Water

Hier in Nederland draaien we de kraan open en er komt prima drinkbaar water uit. Een luxe die we maar zelden naar waarde schatten.

Dat was in Rotterdam niet altijd zo, want in januari 1963 kwam er bij ons verschrikkelijk bocht uit de kraan. Zout en vies. Daar kon mijn moeder niet mee koken, thee en koffie zetten werd onmogelijk. Het was een ramp op plaatselijk niveau. Heel Rotterdam moest op een andere manier aan water komen.

Bron: Google foto’s

Mijn vader werkte destijds bij de Heineken Brouwerij en daar werd water uit een eigen bron getapt (en tot bier gebrouwen). Genereus zette de brouwerij de waterkranen open om de Rotterdamse bevolking van water te voorzien.

Maar ook het waterleidingbedrijf zette tankwagens in en verdeelde op regelmatige tijden overal in de stad zuiver en schoon water. Vrienden en familie in streken met goed drinkwater kwamen langs om jerrycans vol af te leveren. Dat water werd als goud, we deden er erg zuinig mee.

Nog lang had het Rotterdamse water een vreemde bijsmaak, maar gelukkig komt er bij ons nu heerlijk helder water uit de kraan!

Verontreinigd

Bron: Google foto’s / Wikipedia

Het sloeg in als een bom in 1980. Dagen, weken, maandenlang was het niet uit het nieuws weg te denken. Het gifschandaal in Lekkerkerk, waar een woonwijk op vergiftigde grond gebouwd bleek te zijn.

Men ging voortvarend te werk. De mensen moesten hun huis uit, mochten niet meer in de grond graven of werken, kinderen mochten niet meer op straat spelen. Een golf van angst spoelde over de wijk.

Lekkerkerk had toendertijd een burgemeester die het klappen van de mediazwepen kende. Hij was presentator van het programma De Ombudsman geweest en zorgde er dan ook voor dat de affaire niet in de doofpot belandde.

De grond werd afgegraven, gereinigd en nieuwe grond werd gestort. Na verloop van tijd gingen de bewoners terug. De gezondheidsschade bleek niet aantoonbaar. Maar wat moet het een impact op de mensen gehad hebben.

We kregen een “Wet op de bodemsanering” en voortaan was iedereen gehouden om te zorgen dat zoiets nooit meer zou vóórkomen. Ja, ja…….!

De veroorzakers van de verontreiniging -de transporteur en de verffabriek- sloten pas in 2008 een overeenkomst en betaalden elk één miljoen euro, waarvan de gemeente een kwart kreeg.

Nog regelmatig komen er op diverse plekken in het land verontreinigingen aan het licht, maar zo veel palaver als destijds veroorzaken die niet meer.

Hergebruik

Bron: Google foto’s / Leefzuinig.be

Het eerste wat ik vroeger in een hotel deed, was kijken in de badkamer. Om te zien of die wel schoon was én om te zien of er stukjes zeep lagen. Meestal was dat het geval, vaak in een leuk papiertje, kant en klaar om te gebruiken. Dat deed ik dan weer niet, ik had mijn eigen zeep meestal mee. Dat stukje (of meer) ging linea recta in mijn koffer. Thuis verzamelde ik die stukjes in een grote pot, voor de show en om te gebruiken bij het fonteintje in het kleinste kamertje.

Niet iedereen nam de zeep mee, maar gebruikte het wel tijdens het hotelverblijf. En wat doe je met al die restanten zeep? Soms worden de stukjes verzameld en verstuurd naar een bedrijf dat de zeep vermaalt en omsmelt naar nieuwe zeepjes. Die worden dan uitgedeeld aan mensen die geen geld hebben om zeep te kopen, maar zich toch moeten wassen. Want hygiëne is tenslotte van groot belang voor iedereen.

Hoe gaat dat in de toekomst? Want steeds meer hotels gaan over op vloeibare zeep en shampoo. Dat moet dan wel weer in plastic flessen. En het hervullen is omslachtig en duurt veel langer dan een stukje zeep neerleggen. Verandering is niet altijd verbetering.

