De schoenenwinkels in Nederland zijn de laatste jaren niet meer zo talrijk. Er zijn nog wel schoenen te koop, maar dat lijken wel allemaal sneakers te zijn. De meeste mensen lopen trouwens ook nog allemaal alleen op sneakers. Wel lekker comfortabel, maar charmant, elegant….?
Nou ja, dat is natuurlijk een kwestie van smaak. Maar ik zie nog maar weinig vrouwen met van die mooie elegante schoenen, met torenhoge hakken en fraaie punten. Hooguit zie je zoiets nog op de rode loper bij een première.
In 2008 in Milaan zag ik deze schoenen in een etalage. Alle winkels waren gesloten vanwege Maria Hemelvaart, maar waren ze wel open dan was ik toch niet voor deze schoenen naar binnen gegaan.
En niet alleen voor de prijs, maar zo’n bontje aan mijn hielen is niet aan mij besteed. Trouwens, ik zou niet weten waarbij ik zoiets zou kunnen dragen… 😉
Meestal zijn de placemats in restaurants niet zo interessant, maar in Zuid Laren kreeg ik dit voorgelegd. Een placemat (hier maar een deel ervan) met allerlei Drentse uitdrukkingen. En niet onbelangrijk, met de juiste vertalingen erbij.
Want de betekenis van “eerpel” of “knien” is niet zo moeilijk te achterhalen, maar wat mag nou in hemelsnaam een “mieghummel” wezen? Wat bedoelt men met “harregat” of “slief”? En wat moet je meenemen als je gevraagd wordt om te gaan “scheuvellopen”?
Ik hield de placemat gelukkig netjes en schoon, zodat ik hem kon opvouwen en mee naar huis nemen. Oudste is van kinds af aan al zeer geïnteresseerd in taal en dialecten. Dus ligt het blad hier voor hem klaar.
We hoorden overigens in Drenthe nog maar weinig dialect en dat is toch wel jammer. Want zo’n eigen taal behoort tot onze cultuur. Goed dus dat ze er in Drenthe en in het Huus van de toal de aandacht op vestigen.
Oh ja, “eerpel” is natuurlijk aardappel en “knien” is een konijn. Een “mieghummel” is een mier, “harregat” betekent jakkes bah en een “slief” is een opscheplepel. En word je gevraagd te gaan “scheuvellopen”, dan ga je schaatsen.
Midden in het bos, op een grote stapel gekapt hout ligt een groen plastic zakje. Het is een zakje met hondenpoep. Ik herken het meteen, ook al heb ik geen hond.
Dat wat je hond achterlaat, neem je op met zo’n zakje. En dat werp je dan later in een vuilnisbak. Zo wordt het bos niet bevuild, maar blijft er ook geen plastic achter in de natuur.
Het baasje van de hond was ongetwijfeld van goede wil, maar helemaal begrepen heeft hij de maatregel natuurlijk niet. Nu heeft zijn handeling geen enkel nut gehad.
Of heeft hij misschien gedacht dat het toch niet zo veel uit zou maken. In het bos leven immers allerlei dieren, die ook zo nu en dan hun behoeften moeten doen. Dus zou zo’n hondendrol nog veel uitmaken?
Ik denk het eigenlijk niet. In een groot bos maken al die drollen niet zo veel uit, al komen er wel heel veel honden. Maar in de stad heeft het veel meer zin. Je wilt tenslotte niet dat je kinderen tussen de hondenhoopjes moeten spelen.
Ik was blij om op diverse plaatsen in het gras borden te zien, waarop stond “Niet maaien”. Want zo krijgen de bloemen de kans om op te komen, te bloeien en zaad te zetten. Dat geeft niet alleen een vrolijk gezicht bij de mensen, ook de insecten varen er wel bij.
