Dit schilderij van Norman Rockwell laat niets te raden over. Het is duidelijk, dochter is te laat thuis gekomen. De schuchtere jongen achter haar kijkt schuldbewust. Hoe zal hij zich daar nou uit kunnen redden?
Het is een plaatje uit een tijd die al ver achter ons ligt. Tegenwoordig gaan jongelui uit rond de tijd dat pa en ma naar bed gaan. Hoe laat of hoe vroeg het is als ze thuis komen….. dat merken we vanzelf wel.
Maar ik moest toch weer terug denken aan de keren dat ik ná 12 uur thuis kwam en moeder al boos boven aan de trap stond. Vóór 12 uur, en geen minuut later. Tijd was tijd en daar had ik me aan te houden!
Deze foto ontdekte ik op Facebook. Kantklosters die een enorm kanten kleed afwerkten.
Kantklossen is een bijna uitgestorven beroep geworden. Wie verwerkt er nog handgeklost kant en – nog veel belangrijker- wie kan en wil nog kantklossen?
Ik denk dat er nog wel wat oudere vrouwen in Brugge of Bretagne zijn, maar zouden die dan zo’n groot kleed willen maken? En voor wie? Want zo iets leg je toch niet meer op tafel?
Het lijkt me een kleed voor een speciale (koninklijke) gelegenheid, een kerkelijk ritueel misschien? Maar waar zal het nu opgeborgen zijn? Ik gok er op dat het in een speciale museumkast is verdwenen en nooit meer tevoorschijn zal komen.
Wel heel bijzonder om te zien en ook de vrouwen, die er geheel in klederdracht aan werken. Een beeld uit vervlogen tijd.
Was het nou mijn moeder of mijn zus die zo’n handige boodschappenlijst had? Een apparaatje waarmee je met pennetjes kon aangeven wat je die week in huis moest halen. Ik herinner het me wel, maar hoe het precies ging weet ik niet meer.
Nam je zo’n ding mee naar de kruidenier? Of moest je je lijstje nog even opschrijven, met dit ding ter herinnering? Ik denk het laatste en dat is dan weer niet zo handig, want dat briefje bleef maar al te vaak op tafel liggen.
Maar eens was het een wonder van vernuft. Hoe kwamen ze erop…. wat een handig idee! Dat was in de tijd dat er nog maar één of twee soorten van elk artikel was.
Nu moeten we ook nog vermelden welk merk, welke soort van jam, boter, melk of crackers we willen. Nu staat het lijstje in mijn telefoon. En presteer ik het nog om iets te vergeten of, nog gekker, voor de tweede of derde keer iets te kopen dat al lang in de voorraadkast staat.
De vraag was “wat wil je? Meteen 1.000.000 euro, cash in je hand. Of 0,01 cent en dan elke dag een verdubbeling, een maand lang?”
Dat moest ik even uitrekenen. Al vermoedde ik wel dat het verdubbelen heel snel zou gaan en misschien wel voordeliger uit zou komen.
En dat klopte! Want na dertig dagen is die ene cent opgelopen tot ruim 10.000.000 euro!
Ik ga dus voor de tweede mogelijkheid. Nou ja, natuurlijk moet ik nog wel iemand vinden die het me geven wil….. 😉 En ja, dat mag na afloop, met een digitale bijschrijving op m’n rekening.
Ik zag deze foto op internet, ik weet niet meer waar. Maar onmiddellijk was ik terug in de tijd. Lang, lang, heel lang geleden, de tijd dat ik bij mijn oma in het kleine keukentje stond.
We kwamen er niet zo vaak op bezoek. Maar als we er dan waren, wilde ik altijd meteen weer kijken naar dat mooie rek, met die fraai versierde potten.
Ik was veel te klein om er bij te kunnen, maar soms wilde iemand me wel optillen of liet oma me zien wat er in zat. En dan geurde de keuken ineens naar… ja waar naar?
Naar laurier, kaneel, nootmuskaat. En misschien ook wel naar gember of kurkuma. De enige zus van mijn vader, tante Truus, was in Indië geweest en had het nodige meegenomen. Bij haar rook het ook altijd anders dan bij ons thuis, maar wel heel lekker, vond ik.
Die kruidenrekken zijn al weer lang uit de mode. En allerlei exotische kruiden kunnen we nu te kust en te keur kopen in de supermarkt of toko. Maar dat voelt toch net een tikkie anders dan toen…
Hier in Nederland draaien we de kraan open en er komt prima drinkbaar water uit. Een luxe die we maar zelden naar waarde schatten.
