We hebben dan nu toch onze Corona-virus besmettingen. En wat kunnen we er hijgerig over doen.
Met name het NPO-nieuws op de tv maakt er naar mijn mening een beetje een potje van. Met experts, verslaggevers voor het ziekenhuis, met ellenlange verhandelingen.
Het is beslist een ernstige zaak. Niemand zal daar aan twijfelen. Maar het lijkt mij onvermijdelijk dat we er allemaal in meer of mindere mate mee te maken krijgen. En wat kun je er tegen doen? Niet veel! Zorgen dat je gezond eet, geen grote mensenmassa’s opzoeken, wat vaker je handen wassen en verder hopen dat het je deur voorbijgaat.
Gelukkig zijn er ook nog mensen die er een beetje humor in zien, zoals deze man die ik op Facebook voorbij zag komen. Beter dan de op geld beluste graaiers die waarde-loze mondkapjes tegen woekerprijzen verkopen.
Er bestaat al langere tijd een site die “Omdenken” heet. Waar gevraagd wordt eens wat verder te kijken dan je neus lang is. Want waarom zou het alleen maar rechtsom of rechtdoor kunnen. Linksom of achteruit zou best eens mogelijk kunnen zijn.
Vorige week vond ik een prachtig voorbeeld van omdenken. Bekijk dit filmpje maar eens.
Ergens op onze zolder stond nog een hele doos met Lego spulletjes. Die heb ik meteen naar beneden gehaald en de poppetjes en andere niet ter zake doende dingen uit gesorteerd. De blokjes gaan nu richting Hanau, waar ze nuttig gebruikt gaan worden.
Leo ging boodschappen doen en ik vroeg hem ook een pak zakdoekjes mee te brengen. Hij kwam thuis met een enorm pak met 42 pakjes.
“Is het genoeg?” vroeg hij. “Nou, daar kunnen we wel een tijdje mee vooruit”, vond ik. Maar toen begonnen we beiden te sniffen en te snotteren. En dan gaat het hard.
Dus haalden we nog zo’n pak, voor het geval dat. Want met al die rare berichten over virussen en quarantaine moet je op alles voorbereid zijn, nietwaar?
Gelukkig zijn we alle twee weer helemaal opgeknapt. Laten we dat maar zo houden!
Je ziet ze te pas en te onpas afgebeeld. Zoals hier in Delft op een bank voor een Delfts Blauw winkel, waar nog veel meer kussende boeren en boerinnetjes te koop zijn.
En deze vond ik op een koekje bij de koffie ergens in Rotterdam.
Ze zijn enorm populair bij toeristen, dus altijd raak!
Ik spaar die kussende paartjes niet, maar soms vind ik het toch wel erg leuk om ze eens op mijn blog te zetten. Bij deze dus!
Ik ging naar Gent voor de tentoonstelling van Jan van Eyck. En omdat Leo daar niet zo’n zin in had, ging ik alleen, met de trein.
Jammer genoeg heb ik al een tijdje last van een zere knie. Ik hoopte dat die pijn over zou zijn, maar juist bij dit bezoek kreeg ik enorm veel last. Veel trappen lopen is dan natuurlijk niet prettig, maar ik ontkwam er in het MSK niet aan. Het vergalde een beetje het plezier van de tentoonstelling die absoluut zeer mooi is.
Er zijn nog maar een kleine twintig werken van Van Eyck in de wereld. Het enige in Nederlands bezit behoort aan Museum Boymans van Beuningen en ik weet dat ik daar vaak naar heb staan kijken.
Maar van de andere werken zijn natuurlijk vele foto’s in omloop. En dat is dan een beetje verraderlijk. Want die foto’s lijken vaak groter dan het originele werk. Maar het origineel is natuurlijk toch altijd het allermooist. Ongelofelijk dat de werken al meer dan 750 jaar geleden geschilderd werden. De kleuren, de details, de levendigheid, het maakt nog steeds een verpletterende indruk.
Ik was van plan om ook nog een bezoek aan de St. Baafskathedraal te brengen om daar het Lam Gods te bekijken. Maar nee, mijn knie liet me weten dat zoiets beslist geen goed idee was. Dus nam ik de trein terug naar Antwerpen.
Niet alle werken van Jan van Eyck zijn in Gent te zien. Sommige schilderijen zijn zo fragiel dat ze niet uitgeleend kunnen worden.
