Eten weggooien vinden we zonde. Meestal kook ik op maat. Maar hebben we toch een restje dan eten we dat de volgende dag. Of ik maak er nog iets van.
Voordat we een weekje naar Limburg gingen, maakte een pannetje soep. Toch bleef er nog een restje over. Te veel om die laatste avond op te eten, te weinig om in te vriezen.
Maar waarom zou je geen soep als ontbijt kunnen eten…? Dus zaten we ’s morgens aan een kopje soep. Lekker warm, een beetje pittig en absoluut geen straf.
Ach waarom ook niet? We aten het al vaker, op vakantie in Vietnam, in China en in Japan. Soep smaakt altijd. Ik denk zelfs dat je me er wakker voor mag maken….!
Ik denk dat er heel veel mensen zich het hoofd breken hoe ze nu minder gas zouden kunnen gebruiken. We zijn er zo aan gewend, dat we koken zonder ons te realiseren hoeveel gas (of elektriciteit) we daar bij gebruiken.
Natuurlijk zijn er allerlei tips geweest, soms absurd, soms heel bruikbaar.
Net als Jans van de strip probeer ik mijn steentje bij te dragen. Zo kook ik tegenwoordig aardappelen en pasta een stuk korter dan anders.
Ik zet de aardappelen op met kokend water en laat ze 8 minuten met het deksel erop koken. Dat wil zeggen de eerste 2 minuten vol gas, zodat ze echt goed pruttelen en dan het gas lager. Daarna doe ik het gas uit en laat ze nog zo’n 10 minuten in het hete water staan. Dan zijn ze goed gaar. Afgieten en daarna hooguit nog even droogstomen, maar dat is secondenwerk.
Dat doe ik ook met pasta. Dat kook ik zelfs maar 3 minuten op vol vermogen en dan gaat het deksel erop, de gaskraan uit en gaart alles na in ongeveer 10 tot 13 minuten.
Eieren koken is bijna een wetenschappelijk experiment geworden. Leo kookt ze meestal. Gebruikte hij daarvoor meestal een gewoon metalen steelpan, nu zet hij de eieren op in een klein pyrexpannetje met deksel. Zodra ze koken, gaat het gas uit en kookwekker op 2.35 minuten voor een zacht eitje en 4.30 minuten voor hardgekookte eieren.
Ach, het is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat. Maar ja, vele kleintjes maken één grote! En het geeft zo’n duurzaam gevoel 😂🍀
Tijdens onze reizen in Azië hebben we het gezien, maar nooit gegeten. Insecten, zoals sprinkhanen, krekels.
Nu is het mogelijk dat krekelmeel aan onze producten, zoals brood, pizza, koekjes en zo, wordt toegevoegd. Ik ben daar niet blij mee.
Wie insecten wil eten moet dat vooral doen. Maar krekelmeel toevoegen (misschien stiekem zonder dat we het weten) gaat me te ver.
Ik verwonder me ook over de nogal fletse reacties. Want krekels en sprinkhanen zijn dan wel niet aaibaar, maar toch ook dieren en schepselen van de natuur.
Maken veganisten een hoop misbaar over chocola die niet vegan is, maar stoppen ze dan wel brood met krekels in hun mond?
Traditiegetrouw worden in Nederland op 31 december oliebollen gebakken. Maar wellicht wordt het jaar na minder, want het is best wel een klus. Eerst beslag maken, laten rijzen, bakken in hete olie en dan nog de keuken weer aan kant maken.
Wil je ook nog wat hapjes voor de avond maken, ben je toch een flinke tijd druk in de keuken.
Dit jaar was ik van plan oliebollen te bakken in de airfryer.
Niet te veel, want zoveel eten we er niet. Gewoon om te zien, hoe dat er uit komt en natuurlijk hoe het smaken zal.
Ik wilde het recept van Pauline gebruiken al zal de vulling ietsjes anders zijn. Maar voor het eindresultaat mag dat niet uitmaken. Helaas voelen we ons nogal grieperig en moet ik niet aan bakken denken.
