Gewoon een deegkom

Als ik vroeger bij mijn zus logeerde, bakte ze vaak cake. En dan kwam altijd de grote groene glazen kom te voorschijn. Toen Rina overleed kwam de schaal in mijn keuken terecht. En ook ik gebruik hem regelmatig. Het is gewoon een gebruiksvoorwerp. Maar laatst, op de Noordermarkt in Amsterdam, stond daar ineens zo’n zelfde kom. Met de naam van de ontwerper erbij en een behoorlijk prijskaartje erop.
Nooit geweten dat ik mijn sla aanmaak in een heuse design-schaal van Jane Ray. Thuis zocht ik natuurlijk meteen op internet naar mijn schaal. Er blikt nog een levendige handel in dit soort serviesgoed te zijn en op Pinterest is zelfs een bord met alleen serviesgoed van deze ontwerpster.  

Martha Stewart heeft een hele verzameling en beweert dat sommige items een fortuin waard zijn. Nou, dat kan best zijn, maar ik verkoop mijn schaal niet. Ik vond hem in het begin al mooi en dat is hij nog. Ik blijf hem gewoon gebruiken, want voor beslag maken of salade husselen vind ik hem nog steeds ideaal.

Noodkachel

In een tijd waarin kinderen niet meer weten wat een kolenkachel is, is het begrip noodkachel al helemaal onbekend. Eerlijk gezegd kende ik hem alleen van horen zeggen. Op de tentoonstelling De tweede wereldoorlog in 100 voorwerpen stond deze noodkachel en zo zag ik hem dan ook voor het eerst. Een uit blik geflanst kacheltje, waar alles wat maar brandbaar was in werd gestopt om maar enigszins warmte te hebben en eten te kunnen koken.

Dit exemplaar ziet er nog redelijk stabiel en goed werkend uit, maar dat van mijn ouders moet uit oude augurkenblikken zijn gemaakt. Nadat alle mogelijke brandstofbronnen waren uitgeput, besloot mijn moeder het hout van de zolderafscheiding te gebruiken. Na de oorlog leverde dat nog een berisping op van de verhuurder. Nou ja, daar maalde mijn moeder niet meer om, zij had even wat warmte gehad in de hongerwinter en het weinige eten dat er was kunnen koken.
Dat het kacheltje niet optimaal werkte, blijkt wel uit haar opmerking als iemand vroeg waarom ze weer eens niet thuis was: “Ik ben net een noodkachel, ik rook of ik ga uit 😉 “

 

Kruidige appeltaart

Ja, had ik gisteren een blog over overmatig suikergebruik, kom ik nu met een recept voor appeltaart. Maar…. deze appeltaart die ik bakte voor de voorronde van Heel Holland Bakt, bevat weliswaar suiker, maar beslist minder dan in de gebruikelijke appeltaart:

kruidenmengsel
2 theelepels gemberpoeder
1 theelepel kaneel
1/4 theelepel kruidnagel-poeder (of minder, naar eigen smaak)korstdeeg
225 gram bloem + 2 theelepels van de kruidenmix
40 gram poedersuiker
125 gram ijskoude boter
1 eierdooier
ca. 30 ml. ijskoud water
snufje zout
 

vulling
4 flinke Elstar appelen, waarvan 1 bij voorkeur met rode schil
6 gemberbolletjes
6 eetlepels gembersiroop
1 eetlepel maizena
restant van de kruidenmix

Oven voorverwarmen op 220 °C.
Bloem, suiker, zout, kruidenmix en boter snel met 2 messen tot fijne kruimels snijden. Eidooier en water toevoegen en tot bal kneden.In plasticfolie verpakken en ca. 1 uur in koelkast laten rusten. Deeg daarna uitrollen tot dunne lap en lage ingevette taartvorm ermee bekleden.
Deeg ca. 20 minuten blind bakken, af laten koelen. Oven terug draaien naar 180 °C.

