Wat is dat…?

Wat ligt er nu toch in mijn keukenzeef? Het lijkt wel kaviaar…;-)

Dat is het niet. Het zijn linzen, kaviaar- of Belugalinzen. Ik wist wel van het bestaan, maar had ze hier nog nooit gezien. Ik vond ze vorig jaar op Zakynthos en nam een zak mee in mijn koffer.

En toen ik een recept op You Tube vond, moest ik ze natuurlijk een keer proberen. En waren ze lekker? Nou en of.

Ik volgde het hele recept op de voet. Dan wordt alles in de pan gitzwart, ook de oranje wortel. Dus zal ik een volgend keer wat van het groentenmengsel achterhouden en later op de borden strooien. Ook voegde ik op het laatst -zoals ik in een ander recept las- nog wat stukjes blauwe kaas (Stilton) en tomaatjes toe. Maar pittige (geiten)kaas kan ook. Een vers gebakken broodje er bij. Heerlijk.

Ik heb nog wel wat linzen over, maar als ze op zijn ga ik hier zoeken voor nieuwe voorraad. Leo had al uitgezocht dat ze bij Ekoplaza te koop zijn. Dat zal dus niet zo’n probleem zijn.

Bakken

Deze foto stond op Facebook als herinnering aan mijn bakworkshop bij Robèrt Bekhove in 2014.

In de jaren tussen toen en nu is heel veel gebeurd en ook veel veranderd.

Maar bakken doe ik nog steeds heel graag. Maar wat er uit de oven komt, moet ook opgegeten worden. En dat is wel lekker, maar past niet altijd in de dagelijkse maaltijden. Wanneer er bezoek komt, heb ik wel weer een mooie reden om iets in de oven te schuiven.

En deze koekjes, die ik afgelopen weekend bakte, zijn zo lekker. En met mate genuttigd… nou ja 😉 😉 😉

Het recept heb ik uit de Bakbijbel van Rugter van den Broek:

HAVERMOUTKOEKJES
2 eieren
130 gr (donkere) rozijnen
1 tl kaneel
1 sinaasappel, rasp
100 gr boter, op kamertemperatuur
130 gr rietsuiker
130 gr donkere basterdsuiker
¼ tl zout
1 tl vanille-extract
200 gr bloem
2 tl bakpoeder
180 gr havermout
50 gr wal-of pecannoten, grofgehakt

Meng de eieren, rozijnen, kaneel en de sinaasappelrasp door elkaar en laat het mengsel 1 uur staan. Verwarm intussen de oven voor op 180 °C. Doe de boter, suiker, het zout en de vanille in een kom en mix dit kort.
Meng vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoorheen en roer daarna het ei-rozijnenmengsel hier goed doorheen. Voeg als laatste de havermout en de gehakte walnoten toe. Maak balletjes van het deeg ter grootte van een walnoot en druk deze iets plat.
Leg ze met voldoende tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze 10 tot 14 minuten lichtbruin.
Laat de koekjes afkoelen op een rooster.

Lekker bij een kopje koffie of thee!

Recept

Alle boodschappen waren al in huis, toen het bezoek afbelde. Daar zat ik met een koelkast vol groenten. Tot overmaat van ramp had Leo een dubbele portie puntpaprika’s meegenomen. Wat moest ik daar nou mee?

Ja, je kunt het invriezen. Maar ik besloot om dan maar deze week wat eenzijdiger te koken. Ik keek nog eens in de groentenla en zag ook nog twee dozen champignons me aanstaren.

Maar daaruit resulteerde dit redelijk simpele recept:

Bron: Google afbeeldingen

1 blik (of pot) (witte) bonen
250 gram champignons, in plakjes
1 flinke (rode) ui, gehakt
1 teen knoflook, fijngehakt
2 flinke puntpaprika’s, in reepjes
een handjevol gehakte peterselie
1 theelepel (gerookt) paprikapoeder
snuf hete paprika of cayennepeper
1 theelepel tijm
1/2 theelepel rozemarijn
peper en zout naar smaak
olijfolie

Verhit de olie, fruit de ui en paprika er even in. Voeg de gesneden paprika’s toe en laat even smoren. Voeg de kruiden toe, wat water als het te droog wordt. Doe er dan de champignons bij en laat die even goed bakken tot ze vocht verliezen. Voeg eventueel nog wat water toe.
Spoel de bonen af en laat uitlekken. Voeg toe aan het champignonmengsel en laat goed warm worden. Roer er de peterselie door. Breng goed op smaak met peper en zout.

