Alles eten

Deze vakantie wilden we niet al te ver, maar ook niet ter plekke lange autotochten maken. Dus reden we de laatste dag nog een keer naar Le Tréport. Dat stadje was ook onder een loodgrijze hemel zeer sfeervol gebleken. En nu scheen de zon als op een zomerse dag. En de Funiculaire werkte, dus daar maakten we lekker gebruik van. Er is ook een trap naar boven, maar waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan. Daarboven heb je een heerlijk uitzicht over de kliffen, de zee, de vuurtoren en natuurlijk ligt Le Tréport aan je voeten.

We lieten ons nog even verwennen door de zon, waarna we ook weer afdaalden met de funiculaire. Dan kom je in het oude gedeelte van Le Tréport, het Quartier des Cordiers.

Een wijk vissershuizen, dicht op elkaar, met fraaie balkonnetjes en een heel speciaal sfeertje. In de zomer zullen er wel veel dagjesmensen lopen en toeristen er een appartementje willen huren. Nu was het vrij rustig en we liepen zo maar op de bonnefooi door de straatjes.

En toen begon onze maag te knorren. Tja, wat eet je in een vissersplaats? Iets uit de zee natuurlijk. Dus kozen we voor “crevettes et bulots”. Ja, garnalen kennen we, maar die bulots….? Het bleken flinke wulken te zijn. Manmoedig peuterden we er een uit de schelp en staken het in onze mond. Smaakvol, dat zeker, maar ook nogal wat te kauwen om door te komen. Eerlijk gezegd lieten we er een paar over. De crevettes pelden we -niet al te deskundig- maar wat waren ze lekker.

Daarna een flink pannetje “moules à la meunière”, stokbrood, friet en een klein flesje wijn. En dan een heerlijk dessert en koffie als afsluiter. La vie est belle!!

Hotel

Ach, zo’n goed hotel was het niet. Een beetje vervallen, oude chic en vergane glorie. Maar nu zal het dan toch verdwijnen. Hotel Central, waar voor ons zo’n belangrijke herinnering ligt. Dat geeft toch een klein steekje in ons hart.

Maar ja, zo gaat dat in Rotterdam. Daar moet veel wijken voor nieuwere, grotere en imposante gebouwen. Het zij zo! Alleen de gevel blijft staan, maar daar achter komt een nieuw gebouw met veel meer verdiepingen en dan gaat algauw het authentieke eraf.

Er waren vele illustere gasten, zoals Jimmy Hendrix, maar ook dat is geen reden om het gebouw te bewaren. We moeten vooruit in de vaart der volkeren, nietwaar?

En wij, Leo en ik, zullen alleen nog in gedachten kunnen terugkeren naar die ene avond, 4 december 1971. De avond waarop ik een beetje gespannen in de societeitszaal zat, wachtend op wat komen zou. En toen ineens, donderslag bij heldere hemel, die jongen binnenkwam. Netjes gekleed, blazer, nonchalant zoekend naar wat kleingeld in zijn jaszak.

En ik wist meteen, dit is hem! En daar ben ik nu al meer dan 50 jaar mee getrouwd.

Vakantiedag

Het is nogal stil in Saint Riquier, maar het is prachtig weer. De abdij staat majesteitelijk aan het plein, maar is helaas niet open. Daarnet nog wel, maar nu is het 12 uur geweest en dan… dan willen Fransen eten. Zullen wij dat dan ook maar doen? Ja, goed idee, maar waar? “Daarnet kwamen we langs een cafeetje, waar je vast ook wel wat kunt krijgen”, zegt Leo. En ja, er staan wat tafeltjes, er zitten wat mensen. Maar eten?

We duwen de deur open en krijgen meteen de vraag of we komen voor een repas? Na onze bevestigende knik worden we naar achteren verwezen. En daar rollen we bijna om van verbazing. Want achterin blijkt een flinke ruimte te zijn, die zowat compleet vol zit met merendeels mensen die hun lunchpauze hier doorbrengen.

We krijgen een plekje en gaan zitten. Meteen wordt een grote kan water geserveerd, ligt er een menu en bestek. Het dagmenu lijkt ons wel wat. We kiezen voor een hoofdgerecht en dessert. Drie gangen lijkt ons te veel.

Vrij snel krijgen we een heerlijke schotel met salade, knapperig krakende friet en “potjesvleesch”. Dat blijkt een regionaal gerecht te zijn van flinke stukken vlees van kip, konijn, kalfs- en varkensvlees in gelei. Alles is vers en ter plekke bereid. We nemen er een glas witte wijn bij. Het smaakt ons verrukkelijk. Het dessert is ook al zo lekker, een mooie crème brulée. We sluiten af met een piepklein kopje espresso. Tegen tweeën loopt de zaak leeg en vertrekken ook wij.

En dan is ook de abdij weer te bezichtigen. Groots, indrukwekkend, niet te veel pracht en praal. Maar met mooie details en schilderijen.

Herinnering

Ik zag deze foto op internet, ik weet niet meer waar. Maar onmiddellijk was ik terug in de tijd. Lang, lang, heel lang geleden, de tijd dat ik bij mijn oma in het kleine keukentje stond.

Bron: Google foto’s / Facebook / Instagram ??

We kwamen er niet zo vaak op bezoek. Maar als we er dan waren, wilde ik altijd meteen weer kijken naar dat mooie rek, met die fraai versierde potten.