En ik vind het jammer dat de zeepjes langzamerhand verdwijnen. Had toch een bepaald soort charme.

Rood

Wees niet verbaasd als je vandaag heel veel vrouwen in het rood gekleed ziet gaan. Ook ik trek vandaag iets roods aan. Geen probleem, want ik draag die kleur graag.

Maar dat ik me vandaag in rood hul, heeft een reden. Want het is dress red day. Met het dragen van rode kleding wordt de aandacht gevestigd op vrouwen met een hartkwaal. En op de hele wereld zijn dat er veel.

Vroeger leek het dat alleen mannen iets aan hun hart kregen, maar vandaag de dag is het aantal vrouwen met hartproblemen is nog steeds stijgend.

Een vrouwenhart is anders dan een mannenhart en daardoor wordt een hartkwaal soms niet snel genoeg ontdekt.

Na mijn hartoperatie in 2016 is mijn verjaardag dus ook altijd verbonden met het dragen van rood. En vanavond in het theater hoop ik dan ook vele “women in red” te zien.

Kruidenmix

Leo had voor een gerecht kipkruiden nodig en zocht in de supermarkt. Maar helaas, al die potjes -en dat zijn er nog al wat- bevatten voornamelijk zout.

Nou snap ik best dat zo’n kant en klaar potje handig kan zijn, maar al dat zout willen we niet in onze gerechten.

Dus zat er niks anders voor Leo op dan zelf de kruiden te mixen. En al doende ontdekte hij dat je met een redelijke voorraad kruiden eigenlijk van alles kunt klaarmaken. Naar eigen smaak of volgens een bestaand recept.

Dus werd mijn voorraadje kruidenzakjes geïnspecteerd en mixte hij een potje. Zonder zout uiteraard. Dat doen we later zeer beperkt in het gerecht zelf.

Wat we ook ontdekten, is dat die kruidenmixen ongelofelijk duur zijn. En dan krijg je dus vooral zout. Veel leuker en lekkerder is om je eigen mix te maken. Daar heb ik al eerder over geblogd, dus wie recepten zoekt, klikt hier.

Melk

Bron: Google foto’s / Schoolbank

In mijn schooltijd kregen we schoolmelk. Ik heb het maar heel kort gedronken.

Jesses, zo’n krat werd vlak bij de verwarming gezet en de melk was dus lauw als je het kreeg. Ik was sowieso een lastig etertje en lauwe melk… Brrr, niks voor mij!!!

De doppen van de melkflesjes werden verzameld voor de Missie of een ander doel. Mijn school was openbaar, dus gerelateerd aan een of andere religie…? Dat betwijfel ik nu.

Toen onze kinderen naar school gingen, kregen ze pakjes mee. Later kocht mijn zus leuke mini-thermosflessen. voor de jongens. Daar had ik een keer warme chocolademelk in gedaan. Einde verhaal, want de melk was zuur geworden en onze kinderen hoefden dus ook geen melk meer mee.

En nu vraag ik me af of de kinderen van nu nog wel wat drinken op school…?

Kriebel

Bron: Facebook / Historic Photographs

Er zijn van die dingen, die het leven zeer onaangenaam kunnen maken. Niks ernstigs of bijzonders, maar uitermate vervelend. Zoals een kriebel aan je neus.

In het dagelijks leven geen probleem. Je wrijft even en dan is het voorbij. Maar hoe doe je dat dan als je een grote helm op hebt, zoals astronauten. Die zitten helemaal in hun ruimtepak, dus krabbelen is geen optie. Die helm zet je ook niet zomaar af….!

Maar voor (bijna) elk probleem is wel oplossing te vinden. Je moet er natuurlijk wel opkomen. Deze foto uit 1972 laat zien wat er op bedacht is.

Aan de binnenzijde van de helm werd op een strategische plek een stukje ruw klittenband (Velcron) geplakt. En daar kon de astronaut bij een kriebel zijn neus aan krabbelen. Simpel, maar toch heel ingenieus bedacht.

