From Russia…

Over de hele wereld moeten mensen eten. Dus zul je over de hele wereld winkels vinden waar je eten kopen kunt. En omdat elke cultuur andere gewoontes heeft, zul je ook andere dingen in zulke winkels kunnen kopen.

In de moderne wereld kunnen we steeds meer “vreemde” spullen kopen, want mensen blijven zoeken naar juist datgene wat ze van thuis kennen. Dus in een stad als Rotterdam vind je winkels voor diverse nationaliteiten. Zelf ga ik regelmatig naar een Turkse supermarkt, want daar hebben ze verschillende soorten filodeeg, heerlijke feta en prachtige grote, zoete dadels en abrikozen. En voor een speciaal soort kaas ging ik weleens naar de Italiaanse super in de stad. Op de markt vind ik Portugese, Spaanse en Marokkaanse kramen met kruiden, gedroogde bonen en olijven.

Maar dit winkeltje kende ik nog niet. Blijkbaar is de Russische gemeenschap in de stad groot genoeg voor een eigen supermarktje. Binnenkort ga ik daar eens rondneuzen, want wie weet, wil Marlika na haar behandeling in Moskou alleen nog Russische dingen eten. En dat is dan helemaal geen probleem meer 😉

Naar de markt…

Vorige week wilde ik een stukje lopen en Leo ging mee. En hij wilde nu eens niet langs de Rotte maar even naar de stad, naar de markt.

Of zoals ze in Rotterdam zeggen: “Effe naar de mart”. Goed voor altijd wel een leuk plaatje, een tas vol met groenten en fruit en soms ook nog een plant. Of een paar lapjes stof om een bloesje van te maken. Maar vaak ook gewoon een loopje over het leukste stuk van de stad. Want op de markt kom je van alles tegen. Je hoort er verschillende talen, ziet er mensen van allerlei pluimag en het geurt (of stinkt) je overal tegemoet. En met een beetje geluk is er wel een marktkoopman die iets leuks roept.

Wij gingen voor olijven, maar onderweg raakten onze tas vol met kersen, granaatappels en paprika. We zouden die olijven bijna nog vergeten zijn. Maar gelukkig vonden we bijna aan het eind een gezellige kraam, vol met noten, zuidvruchten en ja, dus ook olijven. Missie geslaagd.

Recept

Zette mijn moeder vroeger witlof op tafel, wist ik al genoeg. Geen trek, bah zo bitter. Maar tegenwoordig smaakt witlof me meer dan lekker. Al maak ik het helemaal anders klaar dan moeders het deed.

  • Witlofschotel
Bron: Google foto’s

Voor 2 personen:
ca. 500-600 gram witlof
ca. 450 gram kruimige aardappel
ca. 150-200 gram ham in plakken
ca. 75-100 gram pittige kaas in plakken
boter en/of olie
ca. 200 ml. melk
peper, zout, nootmuskaat
2 theelepels balsamico azijn (optioneel)
2 eetlepels geraspte kaas

Verwarm de oven voor op ca. 175 graden.
Schil de aardappels en kook ze met wat zout en maak er met de warme melk een niet al te stevige puree van. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.
Vet een ovenschaal in.
Maak de witlofstruikjes schoon en snijdt ze in de lengte in vieren.
Smelt wat boter (en eventueel ook wat olie) in een grote koekenpan en leg de gesneden witlof er in. Laat op half hoog vuur ongeveer 8 tot 10 minuten zachtjes bakken. Draai de struikjes om en bak ook deze kant nog ongeveer 5 tot 8 minuten.
Bestrooi zuinig met zout, royaal peper en wat nootmuskaat. Verdeel de balsamico azijn erover (als je daar van houdt). Laat afkoelen.
Snij de de ham in zoveel stukken als er kwart witlof is. Rol elk stuk in de ham en leg in de ovenschaal. Verdeel de kaas er over. Schep tenslotte de puree over de groenten, strijk glad en strooi er wat geraspte kaas over.
Bak de schotel ca. 25-35 minuten in de oven totdat de bovenkant mooi goudbruin is.

EET SMAKELIJK!!


Ergernis

De foto hiernaast is niet erg goed en misschien zie je niet meteen wat het is. Dit is een verpakking met tandflossers. Van die dingen waarmee je een draadje tussen je tanden kunt wringen. Zo nu en dan een onontbeerlijk gebruiks-artikel, waar ik verder niet over uit zal weiden.

