Boodschappen

Boodschappen doen wordt steeds lastiger. Want er is heel veel waar je op moet of wilt letten.

Komen de groenten en het fruit niet uit Verwegistan, want dan kan ik beter iets uit Nederland kiezen. Zit er nou geen palmolie, kleurstof of andere vreemde additieven in dat product?

Is dit nou wel een gezonde keuze of zou ik het maar moeten laten liggen? Te vet, te veel suiker of zout? Moet het echt volkoren zijn of mag het ook gewoon….?

En dan moeten we ook nog letten of we wel de juiste prijs betalen. Die aanbieding mag dan voordelig lijken, is de hoeveelheid wel hetzelfde als anders? Word ik in de boot genomen met een doos die net zo groot is als vorige week, maar nu ineens 400 in plaats van 500 gram bevat?

De macaroni in deze pakken ziet er precies hetzelfde uit, ze wegen allebei 500 gram, zijn allebei in Italië gefabriceerd van durum tarwe. En toch is het prijsverschil bijna één euro.

Wie prijsbewust is, kiest voor het huismerk van 0,79 eurocent, voor het Italiaanse merk moet je 1,75 euro betalen.

Aan de klant de keuze. Maar echt gemakkelijker wordt het haar/hem niet gemaakt.

Sparen

In ons gezin werd gespaard. Met dubbeltjes, stuivers, in busjes en potjes. En na verloop van tijd werden die potjes geleegd, geteld, rolletjes gemaakt en bij slager of kruidenier omgewisseld voor “groot” geld.

Natuurlijk spaarde ik ook op school. Met een kleine bruine envelop, waarin elke week een muntje ging. Voor het schoolreisje, maar ik dacht ook dat er geld op een rekening werd gezet.

En ik had een eigen spaarpot, van de Spaarbank te Rotterdam. Die kon alleen open met een speciale sleutel die ik vanzelfsprekend niet had. Daarvoor moest ik naar de bank. Het bedrag wat er in de spaarpot zat, werd op mijn spaarbankboekje gezet.

In het Streekmuseum Jan Anderson in Vlaardingen bekeken we naast de eigen collectie ook een verzameling spaarpotten. Die groene spaarpot van toen stond er ook. Maar daar vergat ik een foto van te nemen.

Wel fotografeerde ik deze spaarmogelijkheid. Een voorloper van de “automatische bijschrijving”. Je kreeg als rekeninghouder een kaart. Die kaart stopte je in de gleuf, wierp een dubbeltje in het gleufje boven en draaide aan de slinger rechts. Dan werd het dubbeltje op je kaart bijgeschreven.

Handig toch? Konden je ouders meteen controleren of je dat dubbeltje niet aan snoep had uitgegeven 😉

Bakken

Sinds een aantal weken staat in onze keuken een keukenmachine. Daarmee kan ik deeg kneden, eiwit kloppen, nou ja van alles om lekkere dingen te bakken.

Al jaren keek ik met jaloezie naar zo’n apparaat, maar vond het te duur en eigenlijk een beetje overbodig. Want zo veel bakte ik niet meer. Alles wat je bakt moet ook opgegeten worden en ook elk pondje gaat door het mondje.

Zo maar ineens besloot ik om dan toch overstag te gaan. Eerst een beetje opgeruimd, ruimte gemaakt voor zo’n apparaat en toen besteld. En dan staat ie binnen een paar dagen in de keuken. En moest ik aan de slag 😉

Dat was aan het begin van de hamsterwoede. Meel kopen bleek dus helemaal niet zo eenvoudig meer te zijn. En zonder meel geen bakresultaat.

Maar gelukkig, via internet kwam ik op het adres van een molen in de buurt. Daar reden we op een dag naar toe en kon ik gelukkig meel in soorten kopen.

Eigenlijk veel leuker dan bij de super. Veel meer sortering en een gezellige winkel, waar je ook nog iets kunt eten of drinken. Dagcentrum Korenaer met theeschenkerij, werkplaats en bakkerij zorgen dat alles op rolletjes loopt.

Thuis zocht ik wat recepten en binnenkort zal ik laten zien laten zien wat ik allemaal bak.

Puur natuur

Maanden geleden kochten wij een pot honing van de eigen Trompenburg-imker. Op het schapenveld in het arboretum staan zo’n vijf bijenkasten en met de verkoop van de honing wordt ook het arboretum gesteund. Supermarkt honing is er natuurlijk ook, maar supermarkten krijgen al genoeg geld binnen.