Hoe het verder moet, als hij ook nog gaat niesen…? Dat vertelt het verhaal niet!

Krakend

Een beetje bruuske beweging en het dopje van Leo’s oogdruppels valt op de grond, rolt weg. Onder het bed, je zal het altijd zien.

Ik ga op de knieën, maar vind het niet. Opstaan dan maar, al kraakt mijn lijf aan alle kanten. Misschien is het verder gerold, dus aan de andere kant kijken. Ook daar weer door de knieën.

Nee, niks te zien. Het is ook zo donker. Wacht, lamp van telefoon erbij. Opstaan (kraak, kraak), telefoon pakken, lampje aan. Opnieuw zak ik krakend op de grond en ja, daar ligt dat vermaledijde dopje. Net achter een poot van het bed. Daar kan ik zo niet bij. Waarmee kan ik het nou dichterbij halen? Oh ja, er ligt een raamstok in de badkamer.

Maar weer opstaan. Pfft, dat valt niet mee en dat allemaal om één uur ’s nachts en na een lange dag. Stok gepakt en opnieuw proberen. Potverdrie, kan ik er net niet bij. Opstaan, om het bed heen lopen en weer op de grond.

Hèhè, het is gelukt. En voor de laatste maal sta ik krakend op. Inmiddels voel ik de slappe lach opkomen. Twee ouwetjes, midden in de nacht, krakend en steunend. Het moet niet gekker worden.

Levertraan

Deze foto vond ik op Instagram, het is een opname van Robert Doisneau. Eigenlijk weet ik helemaal niet wat die jongens in hun mond gestopt krijgen. Maar mijn fantasie ging op de loop.

Bron: Instagram / Robert Doisneau / Simpleisbeautifulphotografy

Meteen proefde ik weer de levertraan, die ik van mijn moeder moest slikken. Nou ja, dat was één keer, want ik spuugde het onmiddellijk weer uit. Maar vergeten doe ik nooit. Alleen de lucht deed me al kokhalzen. Getver, wat smerig!

Deze jongens staan ook niet te trappelen, maar of ze veel kans hadden de vieze slok te ontlopen? Het lijkt me een onwrikbaar ritueel. Het moest en zou naar binnen, voor je gezondheid!

En dan vraag ik me af, wat zou er van al die jongens geworden zijn? Zijn ze echt groot en sterk geworden? Zijn ze nu oud, maar nog gezond en fit?

Dat is een vraag waar ik nooit antwoord op zal krijgen.

Blokjes

Dit zijn bouillonblokjes. Van die handige dingen, die het niet alleen in soep goed doen, maar ook smaak geven aan een sausje.

Ik maak ze zelf en vries ze in. Ik gebruik daar een recept van Nancy Birtwhistle voor, maar wel met een eigen twist.

Zo gebruik een flinke lepel miso pasta en verder wat ik in de vriezer heb opgespaard. Want in een grote diepvrieszak stop ik regelmatig wat stukjes groente, zoals bleekselderij, wortel, steeltjes van kruiden of champignons. In een paar weken heb ik dan een flinke zak vol en kan ik bouillonpasta/blokjes maken.

Ik fruit een flinke gehakte ui goed aan in een scheut olie, doe er wat knoflooktenen bij en kruid het met tijm, Italiaanse kruiden, flink wat peper, hete paprika en een theelepel zout. Dan de bevroren groenten erbij.

Alles zachtjes laten pruttelen, zo nu en dan omroeren en als het een beetje zachte massa is geworden, roer ik er de miso door en een eetlepel maizena. Na ongeveer anderhalf uur is het een dikke prut. Die laat ik afkoelen en mix ik daarna zo fijn mogelijk. Alles in ijsblokjesvormen en laten bevriezen. Daarna blokjes lossen en in diepvrieszakjes of bakjes doen.

Het lijkt een heleboel werk, maar ik weet nu wel wat er allemaal in zit en vooral wat er niet in zit. Bouillonblokjes zonder palmvet en veel minder zout. Dat is mij het werk wel waard.

En zo gaat er ook geen voedsel verloren.