Tuin

Nadat we het Museum of Brands bekeken hadden, was het tijd voor de lunch. En in het museumcafé stonden lekkere broodjes en was er koffie.

Dat namen we mee naar buiten, waar een heerlijke tuin was. Midden in Londen verwacht je zoiets niet. Maar er groeide en bloeide van alles. Vrijwilligers waren druk bezig om te grote planten te delen en in nieuwe potten te zetten.

Dus liepen we na de lunch even een rondje om alles te bewonderen. En hoorden we van de vriendelijke balie-medewerkster dat deze tuin een onderdeel was geweest van een Chelsea Flower show, zo’n beetje the toppunt van Engelse tuinontwerpen en bloemenshows.

De tuin was niet eens zo groot, maar leek veel groter door een uitgekiend ontwerp.

Alles kan

Bron: Facebook

Nee, dit blik zagen we niet in het Museum of Brands. Ik kwam het tegen op Facebook en wist meteen dat ik hier over wel wat wilde schrijven.

Want Leo zegt vaak dat je “Alles kunt verkopen, mits goed verpakt.” En goed verpakt is dit wel! Een blik met gedroogd water…

En nu vraag ik me natuurlijk af hoeveel mensen hier in gestonken zijn. Of is het een grap, een poging te zien hoe mensen zich wel of niet laten misleiden?

Want het ziet er toch heel bijzonder uit. Zo’n blik dat je wel in de voorraadkast wil hebben, voor slechte tijden en je geen water kunt tappen bijvoorbeeld.

Zou ik het echt zo maar laten staan…?

Niet weggegooid

Bron: Instagram / Oscar Olivares

In onze weggooi-cultuur maalt men nog maar weinig om al het afval dat dagelijks geproduceerd wordt. Maar soms is er iemand die er heel andere dingen mee wil én kan doen.

Zoals Oscar Olivares, een Venezolaanse illustrator. Hij verzamelt plastic doppen en maakt er prachtige wanddecoraties mee.

Natuurlijk kan hij al die doppen niet alleen bij elkaar brengen en vraagt hij mensen hem daarbij te helpen. Zo bevordert hij het hergebruik, zet mensen aan het denken en maakt hij de omgeving een stuk vrolijker.

Wil je nog meer werk van hem zien, kijk dan op zijn Instagram.

Hobbies

Bron: Instagram

Ik denk dat het probleem van elke hobbyist is, wat doe ik met de dingen die ik gemaakt heb. Zelf stuur ik de meeste van mijn kaarten weg, probleem opgelost.

Maar als je breit of haakt, dan blijf je toch vaak zitten met allerlei dingen. Deze mevrouw dus niet, die draagt wat ze gemaakt heeft. En zij niet alleen, ook haar man trekt haar haaksels aan. Tja, ware liefde. Dat kan niet anders.

Ik denk dat het een echtpaar met humor is. Over smaak valt te twisten…, maar ach, ze hebben er duidelijk plezier in.

Natuur in de stad

Al sinds jaren schrijf ik met (on)regelmatige tussenpozen een blogje over de plantjes die je zo in de stad kunt tegenkomen. Wie nog eens wil lezen wat ik er al zo over schreef, klikt op deze link.

Ik weet niet of veel mensen ze opmerken, de kruiden, de paardenbloemen, klavers en hoe ze ook mogen heten, die met ongekende kracht langs stoep- en wegranden, tussen tegels en asfalt door omhoog komen.

Het verbaast me telkens weer, want er wordt ook veel tegen in het verweer gebracht. (Gif)spuiten, branden, vegen, schoffelen…. en toch… ze houden stand.

Gelukkig komt er steeds meer belangstelling voor. De Hortus in Leiden heeft er zelfs een heel project overgemaakt. Op de site kun je een poster met 52 bekende en minder bekende stoepplantjes downloaden. Een tijd lang waren er zelfs mensen die netjes de naam bij een stoepplantje schreven. Maar eigenlijk maakt het me niet uit hoe zo’n plantje heet. Ik vind het gewoon nog steeds een leuk gezicht.

Want al lijken de plantjes klein en onbelangrijk, het is en blijft toch natuur.

Druk, druk…

Ja, elke winkelier moet wel eens even weg en dan sluit je de zaak.

Maar deze handelaar maakt er wel een potje van. Die is gewoon elke dag gesloten.

Nou, dat zal een goed lopend winkeltje wezen…. 😉

Of was het een grap, een gebbetje van vrienden, die telkens weer hoorden dat de man in kwestie geen tijd had?

Wie zal het weten?