Maar die honing uit het arboretum, uit de buurt, ambachtelijk en puur natuur. Heerlijke honing, die al snel kristalliseerde, maar toch nog goed smeerbaar was. We schraapten de pot tot het laatste korreltje leeg. En gingen maar weer eens kijken of we nog zo’n heerlijke pot konden kopen.

Helaas, alle voorraad was op. Geen potje honing meer te koop. Dus moeten we wachten op nieuwe productie. We spoorden de bijen aan, maar ja.. dat duurt nog wel even.

Moesten we dan zonder honing aan het ontbijt verder? Gutteguttegut… het leven is soms echt problematisch 😉 Tot ik me bedacht dat er vlakbij een bijenstand van het Ambrosiusgilde is. En ja, we hadden geluk, er waren nog een paar potten te koop. Al was ook hier de bodem van de voorraad bijna in zicht.

Maar voorlopig kunnen we weer verder en weten we nu twee leveranciers van honing te vinden. En de supermarkt? Daar laten we voorlopig de potten in het schap staan. Want we proeven het verschil. De bijen uit de buurt leveren echt de lekkerste honing.

Klein

In een groot huis stapelen de spullen zich gemakkelijk op. Wie kleiner gaat wonen, moet natuurlijk ontspullen en sommigen kunnen dat heel goed.

Maar wat zou je over houden als je moest gaan wonen in een huis van 13 vierkante meter? En het toch nog enigszins gezellig te houden? Ik denk dat je dan wel bijna alles moet wegdoen.

Kijk, dit is zo’n huisje, in Londen. Ik vind het eigenlijk wel heel acceptabel en opvallend ruim. Als het bed overdag is opgeklapt zou je er nog wel eens kunnen dansen 😉

Maar waar ik dan vooral naar kijk is hoe mensen hun meubels een tweede of zelfs wel een derde functie geven. In- of uitklapbaar, te verlengen of te verkleinen. Zo ingenieus.

Melk

Wij gebruiken niet veel melk. Hooguit om eens in de zoveel weken een toetje te maken. Daar koop ik een halve liter verse volle melk voor.

Maar zo nu en dan heb je toch wel een beetje melk nodig bij het koken. Dan gebruik ik graag een klein pakje houdbare melk. Meestal is de 200 ml. meer dan voldoende.

Tot voor kort kocht ik die pakjes altijd bij de Appie. Maar na de verbouwing kon ik ze niet meer vinden. De houdbare melk leek sowieso verdwenen, maar bleek op een andere en logischer plek te staan. Maar geen kleine pakjes meer in dat vak. Wel pakken en flessen van een liter of zelfs meer. Maar wat moet ik daar nou mee. Veel te veel en zo drinken doen we het niet.

Wat er wel staat zijn allerlei pakken van “nep”melk. Amandel-, soja- of havermelk in soorten en maten, met of zonder extra smaakjes. En dat vind ik dan echt een beetje gek. Was er nou helemaal geen plekje meer te vinden voor die kleine pakjes? Die waren nou juist zo handig.

Misschien is de filiaalchef nog te beïnvloeden? Kan ik allicht proberen…

Boek

Maria Janssen beschreef het leven van haar moeder (1905-2016). Een leven dat heel veel veranderingen heeft gekend.

En al lezend herkende ik ook heel veel dingen, die mijn eigen moeder beschreef.

Het boek is geen roman, maar ook geen wetenschappelijk werk. In een prettige stijl vertelt de schrijfster over haar familie, waar zeker in de eerste vijftig jaar de Rooms Katholieke kerk nog heel veel in de melk te brokkelen had.

Maar ook beschrijft ze de armoe, die ene deel was van moeders jeugd. Voor meisjes was een carrière niet weggelegd. Doorleren was geen optie, hoe zeer dat ook gewenst werd. Maar in een “dienstje” ging Maria’s moeder niet. Ze ging werken in een naaiatelier en leerde daardoor prima kleding maken. Maria en haar zus mochten wel doorleren. Al nam moeder toch op een zeker moment een radicaal besluit voor Maria.

