Dit bootje hoort bij Trompenburg Arboretum en het ligt heel vaak in de sloot achter de grote schuur.
Vrijwel altijd komen we daar tijdens een wandeling langs. En ook bijna altijd maak ik er een foto van. Die zijn niet altijd even mooi of goed belicht.
En natuurlijk is de omgeving ook niet altijd fotogeniek. Want er is wel veel groen, maar soms is het licht te grijs, te donker of valt er nauwelijks kleur te bekennen.
Maar op de een of andere manier wil ik er dus altijd een plaatje schieten.
Gewoon, voor mijn eigen plezier, want ik vind dit een heel schilderachtig plekje.
Meteen toen ik, ergens in maart, de aankondiging zag van het concert dat Gilbert O’Sullivan zou geven, wist ik dat Leo en ik daar wel heen zouden willen. Dat bleken meer mensen te denken, want ondanks de concertdatum pas in september, was het nog knap lastig een beetje goede plek te krijgen.
Maar afgelopen donderdagavond togen we dus naar het Luxor-theater op Zuid. Eigenlijk hadden we geen idee wat de avond zou brengen. Kwam hij met een groot orkest, een pittige band…? Nee, hij kwam alleen met een fabuleuze gitarist als begeleider en natuurlijk met wat extra digitale ondersteuning. Het werd een heel sfeervol concert, met nieuwe maar natuurlijk ook met oude songs. Ik laat jullie even meegenieten.
Een heerlijke avond, waar we allebei van genoten hebben.
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
West Side Story, het was een legendarische film. Velen zullen hem meerdere keren hebben gezien, een stuk jeugdsentiment.
De film is weer opnieuw gemaakt en dit is een mix van de twee stijlen. Oud en nieuw, maar nog steeds even boeiend.
Je hoort wel eens klagen dat deze tijd zo onpersoonlijk is geworden. Menselijk contact, persoonlijke ontmoetingen, het wordt steeds minder. We communiceren via ons mobieltje, sturen whats-appjes en spreken elkaar nog nauwelijks… Nee, dan vroeger. Toen hadden de mensen nog echt contact. Je ging bij elkaar op visite, schreef echte brieven en ontmoette elkaar in levende lijve.
Of…. zien we iets over het hoofd? Ook vroeger waren er mogelijkheden om zeer onpersoonlijk contact te hebben. Wie regelmatig “Liefde van toen” volgt, weet wel beter. Kijk maar naar deze kleine, akelig kille en onpersoonlijke advertentie.
Geen man met pit, geen persoon om lang om te treuren, lijkt me.
Marie heeft hopelijk al gauw een echte lieverd gevonden.
Meteorologen hebben er een ander mening over, die beginnen de herfst al op1 september. Maar ik ben van de oude stempel en hou het gewoon op 21 september. Vandaag dus.
Vanaf vandaag wordt het steeds kouder en kouder, natter en natter. Mistflarden versieren de ochtend en de wind raast bij tijd en wijle langs het huis.
Binnen maken we het weer knusser. De kaarsen worden uit de kast gehaald, er geurt stoofvlees en rode kool op het fornuis. Het warme dekentje ligt al klaar om koude knieën te voorkomen. En bij dat seizoen hoort dit kunstwerk van Escher “De drie werelden”.
Pure schoonheid van al het verval dat ons naar de winter leidt en dan weer langzaam aan richting lente 😉
Zo nu en dan krijg ik vragen van WordPress die niks met het technisch bloggen te maken hebben, maar alles met wat je ergens persoonlijk van vindt of hebt meegemaakt. Niet vaak zal ik daarop reageren, maar “Deel een verhaal over de verste reis van huis die je ooit hebt gemaakt” zette me wel aan het denken.
Of het echt de verste reis was, maakt niet zoveel uit. Maar onze reizen naar Japan waren voor mij onvergetelijk.
We waren er twee keer, in 2009 en in 2014. En er waren ook zoveel indrukken, dat ik niet kan noemen wat het meeste indruk op me maakte. Was het de netheid, het georganiseerde, de punctualiteit? Of was het toch het eten, dat telkens weer een avontuur was.