We halen misschien wat bollen bij de bakker of oliebollenkraam. Jullie zullen dus nog wel even moeten wachten hoe dat experiment verliep.
Dit is ze dan, mijn hooimadam. Een gezellig type, aldus onze oudste zoon.
Ze mag wel niet moeders mooiste zijn, ze werkt uitstekend. Ik kook er bijvoorbeeld zilvervliesrijst in. Dat moet altijd 25 minuten doorkoken. En dat kost tamelijk veel gas.
Nu zet ik ‘s-morgens 500 gram zilvervliesrijst op met een halve liter koud water, vul als dat kookt aan met nog een halve liter kokend water uit de waterkoker. Mijn pan is dan net vol. Tien minuten zachtjes laten doorkoken en dan in de hooimadam.
‘s-Avonds is de rijst gaar. Natuurlijk is zo’n volle pan veel te veel voor één keer. Dus ik verdeel het in porties en vries die in. Extra voordeel: geen aangekoekte rijst in de pan.
Ik kookte er ook al met succes groentenbouillon in en peulvruchten. En ik bedacht dat het misschien helemaal niet zo gek is om eens te kijken of het ook met aardappelen of pasta zal gaan. Ik hou jullie wel op de hoogte.
Ik moet wel een beetje plannen en vooruitzien. Maar dat heb ik er graag voor over.
In mijn kookboekenkast staat een uiterst praktisch boek ” 365 dagen eten onder 10,00 gulden”. Ik heb er heel vaak iets uit gemaakt in de tijd onze jongens in de groei en dus hongerig waren.
Nu zie ik in de Allerhande een artikel over koken voor minder dan 10 euro. Weliswaar voor 5 dagen, dus er moeten nog heel wat meer recepten komen om een heel jaar zuinig te kunnen koken.
Maar wat een verschil met de recepten in mijn oude boek. Destijds had nog niemand het over “traybake” of “pokebowl”.
Mijn oude boek is zuinig uitgevoerd, met weinig illustratie en op goedkoop papier gedrukt. Praktisch, maar niks flitsend of hoogglans.
Groenten, aardappelen en een stukje vlees waren de hoofdingrediënten van de maaltijd. Witte rijst of elleboog macaroni kwamen sporadisch ter tafel.
Groenten staan gelukkig nog steeds hoog op de boodschappenlijst. Maar nu staan daarnaast pompoenpitten, lasagnebladen, (volkoren) fusili op het boodschappenlijstje.
Ik ga eens zoeken naar wat ik toen regelmatig op tafel zette en wat ik nu uit die Allerhande ga maken.
Op vakantie zijn is heerlijk. Lekker slenteren in een onbekende stad, winkeltjes kijken. En dan ineens voor de etalage staan van een kookwinkel.
In Nederland al niet zo maar aan voorbij te lopen. Maar in Bologna was het helemaal een hemeltje voor een kookfanaatje als ik.
Allerlei apparaten, spatels, deegrollen, vormen en wat er al niet nog meer te koop is om heerlijke pasta te maken.
Ik moet er een hele tijd hebben rond gelopen, genietend van al dat leuks. En ik kocht er ook iets. Maar wat….? Iets onontbeerlijks, vast en zeker. Helaas, ik heb geen idee meer wat.
Want eh, ik maak nooit zelf pasta. Dat koop ik echt gewoon bij de super 😉
Natuurlijk wilde ik graag een recept uit het Vega kookboek van Karin Luiten maken. Nu nog kiezen wat het dan wel zou worden.
Vorige week besloot ik, na grondige inspectie van de groentenla, dat het tijd werd de aubergines op te maken. En ik belandde de aubergine in de “linzenmoussaka” op mijn eettafel.
De meeste recepten zijn voor 4 personen, dus moest ik een beetje schipperen en eigen hoeveelheden aanpassen. Op papier leek het nog wel enig werk, maar uiteindelijk was het een fluitje van een cent.
Het resultaat zag er heerlijk uit. Een mooi goudbruin korstje met van binnen een flinke portie groenten. Want naast die aubergines en natuurlijk linzen, gaan er ook tomaten, uien, knoflook en peterselie in. En het smaakte ook heerlijk! Weer een gerecht dat ik nog wel vaker op tafel zal zetten.
