nou pak weg Ahold of Heineken? Ik ben de opperbaas van een plee-concern? Onze core-business is poep en pies? Of heeft ie een heel andere omschrijving van zijn functie? |