Het lag op een grote doos met druiven uit Verwegistan, dus ik had ze toch al niet gekocht. Maar nu natuurlijk helemaal niet. Eerst schoof ik het weg, maar toen viel mijn oog op het woord “CAUTION”. Heftige waarschuwingen voor giftig spul. Dit soort giftige middelen hoef ik niet.
Maar wat ik me wel afvraag, is hoe de mensen die de kratten verpakken en verschepen er over denken. Zouden die het weten, dat rare plastic vel wel kunnen lezen? Dragen ze beschermende kleding?
Er lagen identieke vellen op andere dozen, sommige al verkreukeld. Blijkbaar vond niemand het noodzakelijk om er aan dacht aan te schenken.
Maar ik vond het geen aanbeveling om die druiven te kopen.
Ik heb het er al vaker over gehad. Ik begrijp nog steeds niet dat mensen in deze tijd van het jaar op de fiets stappen in donkere kleding en dan ook nog eens geen licht op hun fiets hebben.
Je kunt die mensen in de schemering of het donker nauwelijks zien en voor het weet zou je ze aanrijden. Je hoeft niet allemaal een felgekleurde jas aan te trekken. Maar zorg dan voor iets van reflecterende strepen of zo. De ANWB verkoopt speciale riemen, die zeer goed afsteken waardoor je duidelijk waarneembaar bent.
En dat geldt dan natuurlijk ook voor voetgangers en sporters. Zorg dat je zichtbaar bent, het kan het verschil maken tussen leven en dood.
Hier had ik al eens iets geschreven over een echt Frans drankje. Niet iedereen is er fan van, maar ik vind het erg lekker. In een mooi glas, met een beetje ijskoud water, met ijs of gewoon puur.
Maar ja, alcohol is nou niet meteen het allerbeste voor een mens en dus beperk ik het drinken van Suze tot zeer spaarzame gelegenheden. Niet erg hoor, want dan smaakt het juist extra lekker.
Maar tussen de 0/0 drankjes in de Franse supermarkt ontdekte ik een klein traytje met een bekend etiket. Zouden ze dat hier alcoholvrij hebben? Ja, verrek! Met niet eens zo veel suiker, niet al te groot formaat. In de boodschappenkar dus.
’s Avonds meteen een glaasje ingeschonken en dat viel helemaal niet tegen. Lekker fris, echt dezelfde smaak als het alcoholische drankje. Een goed en gezellig alternatief.
Dat vind ik dan ook zo leuk van in een vreemde supermarkt snuffelen. Je komt altijd wel wat tegen.
Hier in Nederland draaien we de kraan open en er komt prima drinkbaar water uit. Een luxe die we maar zelden naar waarde schatten.
Dat was in Rotterdam niet altijd zo, want in januari 1963 kwam er bij ons verschrikkelijk bocht uit de kraan. Zout en vies. Daar kon mijn moeder niet mee koken, thee en koffie zetten werd onmogelijk. Het was een ramp op plaatselijk niveau. Heel Rotterdam moest op een andere manier aan water komen.
Mijn vader werkte destijds bij de Heineken Brouwerij en daar werd water uit een eigen bron getapt (en tot bier gebrouwen). Genereus zette de brouwerij de waterkranen open om de Rotterdamse bevolking van water te voorzien.
Maar ook het waterleidingbedrijf zette tankwagens in en verdeelde op regelmatige tijden overal in de stad zuiver en schoon water. Vrienden en familie in streken met goed drinkwater kwamen langs om jerrycans vol af te leveren. Dat water werd als goud, we deden er erg zuinig mee.
Nog lang had het Rotterdamse water een vreemde bijsmaak, maar gelukkig komt er bij ons nu heerlijk helder water uit de kraan!
Het sloeg in als een bom in 1980. Dagen, weken, maandenlang was het niet uit het nieuws weg te denken. Het gifschandaal in Lekkerkerk, waar een woonwijk op vergiftigde grond gebouwd bleek te zijn.
Men ging voortvarend te werk. De mensen moesten hun huis uit, mochten niet meer in de grond graven of werken, kinderen mochten niet meer op straat spelen. Een golf van angst spoelde over de wijk.
Lekkerkerk had toendertijd een burgemeester die het klappen van de mediazwepen kende. Hij was presentator van het programma De Ombudsman geweest en zorgde er dan ook voor dat de affaire niet in de doofpot belandde.
De grond werd afgegraven, gereinigd en nieuwe grond werd gestort. Na verloop van tijd gingen de bewoners terug. De gezondheidsschade bleek niet aantoonbaar. Maar wat moet het een impact op de mensen gehad hebben.
We kregen een “Wet op de bodemsanering” en voortaan was iedereen gehouden om te zorgen dat zoiets nooit meer zou vóórkomen. Ja, ja…….!
De veroorzakers van de verontreiniging -de transporteur en de verffabriek- sloten pas in 2008 een overeenkomst en betaalden elk één miljoen euro, waarvan de gemeente een kwart kreeg.
Nog regelmatig komen er op diverse plekken in het land verontreinigingen aan het licht, maar zo veel palaver als destijds veroorzaken die niet meer.