Boek

Francis van Broekhuizen: Bij twijfel hard zingen

De recensie die ik las over dit boek was zo lovend, dat ik het meteen bij de bieb liet reserveren. De schrijfster zei me niks.

Toen ik het ophaalde bleek zij dus een operazangeres te zijn. Een sopraan, nou dat helemaal niet mijn smaak. Maar na het eerste hoofdstuk werd ik toch wel het boek ingetrokken. Francis van Broekhuizen weet zeer boeiend te vertellen.

De hoofdstukken springen van de hak op de tak, maar zijn telkens zeer humorvol. Ze beschrijft haar twijfels, haar passie voor opera en speciaal voor Maria Callas.

Het was voor mij aanleiding om eens wat meer over haar te weten te komen en te zoeken naar YouTube-filmpjes, TV-uitzendingen en podcasts.

Want al houd ik dan niet van opera en krijg ik rillingen van een sopraanstem, het is altijd de moeite waard om eens iets nieuws te ontdekken. Tenslotte zingt Francis naast “zware”muziek ook nog wat lichters. Genoeg om eens verder te luisteren.

En misschien kennen jullie haar wel, want ze deed mee aan diverse TCV-programma’s, o.a. Maestro.

En voor operaliefhebbers lijkt me dit boek een must.

Campingplaats

Ik heb totaal geen ervaringen met kamperen. Slechts één keer sliep ik in een tentje en alles wat ik er nog over weet te herinneren is dat ik het ongelofelijk koud heb gehad. Niks leuk, niks gezellig, alleen die kou is in mijn gedachten gebleven.

Leo heeft iets meer ervaring. Hij bracht diverse vakanties door met een vriend in een sheltertje. Hij weet er sappig over te vertellen. Hoe ze geen plek konden vinden en later toch wel. Want toen mochten ze op het gazon in een Engelse tuin hun sheltertje opzetten. ’s Avonds nodigde de bewoners hen uit voor een glas whisky en een jointje roken. Ja, dan voel je natuurlijk ook geen kou 😉 !

Maar al hou ik danniet van kamperen, ik kijk wel met plezier naar “We zijn er bijna”. En daar moest ik onmiddellijk aan denken toen ik dit op een vintagebeurs zag.

Ik neem aan dat met dit bordje de plek waar je mag staan wordt gemarkeerd. Zo te zien al heel wat jaartjes geleden in gebruik geweest. Er is toch (bijna) niemand meer die met zo’n klein eitje op vakantie gaat? Wat ik zo nu en dan aan caravans voorbij zie komen is groot, luxe en van alle gemakken voorzien.

Maar voor mij hoeft het niet. Ik ga wel in een hotel.

Planten

Bron: Google foto’s/www. Bakker.com

Dit is de tijd om te planten en te zaaien. Maar dat zaaien heeft me de laatste jaren niet zo veel gebracht.

Ondanks mijn goede voornemens werd het geen succes. En zoveel moeite om één mini tomaatje, daar ga ik niet meer aan beginnen.

Dus heb ik plannen om een deze dagen naar het tuincentrum te gaan om wat gezellige planten aan te schaffen en in de tuin te zetten. Er mag wel wat meer kleur in komen.

En ik wil natuurlijk ook de plantenbakken weer vullen. En die leuke kruidenplantjes, die nu nog in een keukenhoekje staan, moeten natuurlijk ook een plek krijgen. Daar heb ik nog wel een mooie bak voor staan. Tijd dus om aan de slag te gaan.

Als smaakmaker maar even op internet gezocht naar een kleurig plaatje.

Jullie dachten toch niet dat dit in mijn eigen tuin gefotografeerd was…? 😉 😉 😉

Ouderwets

Breien en haken, dat was wat mijn moeder vroeger deed. Naaien, borduren of nog ingewikkelder “smokwerk” daar begon ze niet aan.

Ik had dus wel poppenkleertjes die moeder zelf gebreid had en truien voor mijzelf. Maar gesmokte kleding, dat zat er voor mij niet in.

Zelf leerde ik wel smokken, op school. Er staat me nog iets bij van een geel-geruit nachthemd dat ik zelf genaaid en gesmokt had.

Het lijkt een beetje ouderwets handwerk, maar laatst zag ik op Instagram toch weer dat iemand er aan bezig was. En dit fraaie proeflapje lag in de Wonderkamer van het Museum van de vrouw in Echt.

Misschien komt het -net als alles- wel weer in de mode. Ik vond -en vind het nog steeds- heel fraai handwerk.

Stel je voor, van die lieve “Shirley Temple” meisjes met pastelkleurig boerenbonten ruitjurkjes, versierd met dat smokwerk.

Hoe nostalgisch….