Misschien was het vooral de natuur, die een verpletterende indruk op me maakte en het respect waarmee de Japanners die natuur tegemoet traden. Natuurlijk verbleven we meestal in grote steden, met overweldigende gebouwen. Maar op een heel bijzondere manier leek het altijd alsof de natuur dichtbij was.
We bezochten heel veel tempels en tuinen, zoveel dat de namen me ontschoten zijn. Maar wat ik nog herinneren kan, was de serene rust in al die tuinen, ondanks de vele bezoekers. Al irriteerden de vele mensen die selfies maakten ons wel.
Leo en ik hebben vooral genoten van alle schoonheid, de schitterende tuinarchitectuur en de adembenemende herfstkleuren. Dat vooral maakte een onvergetelijke indruk.
Bij Bettie zag ik een muurschildering met pepertjes en leerde ik dat in Italië wordt geloofd dat die zouden beschermen tegen ongeluk, diefstal.
Ik wist het niet, maar al lang geleden kochten wij slierten nep-pepers in China, die jaren aan onze kast hebben gehangen. Goed zichtbaar van buitenaf, maar helaas door de tand des tijds vergaan tot stof, letterlijk!
Deze foto werd gemaakt in Turkije, waar pepers waarschijnlijk ook dienen ter afwering van kwade geesten.
Niet zo gek, want een pepertje kan je danig van je stuk brengen. Als je er op bijt, als je sap in je ogen krijgt. Dus wie weet….
Straks even op mijn boodschappenlijstje zetten en wat extra pepertjes op een goed zichtbare plek leggen. Tenslotte weet een mens maar nooit….!
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Een vrolijk begin, met pittige salsa: Oscar D’Leon in Lloraras. Probeer hierbij maar eens stil te zitten. Lukt het? Nee, dan dans je de week dus in!
Met Pasen kwam onze jongste zoon een beetje lacherig binnen. Uit zijn rugzak haalde hij een katoenen tas van de blauwe super. “Ik heb een cadeautje meegebracht”, zei hij en maakte de tas open. Er in zat iets donkers in, ondefinieerbaar zo op het eerste gezicht.
“Ja, het is een beetje raar cadeau. Eigenlijk is het een tas vol poep.” We keken verbaasd, wat is dat nou…? Het was wormencompost, die hij had verzameld in de wormenton op zijn balkonnetje.
Ik deed de compost in een bloembak en wilde later bloemen zaaien. Maar nog voordat ik daar de gelegenheid voorhad, stond de bak vol jonge plantjes. En wat dagen later bleek dat het merendeel tomatenplanten waren.
Daarop besloot ik de natuur zijn gang te laten gaan. Al eerdere jaren had ik tomaten gezaaid, maar nauwelijks iets geoogst. Nu maar kijken wat dit zou opleveren.
En vorige week kon ik de eerste twee tomaatjes oogsten. Eerlijk gezegd, een super oogst is het ook dit jaar niet geworden. Maar ik heb er dan ook niet al te veel zorg aan besteed. Niks opgebonden,niet gediefd en soms te weinig, soms iets te veel water. En dan toch nog een schaaltje vol heerlijke tomaten.
Dubbel cadeautje, van zoonlief en van de natuur zelf.
We komen er vaak en met veel plezier, want er is altijd veel te zien. De tuin is al heel oud en er staan dan ook heel wat oudere en echt volwassen bomen. De schrijver Ger Fortgens, is meer dan 31 jaar lang verbonden geweest aan de tuin en heeft er met hart en ziel als hortulanus gewerkt.
Het boek leest prettig en geeft een schat aan informatie over bomen, struiken en planten die men in Trompenburg kan vinden. Maar ook over het belang van het zoeken naar de juiste standplaats voor een boom of plant, over vermeerderen en nog veel meer.
In een stad als Rotterdam dreigen bomen vaak het onderspit te delven, want… Ja er moet zoveel gebeuren. Riolering verlegd, straten verbreed of aangelegd. Bomen kunnen in de weg staan en dan wordt soms maar besloten tot het kappen of verwijderen ervan.
Maar juist bomen en planten zorgen voor een betere atmosfeer, de stad wordt er koeler van en de lucht zuiverder. Hopelijk houdt men daar in de toekomst goed rekening mee. Want voordat een boom tot volle wasdom is gekomen, zijn er al gauw een paar decennia voorbij.