Het eerste wat ik vroeger in een hotel deed, was kijken in de badkamer. Om te zien of die wel schoon was én om te zien of er stukjes zeep lagen. Meestal was dat het geval, vaak in een leuk papiertje, kant en klaar om te gebruiken. Dat deed ik dan weer niet, ik had mijn eigen zeep meestal mee. Dat stukje (of meer) ging linea recta in mijn koffer. Thuis verzamelde ik die stukjes in een grote pot, voor de show en om te gebruiken bij het fonteintje in het kleinste kamertje.
Niet iedereen nam de zeep mee, maar gebruikte het wel tijdens het hotelverblijf. En wat doe je met al die restanten zeep? Soms worden de stukjes verzameld en verstuurd naar een bedrijf dat de zeep vermaalt en omsmelt naar nieuwe zeepjes. Die worden dan uitgedeeld aan mensen die geen geld hebben om zeep te kopen, maar zich toch moeten wassen. Want hygiëne is tenslotte van groot belang voor iedereen.
Hoe gaat dat in de toekomst? Want steeds meer hotels gaan over op vloeibare zeep en shampoo. Dat moet dan wel weer in plastic flessen. En het hervullen is omslachtig en duurt veel langer dan een stukje zeep neerleggen. Verandering is niet altijd verbetering.
En ik vind het jammer dat de zeepjes langzamerhand verdwijnen. Had toch een bepaald soort charme.
Wees niet verbaasd als je vandaag heel veel vrouwen in het rood gekleed ziet gaan. Ook ik trek vandaag iets roods aan. Geen probleem, want ik draag die kleur graag.
Maar dat ik me vandaag in rood hul, heeft een reden. Want het is dress red day. Met het dragen van rode kleding wordt de aandacht gevestigd op vrouwen met een hartkwaal. En op de hele wereld zijn dat er veel.
Vroeger leek het dat alleen mannen iets aan hun hart kregen, maar vandaag de dag is het aantal vrouwen met hartproblemen is nog steeds stijgend.
Een vrouwenhart is anders dan een mannenhart en daardoor wordt een hartkwaal soms niet snel genoeg ontdekt.
Na mijn hartoperatie in 2016 is mijn verjaardag dus ook altijd verbonden met het dragen van rood. En vanavond in het theater hoop ik dan ook vele “women in red” te zien.
Leo had voor een gerecht kipkruiden nodig en zocht in de supermarkt. Maar helaas, al die potjes -en dat zijn er nog al wat- bevatten voornamelijk zout.
Nou snap ik best dat zo’n kant en klaar potje handig kan zijn, maar al dat zout willen we niet in onze gerechten.
Dus zat er niks anders voor Leo op dan zelf de kruiden te mixen. En al doende ontdekte hij dat je met een redelijke voorraad kruiden eigenlijk van alles kunt klaarmaken. Naar eigen smaak of volgens een bestaand recept.
Dus werd mijn voorraadje kruidenzakjes geïnspecteerd en mixte hij een potje. Zonder zout uiteraard. Dat doen we later zeer beperkt in het gerecht zelf.
Wat we ook ontdekten, is dat die kruidenmixen ongelofelijk duur zijn. En dan krijg je dus vooral zout. Veel leuker en lekkerder is om je eigen mix te maken. Daar heb ik al eerder over geblogd, dus wie recepten zoekt, klikt hier.
In mijn schooltijd kregen we schoolmelk. Ik heb het maar heel kort gedronken.
Jesses, zo’n krat werd vlak bij de verwarming gezet en de melk was dus lauw als je het kreeg. Ik was sowieso een lastig etertje en lauwe melk… Brrr, niks voor mij!!!
De doppen van de melkflesjes werden verzameld voor de Missie of een ander doel. Mijn school was openbaar, dus gerelateerd aan een of andere religie…? Dat betwijfel ik nu.
Toen onze kinderen naar school gingen, kregen ze pakjes mee. Later kocht mijn zus leuke mini-thermosflessen. voor de jongens. Daar had ik een keer warme chocolademelk in gedaan. Einde verhaal, want de melk was zuur geworden en onze kinderen hoefden dus ook geen melk meer mee.
En nu vraag ik me af of de kinderen van nu nog wel wat drinken op school…?
Er zijn van die dingen, die het leven zeer onaangenaam kunnen maken. Niks ernstigs of bijzonders, maar uitermate vervelend. Zoals een kriebel aan je neus.
In het dagelijks leven geen probleem. Je wrijft even en dan is het voorbij. Maar hoe doe je dat dan als je een grote helm op hebt, zoals astronauten. Die zitten helemaal in hun ruimtepak, dus krabbelen is geen optie. Die helm zet je ook niet zomaar af….!
Maar voor (bijna) elk probleem is wel oplossing te vinden. Je moet er natuurlijk wel opkomen. Deze foto uit 1972 laat zien wat er op bedacht is.
Aan de binnenzijde van de helm werd op een strategische plek een stukje ruw klittenband (Velcron) geplakt. En daar kon de astronaut bij een kriebel zijn neus aan krabbelen. Simpel, maar toch heel ingenieus bedacht.
Hoe het verder moet, als hij ook nog gaat niesen…? Dat vertelt het verhaal niet!