Dat was in Rotterdam niet altijd zo, want in januari 1963 kwam er bij ons verschrikkelijk bocht uit de kraan. Zout en vies. Daar kon mijn moeder niet mee koken, thee en koffie zetten werd onmogelijk. Het was een ramp op plaatselijk niveau. Heel Rotterdam moest op een andere manier aan water komen.
Mijn vader werkte destijds bij de Heineken Brouwerij en daar werd water uit een eigen bron getapt (en tot bier gebrouwen). Genereus zette de brouwerij de waterkranen open om de Rotterdamse bevolking van water te voorzien.
Maar ook het waterleidingbedrijf zette tankwagens in en verdeelde op regelmatige tijden overal in de stad zuiver en schoon water. Vrienden en familie in streken met goed drinkwater kwamen langs om jerrycans vol af te leveren. Dat water werd als goud, we deden er erg zuinig mee.
Nog lang had het Rotterdamse water een vreemde bijsmaak, maar gelukkig komt er bij ons nu heerlijk helder water uit de kraan!
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Echt Rotterdams van de week, dit maal. Met The Amazing Stroopwafels in Terug naar jou, een ode aan de Maastunnel. Echt Rotterdamser wordt het niet meer!
De foto pikte ik van Facebook, maar viel me in eerste instantie op om dat die gemaakt is in Nederland, want dit bankje staat ergens in Utrecht in de wijk Oog en Al.
Fijn toch zo’n bankje? Je zit er helemaal tussen en in het groen. Maar of het nou echt zo lekker zit? Een beetje veel prikkeling, want dat groen is niks anders dan allemaal brandnetels.
Ik heb wel eens gehoord dat brandnetels zouden helpen tegen reuma. Of kom je dan van de regen in de drup? Pijn is niet fijn, maar een hele dag een prikkend lijf is dat toch ook niet.
Nee, het bankje is goed bedoeld, maar niet uitnodigend. Daar moet echt een flinke maaier aan te pas komen. Dan wil er vast wel weer iemand op zitten 😉
Hoewel slank zijn in is, lijkt het wel of er steeds meer dikke mensen komen. Waardoor dat veroorzaakt wordt, dat is nog een raadsel. Door het eten, ja, maar eten hebben we toch altijd gedaan? Wellicht moeten we de oorzaak zoeken in het soort fabrieksvoedsel wat zo velen tot zich nemen.
Maar nou draait mijn blog wel een beetje de ernstige kant op. Terwijl ik juist wil dat het licht en luchtig blijft. Daarom had ik ook deze foto bewaard.
Vrolijke dames, tamelijk aan de maat, die gingen fietsen. Het is een beeld van Jean-Louis Toutain en het staat in Toulouse. Hier straalt de vrolijkheid vanaf, vind ik. Het is met heel veel humor gemaakt.
De modellen -wie dat ook mogen zijn- zullen zich alleen maar gestreeld gevoeld hebben en zeker niet boos zijn geweest op de kunstenaar.
Het sloeg in als een bom in 1980. Dagen, weken, maandenlang was het niet uit het nieuws weg te denken. Het gifschandaal in Lekkerkerk, waar een woonwijk op vergiftigde grond gebouwd bleek te zijn.
Men ging voortvarend te werk. De mensen moesten hun huis uit, mochten niet meer in de grond graven of werken, kinderen mochten niet meer op straat spelen. Een golf van angst spoelde over de wijk.
Lekkerkerk had toendertijd een burgemeester die het klappen van de mediazwepen kende. Hij was presentator van het programma De Ombudsman geweest en zorgde er dan ook voor dat de affaire niet in de doofpot belandde.
De grond werd afgegraven, gereinigd en nieuwe grond werd gestort. Na verloop van tijd gingen de bewoners terug. De gezondheidsschade bleek niet aantoonbaar. Maar wat moet het een impact op de mensen gehad hebben.
We kregen een “Wet op de bodemsanering” en voortaan was iedereen gehouden om te zorgen dat zoiets nooit meer zou vóórkomen. Ja, ja…….!
De veroorzakers van de verontreiniging -de transporteur en de verffabriek- sloten pas in 2008 een overeenkomst en betaalden elk één miljoen euro, waarvan de gemeente een kwart kreeg.
Nog regelmatig komen er op diverse plekken in het land verontreinigingen aan het licht, maar zo veel palaver als destijds veroorzaken die niet meer.