Zo te zien ben ik niet alleen soms een beetje lui.
Want vandaag heb ik niet zo veel zin om een nieuw blog te maken.
Dus moet het voor deze ene keer maar zo. 😉 😉 😉
Zelfs de foto maakte ik niet zelf, maar leende ik van Facebook.
Zo te zien ben ik niet alleen soms een beetje lui.
Want vandaag heb ik niet zo veel zin om een nieuw blog te maken.
Dus moet het voor deze ene keer maar zo. 😉 😉 😉
Zelfs de foto maakte ik niet zelf, maar leende ik van Facebook.
Het nieuwe stadhuis van Zutphen is nogal omstreden. Zutphen ademt een sfeer van antroposofie. Niet vreemd dus dat een een antroposofisch architect werd aangetrokken voor het nieuwe stadhuis.
Ik had al eens in een TV-uitzending een nogal negatieve kritiek op dat bouwwerk gezien. Maar toen we er voor stonden, bleek het een mooie mix te zijn van oud en nieuw.
Over smaak valt veel te twisten, maar ook binnen deed het gebouw erg prettig aan. Veel licht, zachte lijnen en ook weer een fraaie mengeling van elementen van toen met nieuwe materialen.
Wie het niet mooi vindt, prima. Maar ik vond het wel zeer de moeite waard om te bekijken.
Het loont heel vaak de moeite om wat meer naar boven of naar muren te kijken. Want soms vind je pareltjes, echte kunstpareltjes.
Deze foto maakte ik niet zelf, maar ontdekte ik op Instagram. De kunstenaar is Rodney Harris.
Het is geen enorm kunstwerk, maar het maakt het gebouw heel speciaal.
En juist dat soort kunst, een beetje verstopt en niet al te uitbundig, raakt me meer dan allerlei grote en imposante werken.
Neem ook eens een kijkje op de website van de kunstenaar, want daar is nog veel meer te ontdekken.
Wie er oog voor heeft, ziet schoonheid in de simpelste dingen. Een ander zou deze blikjes als “troep” in de prullenbak werpen.
Maar de maker van deze foto zag er wel iets fraais in. Nam een paar spuitbussen met verf en spoot de verkreukelde blikjes.
Nog wat bloemen uit de tuin of van de berm geplukt en kijk, dit ziet er toch heel aangenaam uit? Weggooien kan altijd nog.
Laatst zag in Apeldoorn in het Coda-museum een tentoonstelling over Lego. Dat heb ik altijd al zulk leuk speelgoed gevonden. Maar ja, in mijn tijd was dat nog niet zo uitgebreid en geavanceerd als nu. Ik vond het wel veel inspirerender om zelf iets te maken, je fantasie te gebruiken.
Een kind heeft niet veel nodig om zich te amuseren. Van een klein beetje Lego kon je heel veel maken. Niet alleen huizen, maar van alles wat je in je dromen kon bedenken.
Die Lego-tentoonstelling sprak me niet zo aan omdat wel heel veel grote en ingewikkelde dingen te zien waren, maar de kinderlijke beleving nauwelijks aan bod kwam.
Behalve bij één auto. En die was niet eens van Lego, maar van ADO. ADO speelgoed werd gemaakt in Berg en Bos, een sanatorium voor tbc-patiënten. Als arbeidstherapie werd het door Koo Verzuu (1901-1971) ontworpen speelgoed van hout gemaakt.
En kijk, die auto had toch veel gelijkenis met een simpele Lego-auto. Je zou bijna zeggen die auto was één van de bronnen, destijds.
Ik weet dat heel veel mensen en niet alleen kinderen enorm veel plezier beleven aan Lego-modellen maken. Maar geef mij toch maar die simpele dingen uit de begintijd van Lego.
Wat kan er nou vredelievender zijn dan een vrouw die rustig zit te breien bij het raam. Je denkt dan toch niet aan zaken als spioneren, gecodeerde berichten, levensgevaarlijk….?
Maar vergis je niet! Wanneer het lastig is om boodschappen via de “normale”weg door te geven, dan kan het natuurlijk wel door een simpele trui, gehaakte wanten of wat rommelig gebreide pannenlappen. Het lijkt zo banaal, maar toch…! Er kunnen ongemerkt heel wat codes in een patroon verwerkt worden.
In de eerste wereldoorlog breiden vrouwen (die vallen toch wat minder op dan mannen) en brachten op die manier allerlei zaken in kaart. Door in het breiwerk te meerderen of te minderen, gaatjes of andere steken te breien, kon men de codes weer uitlezen.
Maar niet alleen breien, ook met knopen in een draad konden boodschappen in morse worden overgebracht. Een dunne zijden draad kan op die manier een heel wat gegevens bevatten.
Wie er meer over wil lezen, dit is de link. Het artikel is in het Engels, maar met onze hypermoderne Google is het redelijk goed te vertalen.
Precies 100 jaar geleden werd in Parijs, 36 Rue Monsieur le Prince, Charles Aznavour geboren.