3 appels schillen, klokhuizen verwijderen en in kleine blokjes snijden. Mengen met gembersiroop, fijngehakte gemberbolletjes en maizena.
In taartvorm scheppen, stevig aandrukken.
De rode appel goed afwassen, in vieren snijden en klokhuis verwijderen. Parten in dunne schijfjes snijden. Schijfjes langs de rand in taart drukken.
Taart in ca. 35 minuten afbakken.
Eventueel nog met wat verdunde abrikozenjam afglanzen.

 

 

Suiker

Het duizelt me soms door alle verschillende informatie die we krijgen over ons voedsel. De een zegt dat je dit niet mag de ander vertelt juist dat je het wel moet nemen omdat… Ik kan, eerlijk gezegd, door de bomen het bos niet meer onderscheiden.

Ik geloof nog steeds dat je het best gewoon, natuurlijk kunt eten. Dus geen pakjes, zakjes of wat dan ook. Maar zelf een lekker gerecht maken van natuurlijke producten. Veel groenten en/of fruit eten, niet altijd vlees op het menu. Met wat verse of gedroogde kruiden en specerijen is zo veel te variëren. Daar hoeft geen Knorr of Maggi aan te pas te komen.

Bijkomend voordeel is dat je zelf bepaalt hoe zout en hoe zoet je het maakt. Ik kook al jaren met weinig zout en vooral met weinig suiker. Toen ik laatst las dat wij met z’n allen gemiddeld ruim 36 kilo suiker per jaar verstouwen, was ik dan ook hogelijk verbaasd. Elke dag meer dan 100 gram suiker per persoon?

Toch is zo’n hoeveelheid snel gehaald. Want in normale, ongezoete yoghurt zit maar liefst 6 gram suiker per 100 milliliter. Dat betekent 30 gram suiker per halve liter. En zo’n halve liter is zo op!
Suiker zit in bijna alle producten, ook in ham, worst, brood. Uiteraard in zoet broodbeleg. Wie daarnaast ook nog eens normale frisdrank neemt, suiker in koffie of thee doet en de “lekkere” trek stilt met koek en snoep, heeft die 100 gram dus zo bereikt.

Zelf gebruik in steeds minder suiker in de dingen die ik kook of bak. Helemaal zonder kan soms niet en vervangen door kunstmatige zoetstoffen wil ik niet. Maar de industrie hanteert de suikerschep wel erg ruim. Dat kan beslist minder!

Once in a lifetime

Al weer een hele tijd geleden heb ik me opgegeven voor het komend seizoen van Heel Holland Bakt. Al ergens aan het eind van zomer stuurde ik een uitgebreid formulier op, met wat ik zoals gebakken had, heel veel persoonlijke gegevens en foto’s.

En toen begon het grote wachten. Pas eind januari sloot de inzendtermijn en voor die tijd hoefde ik dus niet op iets definitiefs te rekenen. Eind februari kwam er dan een telefoontje van het productiebureau en mocht ik opdraven, met zelfgebakken taart en een ander baksel naar eigen inzicht.  

Het weekend ervoor bakte ik proef, liet buren en kennissen testen en hoorde ik  het commentaar aan. Ik bakte nog een keer, wijzigde het recept nog iets en bakte tenslotte op de grote dag nogmaals een verse taart en een mooi gevlochten brood. Daarmee reden Leo en ik naar Hilversum, waar een deskundige jury proefde en ik een gesprekje had, dat opgenomen werd. Gek genoeg voelde ik helemaal geen stress. Ik vond het enig, een bijzondere ervaring, maar niet iets dat van levensbelang was. Ik denk dat Leo zenuwachtiger was dan ik 😉
Maar mijn bakkunst viel in de smaak en ik mocht met 23 andere kandidaten nog een keer proefbakken. Dit keer in de bakkerij van Robèrt van Beckhoven in Oisterwijk, waar ook Janny van der Heiden en Martine Bijl aanwezig waren.
En daar sta je dan, in een wildvreemde keuken. Je moet bakken met tijdsdruk, want meer dan 2 uur en een kwartier hadden we niet. Het kon allemaal nét. Natuurlijk moesten we soezen bakken en die zijn al niet mijn favoriet…..! Als je dan ook nog moeten zoeken naar van alles en nog wat. Het zweet brak me uit en ik voelde me als een kat in een vreemd pakhuis. Nee, het werd geen topprestatie en ik ben dan ook niet verder gekomen. Geen TV-carrière dus voor mij.
Jammer, maar ja ….. Het was al met al toch een heel leuke ervaring, die ik beslist niet had willen missen! Voortaan bak ik weer lekker ontspannen in mijn eigen vertrouwde keuken!