Ik was veel te klein om er bij te kunnen, maar soms wilde iemand me wel optillen of liet oma me zien wat er in zat. En dan geurde de keuken ineens naar… ja waar naar?

Naar laurier, kaneel, nootmuskaat. En misschien ook wel naar gember of kurkuma. De enige zus van mijn vader, tante Truus, was in Indië geweest en had het nodige meegenomen. Bij haar rook het ook altijd anders dan bij ons thuis, maar wel heel lekker, vond ik.

Die kruidenrekken zijn al weer lang uit de mode. En allerlei exotische kruiden kunnen we nu te kust en te keur kopen in de supermarkt of toko. Maar dat voelt toch net een tikkie anders dan toen…

Rood

Wees niet verbaasd als je vandaag heel veel vrouwen in het rood gekleed ziet gaan. Ook ik trek vandaag iets roods aan. Geen probleem, want ik draag die kleur graag.

Maar dat ik me vandaag in rood hul, heeft een reden. Want het is dress red day. Met het dragen van rode kleding wordt de aandacht gevestigd op vrouwen met een hartkwaal. En op de hele wereld zijn dat er veel.

Vroeger leek het dat alleen mannen iets aan hun hart kregen, maar vandaag de dag is het aantal vrouwen met hartproblemen is nog steeds stijgend.

Een vrouwenhart is anders dan een mannenhart en daardoor wordt een hartkwaal soms niet snel genoeg ontdekt.

Na mijn hartoperatie in 2016 is mijn verjaardag dus ook altijd verbonden met het dragen van rood. En vanavond in het theater hoop ik dan ook vele “women in red” te zien.

Even omdraaien

Bron: Instagram / Calm

Dat er een speciale uitdrukking (in het Schots) was om aan te geven dat je nog even lekker in bed blijft, omdat je toch geen andere verplichtingen hebt, dat wist ik niet.

In een werkzaam leven zal de gelegenheid voor “hurkle-durkle” zich niet al te vaak voordoen. Maar in het weekend zullen er toch velen zijn die zich heerlijk schukkerend nog even onder de dekens verschuilen.

Pensionado’s hebben bijna elke dag de tijd daarvoor. Tenminste als ze geen plannen hebben of niet houden van uitslapen.

Leo en ik hebben geen moeite met eventjes langer blijven liggen. Dus hurkle-durklen we soms nog wel eens. Wat maakt het uit, als je er maar goed bij voelt.

Maar je begrijpt, op de tijd dat dit blog het internet opgaat, draaien wij ons zeker nog even lekker om!

In alle seizoenen

Dit bootje hoort bij Trompenburg Arboretum en het ligt heel vaak in de sloot achter de grote schuur.

Vrijwel altijd komen we daar tijdens een wandeling langs. En ook bijna altijd maak ik er een foto van. Die zijn niet altijd even mooi of goed belicht.

En natuurlijk is de omgeving ook niet altijd fotogeniek. Want er is wel veel groen, maar soms is het licht te grijs, te donker of valt er nauwelijks kleur te bekennen.

Maar op de een of andere manier wil ik er dus altijd een plaatje schieten.

Gewoon, voor mijn eigen plezier, want ik vind dit een heel schilderachtig plekje.

Nostalgie

Meteen toen ik, ergens in maart, de aankondiging zag van het concert dat Gilbert O’Sullivan zou geven, wist ik dat Leo en ik daar wel heen zouden willen. Dat bleken meer mensen te denken, want ondanks de concertdatum pas in september, was het nog knap lastig een beetje goede plek te krijgen.

Maar afgelopen donderdagavond togen we dus naar het Luxor-theater op Zuid. Eigenlijk hadden we geen idee wat de avond zou brengen. Kwam hij met een groot orkest, een pittige band…? Nee, hij kwam alleen met een fabuleuze gitarist als begeleider en natuurlijk met wat extra digitale ondersteuning. Het werd een heel sfeervol concert, met nieuwe maar natuurlijk ook met oude songs. Ik laat jullie even meegenieten.

Als de clip niet start, dit is de link

Een heerlijke avond, waar we allebei van genoten hebben.

Maandag met muziek

Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.

West Side Story, het was een legendarische film. Velen zullen hem meerdere keren hebben gezien, een stuk jeugdsentiment.

De film is weer opnieuw gemaakt en dit is een mix van de twee stijlen. Oud en nieuw, maar nog steeds even boeiend.

Als de clip niet start, dit is de link

Niks nieuws

Je hoort wel eens klagen dat deze tijd zo onpersoonlijk is geworden. Menselijk contact, persoonlijke ontmoetingen, het wordt steeds minder. We communiceren via ons mobieltje, sturen whats-appjes en spreken elkaar nog nauwelijks… Nee, dan vroeger. Toen hadden de mensen nog echt contact. Je ging bij elkaar op visite, schreef echte brieven en ontmoette elkaar in levende lijve.

Of…. zien we iets over het hoofd? Ook vroeger waren er mogelijkheden om zeer onpersoonlijk contact te hebben. Wie regelmatig “Liefde van toen” volgt, weet wel beter. Kijk maar naar deze kleine, akelig kille en onpersoonlijke advertentie.

Bron: Instagram / Liefde van toen

Geen man met pit, geen persoon om lang om te treuren, lijkt me.

Marie heeft hopelijk al gauw een echte lieverd gevonden.