Maar wat ergerde me dan zo hieraan? De verpakking zelf. Een stukje plastic met een kartonnetje er aan vastgeplakt. Wil je die verpakking open maken, zit je met het volgende probleem. De inhoud valt er vrijwel meteen uit en je kunt het niet meer dicht maken. Waarom niet gewoon een doosje, van karton of van plastic voor mijn part. Maar iets dat met gemak open dicht kan, zodat de inhoud niet overal rond gestrooid wordt. Want waar doe ik die resterende flossers nou weer in?

Autistisch…?

Kleur bij kleur, netjes op een rij

Zo nu en dan doe ik dingen, waarvan ik zelf niet weet waarom ik ze zo doe. Ik vind mezelf helemaal niet georganiseerd of super netjes. Ben soms een beetje chaotisch en het huishouden behoort niet tot mijn favorieten.
Maar toch…. Laatst hing ik de was op. Nou ja, de paar dingen die ik niet in de droger doe en dus op zolder op een rekje te drogen moeten worden gehangen. En ineens ontdekte ik een autistisch trekje bij mezelf. Want die paar lappen moeten wel allemaal even recht hangen, met dezelfde kleur knijpers aan de lijn komen. Niks slordig ophangen. Heel precies en netjes moet dat. Van wie? Van niemand anders dan van mezelf. Nou ja, dacht ik, elke gek zijn eigen gebrek. Maar gaandeweg ontdekte ik nog wel meer zulke malle gewoontes: alle microvezel lapjes op kleur, in het gelid in een speciaal mandje. Alle vorken, messen, lepels… ja ook keurig op rij in de bestekla. Nou weet ik wel dat het onschuldige gewoontes zijn. Niemand heeft er last van. Maar zouden er meer mensen zijn die dat ook doen?

Feestje gehad…?

Feestje.jpgZomaar een wat grauwe dag en dan zie je dit. Als het nou net na Oud en Nieuw was, of na Pasen, Pinksteren…. Maar nee, gewoon doordeweeks. Zoiets intrigeert me. Wie zou het er hebben neergezet, en waarom ineens zo veel? Is er een huis leeg gehaald, kregen studenten ineens de geest en moest het huis spic en span gemaakt omdat er ouders kwamen? Tja, dat kan ik me natuurlijk wel afvragen, maar antwoorden zal ik niet krijgen. En waarom zou ik het moeten weten? Nieuwsgierig Aagje spelen…? Foei toch! Waar bemoei ik me eigenlijk mee…?
Nou ja, dan maak ik er een blogje over. Want met een beetje fantasie is er elke dag wel wat te schrijven…. 😉 😉 😉

Zo zit dat…

Upstaires-downstairsDit doet me onmiddellijk denken aan “upstairs/downstairs”. Boven wonen de “grote” lui en beneden, in het souterrain, leven de bedienden.
Ik maakte de foto in een chique wijk van Londen, met kapitale huizen, fraaie tuinen en grote auto’s op de oprit. De upperclass gaat de grote monumentale trap op, het gewone volk neemt het smalle trapje naar beneden. Boven komt de zon ruimschoots binnen, beneden moet men het doen met een mager streepje zonlicht.
Ook schieten me dan verhalen te binnen die mijn moeder en tantes vertelden. Van rijke mevrouwen, die tientallen japonnen in de kast hadden hangen. Maar hun hulp een extra boterham ontzegden.
Inmiddels zijn de tijden veranderd, ook in Engeland. De ladies moeten zelf aan de slag en soms lijkt de rijkdom meer dan er in werkelijkheid te besteden is. Ach ja, het kan verkeren.

Amsterdamse school

Bij Sjanne las ik een enthousiast blog over de Amsterdamse school. Reden voor Leo en mij om onze “vrij reizendag” dit keer te besteden aan een dagje Amsterdam.
We namen na de trein bus 22 en stapten uit bij de Hembrugstraat. Vandaar liepen we rechttoe rechtaan naar “Het schip”, het gebouw waar ook het museum over de Amsterdamse school gevestigd is. En dan ben je in een buurt waar je nauwelijks iets merkt van de enorme toeristenstromen in de binnenstad.
We waren net op tijd voor een leuke rondleiding. In de nagebouwde krotwoning, zonder ramen, zonder toilet, kon je zien hoe arbeiders rond 1900 woonden. Wat een verschil met de woningen die Michel de Klerk ontwierp. Met ramen die geopend konden worden, een wc met stromend water, een keuken en -heel belangrijk- aparte kamers voor ouders en kinderen. En al mag het dan in de ogen van nu wat bekrompen lijken -er was nog geen  badkamer- het was een hele verbetering. De gids vertelde ook over de vele symbolische versieringen aan het pand. De band met de Zaanstreek, de nautische symbolen en de fraai gemetselde muren. Ook bezochten we het postkantoor, waar de lonen voor de arbeiders werden uitbetaald. Beter dan dat het geld in de kroeg werd uitbetaald en de arbeiders in de verleiding kwamen hun loon in borrels en dronkenschap om te zetten.
Na de rondleiding en het museumbezoek liepen we nog wat door de wijk, waar nog meer “Amsterdamse school” gebouwen staan, van andere architecten. Maar wel allemaal met mooie details. Leuk om eens een andere kant van Amsterdam te zien.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Recept