Serveer met wat brood

EET SMAKELIJK!!

Ik improviseerde met wat ik in de koelkast en voorraad vond. Ga dan ook heel soepel om met wat ik aan ingrediënten opgeef. Neem andere bonen, vervang de peterselie gerust door bleekselderij of zelfs rucola. Net wat je zelf lekker vindt 😉 😉

Zelfgemaakt

Zo een lekkere pot met “klassieke”pesto. Maar… pesto van eigen oogst basilicum.

Ik kocht, nog voor de C-crisis, gewoon bij de Lidl een pakketje met aarde, zaad en bakje en zaaide zoals het op de instructies stond. Ik keek de zaadjes de grond uit. Elke ochtend sproeien en kijken. Maar pas na een paar weken werd mijn geduld beloond.

En alsof die sprietjes toen haast hadden te groeien, schoten ze de grond uit. Nu staan er op het rek voor mijn keukenraam meerdere potjes met felgroene blaadjes. Die geuren zo heerlijk. En het smaakt ook verrukkelijk.

Het is maar een “moestuintje” van niks, maar het plezier is er niet minder om.

Reclame

De TV-reclame duurt me vaak veel te lang. En dat niet alleen, het is schreeuwerig, vaak uiterst dom en onnodig. Want we hebben tenslotte alles al. En zouden we niet een beetje minder gaan doen? Nou dan!

Maar toch, zo nu en dan vind ik sommige reclames wel grappig. In ieder geval heel creatief bedacht. Zoals deze. Van zo’n stapel burger broodjesmonsters word ik vrolijk. Lekker zomers, weer eens wat anders dan anders.

En ik bewonder het brein dat zich hierop heeft mogen uitleven. Alle broodjes net iets anders. Met grote scheve tanden, een lange tong en uitpuilende oogjes. Dit vind ik nou goed bedacht.

Maar kopen? Nee, wij hebben geen barbecue en eten zelden burgers. Maar wie wel wil, kan deze week dus terecht bij de grootgrutter 😉

Kersentijd

Vroeger kocht mijn moeder wel eens een mandje met kersen. Heerlijk, samen zaten we dan te smullen. Eerst de tweelingkersen uitzoeken en als oorbellen over je oren hangen. En dan zo’n zalig zoete kers in je mond steken, doorbijten, de pit net zo lang in je mond houden totdat ie helemaal glad en zonder vruchtvlees was.

Onze kinderen vonden kersen ook lekker. Oudste heeft eens een heel schaaltje met pit en al opgegeten. Dat schijnt niet zo goed te zijn. Desondanks is ie mooi groot gegroeid 😉

Vorige week las ik dat er bijna geen hoogstam kersenbomen meer zijn. En dat het beroep van kersenplukker daarmee dreigt uit te sterven. Op de foto staat een van de laatste kersenplukkers met een bak dikke, grote en donkerrode kersen.

Die zelfde soort kersen herkende ik op het taartje dat François Perret (de beste patissier ter wereld) voor zijn moeder bakte. Ook daarop dikke donkerrode kersen. Je zou denken nog met pit, maar binnenin zit een vulling (room, witte ganache… wie zal het zeggen?).

Wat zou ik zo’n taartje graag kunnen bakken. Maar dat is te hoog gegrepen voor deze thuisbakster.

Maar binnenkort wil ik toch eens een keer een kersenslof bakken. Dat zal beslist ook heel lekker zijn.

Bakken

Voor moederdag kreeg ik de Bakbijbel van Rutger van den Broek. Bakken van A tot Z, van aardbeienslof tot zandkoekjes, zal ik maar zeggen.

En ja, dan is het niet meer dan logisch dat er zo nu en dan gebakken wordt. En vorige week bakte ik de dadelcake uit het boek.

Niet al te moeilijk, met dadels natuurlijk, maar ook met kaneel, nootmuskaat en kruidnagel. Het geurde verrukkelijk in huis.

En het smaakte ook zo lekker. Zestien stukjes haalde ik eruit en die werden niet oudbakken 😉

Nu maar weer eens bedenken wat ik volgende keer zal maken.

Recept

Nu ik nog maar één keer in de week boodschappen haal, is het zaak goed te plannen wat we in de loop van de week zullen eten.

Peulvruchten zitten sowieso een keer ertussen, met een saus of als curry. Maar verder natuurlijk vooral verse groeten, die wel een beetje te bewaren zijn.

Vorige week had ik weer eens paprika mee genomen en daar maakte ik Shakshuka van. Dat is een recept waarin heel veel eigen variatie mogelijk. Leo vond het erg lekker en daarom deel ik het met jullie.