Gelukkig zien steeds meer gemeentes in dat een strak gazon niet zaligmakend is. en het bespaart natuurlijk ook een tijdje een machine met maaier uit 😉
Hopelijk helpt het ook de insecten, want daar zijn er steeds minder van. Wie vroeger een ritje maakte, moest na afloop zijn ruit of bumper schoonvegen. Dat hoeft al een tijdje niet meer. Makkelijk aan de ene kant, verdrietig aan de andere…
Nu is het weer wel toegestaan om te maaien en hier in de buurt ruik je dat ook. Zo’n heerlijke geur van pas gemaaid gras.
In onze gedachten is het helemaal niet zo lang geleden dat we in Polen waren. Maar deze foto maakte ik toch al in 2007, in Krakau.
Op de markt werd druk verhandeld en zaken afgewogen. Nog niks digitaal, maar met een een ouderwetse weegschaal met mooie koperen gewichten.
Ik vind het wel wat hebben, het heeft is ambachtelijks. Maar ook iets knus. Of is het de leeftijd, die me parten gaat spelen? Is alles wat ouderwets is, ook beter? Nee, zeker niet. Niet maar die digitale weegschalen van nu blijven voor mij onpersoonlijke dingen.
Maar ik schat zo in dat er nu ook in Krakau modern en digitaal gewogen wordt. De nieuwe tijd, net wat je zegt….
Al eerder waren we in Veenhuizen, waar in vroeger tijd landlopers en paupers woonden en te werk werden gesteld. Maar dat was in de C-tijd en konden we het museum niet in.
Nu dat weer wel kon, hebben we niet geaarzeld om een bezoek te plannen. Veenhuizen is sowieso een mooie plek om naar toe te gaan. Het ademt een heel speciale sfeer en je kunt er heerlijk wandelen.
Maar dit keer kwamen we speciaal voor het “Tweede Gesticht” waar het gevangenismuseum is gehuisvest.
Al bij binnenkomst kreeg ik meteen al een soort van claustrofobisch gevoel. De sluis gaat dicht achter je en voor je gaat hij nog niet open. Eerst een film over hoe in vroeger tijd misdaad beoordeeld, veroordeeld en gestraft werd. Toen was stelen een veel ernstiger vergrijp en kon je diefstal met de dood bekopen.
Dat diefstal het enige alternatief was, omdat geen werk, geen geld, geen sociaal opvangnet ook geen enkele mogelijkheid bood om aan eten te komen, dat ontging de rechterlijke macht. Gelukkig was niet elke rechter even hardvochtig, maar dat ze strenger waren dan we nu zien, dat staat buiten kijf.
Erg weekhartig moest je als slachtoffer ook niet zijn. We keken in slaapkooien, waar het woord comfort niet op van toepassing was. We zagen ketenen en lazen over regels die toen golden. Het was een hard, heel hard leven daar in Veenhuizen.
We kregen ook een “rode pannen”rondleiding in locatie Esserheem, die voor heel zware criminelen gebruikt werd. De rondleidster vertelde hoe het aan toe gaat bij aankomst van gedetineerden.
We mochten de isolatiecel bekijken en ik vroeg me af hoe het zou zijn om daar in totale afzondering te moeten zitten. Mij benauwde het al met een groep en de deur nog open.
In ieder geval was ik blij weer naar buiten te kunnen en te genieten van een wandeling in alle rust en vrijheid.
In het Fochteloeerveen wilden we graag naar de vogelkijkhut. Ik was benieuwd welke vogels we er te zien zouden krijgen.
Dat viel tegen, want een paar ganzen en een enkele eend zwommen te ver weg om goed te beoordelen. Maar het uitzicht en de wolken waren adembenemend, dus waren we toch zeer tevreden.
Er waren overigens wel vogels, maar die zaten binnen. Ik hoorde piepen en keek op. Daar zaten twee zwaluwen, doodstil. Zo stil dat we eerst dachten dat ze er ter versiering waren aangebracht. Maar nee, toen ik bewoog hipten ze een beetje angstig heen en weer.