Ik ben al vele jaren fan van hem en er hebben al heel veel nummers van hem op mijn blog gestaan. Waarschijnlijk zullen er hier nog wel vaker nummers van hem te horen zijn. Ook op deze bijzondere dag wil ik hier één van laten horen.
Maar welke? Het was nog lastig zoeken tussen al die filmpjes op You Tube.
Maar het werd dit mooie filmpje, dat Hier encore illustreert.
Hier encore, een chanson uit 1964, waarin hij als veertiger terugkijkt naar de tijd toen hij 20 was. Een tijd waarin hij dacht dat alles eeuwig zou duren. Dat er geen eind zou komen aan alle feesten en mooie zorgeloze dagen. Maar inmiddels weet hij -en wij allemaal- dat die tijd voorbijgaat zonder dat we er erg in hebben.
Gelukkig duurde het nog 54 jaar voordat Charles Aznavour zijn lier aan de wilgen hing. Hij maakte nog ontelbare mooie, vrolijke of melancholische chansons. Tot vreugde van zijn vele fans.
PS: het mooie filmpje vond ik op dit YT-kanaal: www.youtube.com/@charlesaznavouroff
Het was lange tijd in de pen geweest en verzet, maar dan was het er toch van gekomen. Maandagochtend nam ik de trein om samen met Bettie van Bertiebo een dagje Amsterdam te doen.
Vast omlijnde plannen waren er niet, we zouden wel zien. En zo gebeurde het ook. Eerst koffie, dan naar de Noordermarkt. Heerlijk weer, gezellige kramen met oud en nieuw, lampen, knopen, kleding en kleurrijke figuren zoals je alleen in Amsterdam lijkt aan te treffen.
We zochten tussen alle spullen, vonden van alles en kochten zelfs wat. Bettie scoorde een origineel cadeautje voor een familielid, ik maakte mijn laatste muntgeld op aan een sjaal. Die bij thuiskomst prefect bleek te passen bij een trui.
Na de broodjeslunch liepen we naar de Westergasfabriek. Daar lieten we ons immersief omgeven door Fabrique des Lumières. Ik had er wel vagelijk van gehoord, maar wist niet wat ik me moest voorstellen. Dat bleek een geheel nieuwe ervaring te zijn.
Allereerst had ik het gevoel dat we volkomen oplosten in de donkerte van de zaal. Het scheelde maar een haar of ik was gestruikeld over een persoon, die gelukkig hintte dat we toch wel een mobiel hadden. Zo hadden we een beetje licht in de volkomen duisternis….
Daarna lieten we ons drijven op de beelden, de muziek, de ervaring van compleet en totaal omgeven te zijn door enorme kunstwerken. Werkelijk een geheel nieuwe ervaring. Ik maakte wel twee of drie foto’s, maar die gaven niet weer wat er te beleven is.
We liepen terug richting centrum, dronken nog wat en stonden om de haverklap stil om foto’s te maken. We hebben tenslotte allebei een blog om te vullen…!
Na een lekkere maaltijd sloten we deze dag af met meer dan 15.000 stappen op de teller. Het was in alle opzichten een dag met een gouden randje.
Zag je vroeger vrijwel iedereen lezen in de tram , bus of metro, tegenwoordig kijkt iedereen op zijn kleine scherm. Ach ja, is ook veel gemakkelijker, lichter en handzamer….
Maar een boek, daar kan toch niks tegenop. Het gevoel, de geur, de opmaak en misschien wel de afbeeldingen die erin staan… het maakt het tot een heel speciaal soort voorwerp.
En waar laat je die boeken? In de boekenkast. Ik kan me niet voorstellen dat er een huiskamer is zonder boekenkast, maar het schijnt dat juist dié kasten steeds meer en meer uit ons interieur verdwijnen.
Jammer, want het in ieder geval kun je over boeken en lezen eindeloos praten. En hoe leuk om te kijken welke boeken er bij een wat vage kennis in die boekenkast staan. Lezen ze de top 10 van dat moment, liggen er boeken te verstoffen of blijkt er een bijzondere hobby waarover tientallen werken te vinden zijn….
En als je dan ook nog zo’n knus hoekje hebt, dan lijkt me het geluk compleet.
Nadat ik het boek over Rietveld en Truus Schröder las, zocht ik naar projecten van hem en van zijn voorbeeld, de architect Piet Klaarhamer.
Van Rietveld is nog wel veel te vinden, onder andere het Van Goghmuseum en diverse bedrijfsgebouwen. Maar hij ontwierp ook woningen. In Reeuwijk staan de “om en om huizen”, die dreigden in 2016 gesloopt te worden, maar intussen hersteld zijn.
Piet Klaarhamer, de inspirator en groot voorbeeld voor Rietveld, is veel minder bekend geworden. Toch is zijn invloed op de Nederlandse architectuur onmiskenbaar.
Struinend over het grote wereldwijde web vond ik een filmpje over de huizen die hij ontwierp voor de wijk Oog in Al in Utrecht. Na zoveel tijd zijn de huizen nog steeds geliefd en alhoewel ze niet meer passen in deze tijd qua klimaateisen, blijken de bewoners er zeer verknocht aan te zijn.