Wie ook naar Gent wil gaan, doet er verstandig aan om kaarten van te voren te bestellen. De tentoonstelling is vrij druk en dus is het zinvol om een wat rustiger tijdslot te kiezen.
Je bent maar een paar kilometers over de grens, men spreekt er nog steeds Nederlands, nou ja, Vlaams. En toch is er heel veel anders.
Want hier in Gent zag ik een bureau voor een poetsdienst. Kijk, dan weet je tenminste wat men daar voor je regelt. Je kunt er iemand vragen je huis te komen schoonmaken. Maar zou je dat doen, dan geeft dat weer vragende gezichten aan de andere kant van de balie. Want in België heet dat kuisen. Kuis kennen wij wel, maar in een heel andere betekenis.
Maar goed, het maakt het lopen in zo’n stad ook weer erg leuk. Je ziet andere dingen, beleeft ook andere dingen. Want wie in België wacht bij een zebrapad, ziet dat het verkeer meteen stilhoudt, zodat je veilig kunt oversteken. En daar was ik dan weer een beetje verbaasd over. In Rotterdam rijden ze soms knetterhard door.
Wie reist, ook dicht bij huis, ontdekt nog eens wat.
Hoeveel hevig verliefde mensen zullen vandaag verlangen naar zo’n boeket van hun hartendief? Of naar een mooie kaart, vol bloemen, harten en kusjes?
En hoeveel verdriet zal er zijn als je droom niet uitkomt? Voer voor psychologen, toch? En voor de commercie een uitgelezen kans om allerlei zaken aan de man te brengen. Van mooie lingerie tot chocola, van kaarten tot …. nou ja, vul zelf maar in.
Tijdens de fototour in Delft kwamen we deze zaak tegen. Nou ja, er zijn erg veel horeca gelegenheden in Delft, dus dat is ook niet zo verwonderlijk. Maar toen ik de naam en de bijbehorende borden zag, ontspon in mijn hoofd meteen dit telefoon-gesprek 😉 😉 😉 :
Hallo? Waar ben je? Ik zit even bij Moeke… Bij Moeke?Ja! Waarom?Nou, Moeke heeft gin.Oh…? En Moeke brouwt haar eigen bier…. Ja,ja, en is dat dan wat? Ja zeker! IPA, Blond en ook nog Weizen. Trouwens, Moeke ruimt haar kelder op. Het duurt dus nog wel even voor ik weer thuis kom. Oh ja, zucht….. ik zie het wel…. !!!
De plaatjes spreken gewoon voor zichzelf, nietwaar?
Wanneer we staan te wachten op een metro, schalt steevast de stem van de omroepster over het perron. “Wij maken u er op attent dat roken verboden is op alle perrons en stations van de metro“.
Wij roken al jaren niet meer, dus op ons is die boodschap niet van toepassing. Maar er zijn beslist hordes mensen die nog wél roken. En dat die dus geen sigaret mogen opsteken op een perron dat volkomen in de buitenlucht ligt, vind ik nog steeds vreemd. Binnen, ja dat is begrijpelijk. Niet alleen voor de luchtkwaliteit, ook in verband met brandveiligheid. Maar buiten? Ik vind het nog altijd erg betuttelend. En een inbreuk op iemands vrijheid. Want ook al is roken slecht, je hebt nog steeds een eigen keuze.
Veel mensen steken dus hun rokertje maar op even buiten het perron, met als neveneffect een enorme peukentroep.
Normaal snoep ik (niet meer) zoveel. Maar onderweg wil ik natuurlijk wel de lokale lekkernijen proeven.
En wat eet je in Zeeland? Natuurlijk een bolus. En een beetje zoeken op Google leidde ons naar de beste bolusbakker, die in Clinge zit. Omdat we toch van plan waren naar Hulst te gaan, waar Clinge dicht in de buurt ligt, besloten we het eten van een bolus uit te stellen tot de laatste dag.
Tegen één uur waren we bij de bakker, maar die was nog gesloten. En zoiets als een klein cafeetje bij de bakkerij zagen we ook niet. We reden even rond en konden na enen de bakkerij weer in. En kochten de twee laatste (!) bolussen. Helaas, geen koffie erbij dus. Maar ze smaakten wel heerlijk, al aten we ze dan op een parkeerterrein verderop in het dorp.
Misschien ga ik die bolussen nog wel eens zelf bakken. Met dit recept moet het lukken.