Uiteraard is het boek doortrokken van persoonlijke herinneringen, maar de schrijfster heeft ook gezocht naar hoe er in de maatschappij op alle veranderingen werd gereageerd. Hoe anderen dat ervoeren of er mee omsprongen. Dan worden stukken uit kranten, tijdschriften of rapporten geciteerd.

In ruim honderd jaar is er veel, heel veel veranderd in de wereld. Ik vond het fijn om daarover te lezen, dingen weer eens in een ander perspectief te zien.

Zelf herkende ik ook veel van de herinneringen van mijn eigen moeder. Ook mijn moeder wilde albsoluut niet dat haar dochters “andermans pispotten zouden legen”. Maar voor anderen zullen er ook parallellen te ontdekken zijn. Een absoluut interessant boek.

Poetslap

Weten jullie hoeveel een nanogram is? Dat is 0,000 000 001 gram, dus een miljardste deel van een gram.

Waarom ik dat vraag? Omdat ik een tijdje geleden las dat microvezeldoekjes vervuilend zouden zijn. Ze laten bij elk gebruik nanodeeltjes plastic vrij. En dat is natuurlijk heel milieu-onvriendelijk.

Zulke doekjes gebruik ik al jaren en dus zou ik al jaren vervuilend gewerkt hebben. En in een sombere bui kan ik daar eindeloos over lopen piekeren.

Ik snap dat ik wel heel erg veel zou moeten poetsen om ook maar 1 gram nanodeeltjes in het milieu te zetten. Maar ja, ik ben natuurlijk niet alleen, miljoenen mensen over de hele wereld gebruiken dit soort lappen. En ja, dan worden kleine beetjes toch grote bergen…!

Daarom heb ik zo’n doekje maar eens gewogen. Krap 40 gram en al jaren in gebruik, maar nauwelijks versleten. Stel nou dat ik elke keer zo’n 400 nanodeeltjes weg wapper. Hoelang duurt het dan voor er 1 gram is weggepoetst? Ik heb het uitgerekend: 1.000.000.000 nanogram : (365 dagen x 0,000.000.040 nano) = Bijna 685 jaar!!!

En toen las ik dat de firma Chemelot per jaar 14.000 kilo (=14.000.000.000.000 nanogram) microplastic in de Maas mag lozen.

En subiet stopte mijn gepieker. Want zeg nou zelf, daarbij valt die huishoudelijke “milieuvervuiling” toch helemaal in het niet….?

Ik heb snel een set nieuwe doekjes gekocht, met een gezellig patroontje. Kan ik voorlopig gezellig poetsen.

Verpakken

Als je een keertje een andere super inloopt om de boodschappen te halen, zie je ook weer eens met andere ogen.

Natuurlijk weet ik dat Nespresso in kleine cupjes zit, dat er tig soorten zijn en dat die allemaal weer in doosjes verpakt worden.

Maar dat er zoveel soorten waren en dat die verpakking wel heel erg milieubelastend moet zijn, dat realiseerde ik me pas toen ik dit zag.

En dan bedenk ik me ook dat tussen zeggen, willen en doen nog een heel verschil kan liggen. Zelf gebruiken we geen Nespresso. Wij zetten nog altijd gewoon filterkoffie.

En ik ben zeker geen fanatieke milieufreak. Hier in huis is nog niet alles “groen” gekeurd.

Aan de ene kant worden kleine dingen verboden en aan de andere kant worden dit soort verpakkingen met enthousiasme verkocht.

Daar kan ik me eindeloos over verbazen.

Geurend

Er zijn mensen die geen knoflook willen eten. Die moeten dit blog maar gauw voorbij laten gaan, want dit staat werkelijk bol van de knoflook.

Ik kwam het filmpje tegen op YouTube en was meteen verkocht. Knoflook zit vrijwel dagelijks in ons eten en dit recept is het summum van knoflook gebruiken. Maar liefst 12 BOLLEN gaan in deze soep.

Om te proberen maakte eerst de halve hoeveelheid. Leo en ik vonden het heerlijk. En de week daarna vroeg ik of onze kinderen het ook wilden proeven. Het leek ze wel wat. En maakte ik dus een pan vol soep volgens het recept.

Natuurlijk bakte ik ook de focaccia erbij. Er bleef nauwelijks iets over en dat zegt dus wel wat.

En zo wordt het gemaakt:

Als de clip niet werkt, dit is de LINK

Het is even werk….., het hele huis geurt en afstand houden is beslist geen probleem meer 😉 😉 😉