Bron: Google foto’s

Sahkshuka (voor 2 personen)
1 ui, gehakt
2 tenen knoflook, gehakt
1 pepertje, gehakt
3 paprika’s, gehakt
3 stengels bleekselderij, in blokjes
1 lenteui, gehakt
½ bosje peterselie, gehakt
2 tomaten, in kleine stukjes
1 eetlepel tomatenpuree
4 eieren
1 theelepel gemalen komijn
1 theelepel (gerookte) paprika
½ theelepel gemalen korianderzaad
½ theelepel oregano
(olijf) olie om in te bakken

Verwarm de olie en fruit hierin de ui, knoflook, pepertje en bleekselderij licht aan.
Doe de tomatenpuree erbij en bak even mee. Strooi de kruiden erover en roer goed door.
Voeg de paprika toe en laat alles ongeveer 5-10 minuten zachtjes bakken. Doe er eventueel wat water bij als het te droog wordt.
Voeg de tomaten erbij, net als de lenteui en peterselie en laat alles nog even goed door bakken. Proef en breng op smaak met zout en peper.

Maak in de groenten vier holletjes en breek daarin de eieren. Zet het vuur laag en laat de eieren stollen totdat het wit gaar is en de dooier eventueel nog wat zacht.
Bestrooi de eieren nog met wat zout en peper en eventueel nog wat peterselie.

Serveer met brood.

EET SMAKELIJK!!

Vrolijke keuken

Koken en bakken is niet alleen heel leuk om te doen, het is ook leuk om naar te kijken. Ik heb op YouTube verschillende abonnementen van bekende patissiers tot aan gezellige koks of kokkinnen.

Een van de gezelligste vind ik zelf die van Jenny can cook, een van oorsprong Poolse Amerikaanse. Ze houdt van kleuren en dat is te zien aan haar keuken. Bekers, potten, lepels en spatels zijn allemaal vrolijk gekleurd en alles straalt een enorme gezelligheid uit.

En maakt ze ook lekkere dingen? Ja nou, en ook nog eens niet al te ingewikkeld. Al roerend en lepelend praat ze honderd uit, geeft adviezen en lacht daarbij voortdurend. Het is echt zo’n vrolijke keuken.

Laatst zag ik haar aardappel-pannenkoekjes maken. Dat stond dus ’s avonds op ons menu en waren heerlijk. Hier zie je hoe je die kunt maken:

Wit goud

Vroeger, toen ik nog aan de hand van moeder en vader, op vakantie naar Brabant ging, was het altijd vaste prik. Eerst asperges eten. Als ze erg duur waren in die tijd, kreeg ik alleen aspergesoep. Maar soms lagen de witte stengels in het gelid op mijn bord.

Asperges zijn er maar kort en dus moet je ze eten als ze er zijn. Vorige week kocht ik ze bij de grootsuper. Vraag me nou niet hoeveel ik daarvoor betaalde, want in deze vreemde tijd doe ik mijn boodschappen met een lijstje in mijn hand. Geen acht slaand op bonus of reclame, leg ik mijn zaken in de boodschappenkar. Ons geld besteden we nu aan niet veel meer dan de dagelijkse boodschappen.

Maar donderdag waren de asperges bij Appie uitverkocht. Pas ’s middags zouden nieuwe komen. En nog een keer in die rare boodschappenmodus, nee… Dan maar een alternatief voor de zondagse maaltijd.

Toch moest ik gisteren nog een keer naar het winkelcentrum en dus keek ik nog even in de supermarkt. Weer niks, maar verderop zit een groenteboer. Die bezoek ik zeer zelden, want hij is nogal aan de prijzige kant. Ik vroeg even, op de juiste afstand uiteraard, of hij asperges had. Jazeker, natuurlijk mevrouw. Dus wachtte ik netjes voor de winkel op mijn beurt om binnen te mogen. Ja, daar lagen ze. Mooie dikke roomwitte asperges. Hoeveel wilt u? Nou ja, een stuk of eh…. toen zag ik de prijs. Of ik even ook roomwit uitsloeg weet ik niet, maar slikken deed ik wel. Doet u maar… even aarzelde ik. Doet u er maar 8, zei ik resoluut. Het totaal bedrag benam me nog even de adem.

Er komen straks nog vele dagen met genoeg vrije tijd om over die exorbitante prijs na te denken. Maar mijn schoondochter heeft gelijk, dat is geen groenteboer, dat is een groentenjuwelier.