Raapsteeltjes

Ik had ze nog nooit gegeten, maar de mevrouw naast me op de markt was er zo enthousiast over dat ik besloot ze maar eens te proberen.
Ik maakte er een voorjaarsstamppotje (voor 2 personen) van:

450 gram aardappelen
2 bosjes raapsteeltjes
half rolletje geitenkaas (ca. 75 gram)
125 gram spekblokjes
50 gram pecannoten
wat melk
azijn
peper, zout, nootmuskaat

rooster de noten even in een klein beetje olie (pas op, het kan heel hard gaan);
bak in dezelfde pan de spekblokjes zachtjes uit, zet het vuur uit en roer er een scheut azijn door;
snijd de geitenkaas in kleine blokjes;
kook de aardappelen gaar, stoom ze droog en pureer ze met warme melk tot een zachte puree;
was de raapsteeltjes, snij de worteltjes er af en hak de  raapsteeltjes wat kleiner;
meng door de puree, warm nog even door zodat alles even slinkt en schep er dan de noten, kaas en spekblokjes door;
breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.

EET SMAKELIJK!

De smaak van toen

Hoe het kwam, weet ik niet meer. Maar afgelopen week liep ik te wandelen toen ik plotseling enorme trek kreeg in een prakje sla met botersaus. Met een zacht gekookt eitje, bloemige aardappels… Mmmmm, het water liep me in de mond.

Het is al jaren geleden dat wij sla aten, botersla. Er staat hier regelmatig sla op tafel, dat wel. Maar dat is dan gemengde sla, rucola of eikenblad. Als bijgerecht. Maar wat ik wilde was een hele maaltijd met sla.
Wat doe je dan? Je haalt zo’n grote groene krop, kookt aardappels en eieren en je maakt botersaus. Ook al zoiets dat ik al lang geleden voor het laatst maakte.

Het werd een feestmaal!! Nu heb ik voorlopig weer genoeg sla gegeten, maar wat heb ik er van genoten! Heerlijk, alsof ik weer terug was in mijn jeugd.

Huishouden

Schreef ik vorige week nog over mijn tegenzin in het huishouden, betrap ik mezelf er een paar dagen geleden op dat ik zingend de keuken stond schoon te maken.
Nou ja, niet alles uitgebreid gesopt en gedaan.
Maar ik had gebakken en dat geeft nogal wat rommel. Brood en taarten bakken vind ik heerlijk, vooral het stadium van deeg maken.
 
  Hoe uit zo’n hoop meel, kwark, gist, boter en eieren dan een mooi deeg ontstaat, dat klein begint maar rijst tot bijna het dubbele.

En dan de geur als het in de oven staat.
Een heleboel voorpret dus, maar ook veel op te ruimen en schoon te maken. En dat, dát doe ik dan weer wel met plezier. Gek he?
Psychologen zullen er wel een verklaring voor hebben.

 

Kaviaar

Laat ik nou toch altijd gedacht hebben dat kaviaar een zuiver natuurproduct is. Maar ja, in deze tijd van nepspullen wordt hier ook de hand mee gelicht.
Op de site van het Kookpunt in Rotterdam vond ik dit apparaat, in de categorie “moleculair koken”.

In het bijbehorende filmpje wordt uitgelegd hoe met 96 pipetjes een substantie (wat in hemelsnaam??) wordt opgezogen en gedropt in een calciumbad.

Dan krijg je piepkleine bolletjes, die qua structuur misschien wel op kaviaar lijken, maar wat het natuurlijk niet is. Het kan geserveerd worden in een doosje, dat verdacht veel lijkt op de originele blikjes kaviaar. Gelukkig staat er wel op dat het imitatie, dus nep, is. Is het lekker? Geen idee. Nooit geproefd, net zo min als echte kaviaar trouwens.