Nou is het geen kunst om dat recept hier te geven. Maar allereerst maak ik dan inbreuk op het auteursrecht. Maar ik vind dat ook niet eerlijk tegenover Karin Luiten. Haar boek ligt nog maar te nauwer nood in de boekhandel. Wie het gerecht dus maken wil, zal dat boek moeten kopen…
Dit keer houd ik het recept voor mezelf. Misschien dat het er later van komt om het alsnog te kunnen publiceren. Ik publiceer heus wel recepten van haar op mijn blog, maar die hebben dan al op andere media gestaan of heeft zij gepubliceerd in de krant.
Op mijn boodschappenlijstje van vorige week stond onder andere het “Vega kookboek van Karin Luiten”, dat ik mezelf had beloofd. Het was even zoeken, maar gelukkig vond ik het tenslotte in het schap van de week- en maandbladen. Een onbeschadigd exemplaar, in krimpfolie en met een AH-streepjescode erop.
Omdat ik het niet tussen en op mijn andere boodschappen wilde leggen, zette ik het op het uitklapzitje van het karretje. Het was mijn laatste boodschap, dus liep ik naar de kassa om af te rekenen. Ik legde alles op de band, scande mijn app en gaf de chagrijnige kassière antwoord op haar vragen. Kraskaartjes, zegels? Graag, graag… 😉
Ik pakte wat verderop mijn boodschappen in de tassen en liep de zaak uit, via de scancode op mijn kassabon. Eenmaal buiten viel mijn oog ineens op het boek. Hemeltje, dat had ik helemaal niet afgerekend. Welgeteld één seconde overwoog ik om stoïcijns door te lopen, maar ik bedacht me dat ik geen enkel recept uit een achterovergedrukt boek zou kunnen maken. Dus liep ik de winkel weer in en meldde me bij de klantenservicekassa om alsnog af te rekenen. Het meisje achter de balie verblikte of verbloosde niet toen ik zei dat ik zo maar met dat boek weg had kunnen lopen. Dat er geen bel of alarmsignaal was afgegaan. Dat dus die hele beveiliging geen cent voorstelde. Ze haalde haar schouders op. Het was tenslotte haar verantwoording niet.
Eigenlijk heb ik stiekem wel een beetje gegrinnikt om de hele toestand. Want we leven inmiddels in een wereld waar alles afhankelijk, gekoppeld of gestuurd wordt door allerlei digitale dingen. Er wordt een veel te groot belang gehecht aan aan al die elektronica. Mensen komen er nauwelijks nog aan te pas. Maar het gaat ook regelmatig mis en voordat men daar achter is gekomen…. 😉 😉 😉
Ik las dat veldbonen ons nu worden voorgeschoteld als voedsel van de toekomst. Maar niks nieuws onder de zon, gewoon een van de vele soorten bonen. Peulvruchten dus.
In ontelbaar veel soorten te koop en op nog veel meer manieren klaar te maken. Van de gewone bruine boon tot flageolets, witte bonen, kapucijners, tot kikkererwten en linzen. Die dan weer in allerlei kleuren te vinden zijn. Geel, groen, grauw, zwart, rood, bijna een hele regenboog vol 😉
En vergeet ook niet de peulvruchten die vers gegeten worden, zoals sperziebonen, snijbonen, peultjes, tuinbonen of kousenband.
Peulvruchten zijn rijk aan eiwitten, dus prima vleesvervangers. En ze bevatten veel vezels, ijzer en vitaminen. Komt nog bij dat ze je cholesterol verlagen. Dus valt er heel veel voor te zeggen ze wat vaker te koken en dat kan op heel veel manieren.
Ach ja, alles keert terug in de geschiedenis van de mensheid. Want in het oude Egypte aten ze al bonen, prima bron van eiwitten. Gecombineerd met granen een volwaardige maaltijd. Daar hadden ze geen Wetenschappelijk onderzoek of Floriade voor nodig. Intuïtie of nuchter boerenverstand zal wel een grote rol gespeeld hebben.