Er vlogen nog meer zwaluwen naar binnen en toen onze ogen aan de donkerte binnen gewend waren, zagen we ook nesten.
Blijkbaar zijn ze aan de bezoekers gewend en wij vonden het wel prettig gezelschap.
Jaren geleden liet ik me verleiden tot een zakelijk telefooncontract. Destijds dacht ik grootse zaken met KnutzEls te kunnen doen. Dat bleek niet het geval te zijn. Maar dat contract bleef en werd in de loop der tijd duurder en duurder.
Totdat Leo belde met KPN en het contract gewijzigd zou worden. Waarom koppelden we dat dan niet meteen aan ons internet, nog voordeliger. Ja, laten we dat maar doen.
Maar na een e-mail van KPN dat alles in orde zou zijn, hadden we geen telefoon. Wel kregen we een e-mail met 10 bijlagen die gedownloaded moesten worden over hoe en wat we zouden moeten doen plus de mededeling dat onze bestelling onderweg was.
Welke bestelling bleek de volgende dag. Een nieuw modem. Maar dat hoeft eigenlijk helemaal niet, ons modem werkt nog uitstekend. We willen kunnen bellen, via de vaste lijn.
Bellen met de klantenservice, via mobiel. Wachten, wachten….. Eindelijk verbinding. Toets dit, dan dat. Zeg in twee zinnen wat het probleem is. Zo goed en zo kwaad….
En ja hoor, na een poosje weg verbinding… **&%$@@Grrrmm. Opnieuw bellen. Computerstem die vraagt of ik voor hetzelfde bel. JA!!!! Dan wordt ik meteen door verbonden met een medewerker. Zucht…!
En ja, dan heb ik een vrouw aan de lijn. Het technisch probleem kan ze niet oplossen, maar dat modem zou terug moeten. Hoe, dat weet ze niet. Ik word door verbonden met de technische afdeling……………..
De verbinding met de technische dienst verbreek ik na 20 minuten wachtstand. Niks opgeschoten.
Minibiebs zie je steeds meer. Soms een klein kastje, soms een mooie kast met een flinke voorraad.
In Anloo liepen we langs de kerk en stonden ineens voor een minibieb. Niet zomaar een, maar voornamelijk gevuld met tuinboeken en tuinbladen.
Ervoor stond een tafel met potjes, waarop wat zaaigoed en stekjes. Zomaar, om mee te nemen. Het was dat we nog een paar dagen weg zouden blijven, maar anders had ik ze zeker meegenomen voor thuis.
En dat was nog niet alles. Er stond ook een aantal doosjes met zakjes zaad. Keurig gerubriceerd en op alfabet. Er waren wat groentenzaden, maar ook bloemenzaad natuurlijk. Zo leuk.
Daar wilde ik wel iets van meenemen. Natuurlijk heb ik me ingehouden en slechts 1 zakje meegenomen.
Straks eens kijken of de Oost Indische kers wortel wil schieten in Rotterdam.
Ook deze vakantieherinnering heeft met eten te maken.
In Istanbul zagen we zowat op elke straathoek zo’n leuk bakkerskarretje met Simit. Er viel niks te kiezen, er waren alleen deze knapperige zacht zoete broodringen met sesamzaad. Wijzen, vingers opsteken om aan te geven hoeveel je er wilde en wat muntjes op je hand leggen om te betalen.
Heerlijke snacks om zo even op te eten, op een bankje in de zon. Net genoeg om de ergste (nou ja…) honger te stillen.
Ik weet niet hoe het nu in Istanbul zal zijn. Zijn deze verkopers er nog of heeft het plaats gemaakt voor ander straatvoedsel?
Hier in Nederland koop ik de broodjes nog wel eens bij de Turkse bakker. En dan even terug denken aan die vakantie toen, al weer lang geleden 😉 😉