Op Facebook stond een bericht van De Hippe Vegetariër met de vraag “Eten jullie wel eens knolselderij?” Nou en of, zelfs zeer regelmatig. Hij ziet er niet zo hip uit, die knol. Maar hij is meestal niet duur, lang te bewaren, gezond en heel erg lekker.
Probeer dit zelf bedachte vegetarische recept maar eens:

pannen

Vergeten foto van het recept te maken, maar Google helpt 😉

Knolselderij-stamppot (4 personen)
800 gram aardappelen, geschild en in stukken
ca. 800 gram knolselderij, geschild en in blokjes van ca. 2 cm.
100 gram feta, verkruimeld
250 gram (kastanje)champignons, in plakjes of kwarten
1 ui, fijngehakt
1 teen knoflook, fijn gehakt of geperst
1/2 bosje peterselie, fijn gesneden
3 of 4 bosuitjes, in dunne ringen gesneden
80 gram hazelnoten, geroosterd en gehakt
ca. 200 ml. melk
olie en/of roomboter
peper, zout, wat tijm en evt. nootmuskaat naar eigen smaak

Doe aardappelen en knolselderij samen in een flinke pan, zet met kokend water op en kook alles in ca. 18-20 minuten gaar. Giet af en laat even droog stomen.
Verwarm de melk. Stamp aardappelen en knolselderij tot een wat grove stamppot en roer er zoveel melk door tot een smeuïg geheel. Breng op smaak met peper, zout en evt. nootmuskaat. Roer er 3/4 van de feta, 3/4 van de hazelnoten en de bosui-ringetjes door.
Bak in een hapjespan in wat olie of roomboter de ui tot glazig en heel licht gekleurd, voeg knoflook en wat tijm toe en bak even mee. Zet het vuur wat hoger en bak de champignons met de peterselie. Voeg zoveel water (of bouillon of wijn) toe zodat ze niet droog bakken.
Verdeel de stamppot over 4 borden, schep de champignons er over en garneer met achtergehouden feta en hazelnoten.
EET SMAKELIJK!!

 

Wel wat anders…

wassen-vroeger

Bron: Google foto’s

Maandag stopte ik was in de machine en moest ineens weer denken hoe dat vroeger ging. Je moet dan een hele tijd terug, zo jaren vijftig. De meeste vrouwen hadden geen wasmachine. Een geiser of boiler was zelfs nog erg luxe. Wij hadden in ieder geval nog geen warm stromend water. Dus liep moeder ’s morgens met twee zinken emmers naar de waterstoker in de straat en haalde daar warm water. Thuisgekomen moest ze drie trappen naar de zolder op. De vuile was had ze dan al in de kuip gedaan. Er ging wasmiddel bij (klopte ze dat nog van groene zeep en soda…?) en dan kon ze aan de gang. Met een harde borstel werd het wasgoed geboend op een plank. Elke vlek werd ter hand genomen. De geboende was ging in een gereedstaande teil en dan kon er gespoeld worden. Met koud water natuurlijk. Dat was er gelukkig wel voorhanden op onze zolder. Tussen de spoelbeurten door werd er gewrongen, eerst met de hand en daarna met de wringer. Soms moet ik helpen om de gewrongen lakens op te vouwen, die dan zo door de wringer gingen. Dat scheelde strijkwerk!
En nu…? Ik sta soms te zuchten omdat ik de was moet uitzoeken op kleur. Wat een gedoe…! Dan is het maar goed dat ik nog weet hoe het vroeger ging en ben ik weer blij dat wassen bij ons is teruggebracht tot het kiezen van het juiste programma. En ga ik vrolijk iets gezelligs doen!