Daar staat ze dan op het Rotterdamse stationsplein, de vrouw waar zoveel over te doen is geweest. Waarom eigenlijk?
Het is een forse dame, eigentijds gekleed. Maar dat zal in de loop der tijd wel ouderwets worden. Ze kijkt de stad in alsof ze nog niet weet wat ze van Rotterdam zal gaan zien.
Ze heeft haar handen in de zakken, haar sneakers zijn duidelijk van een bekend merk. Een vrouw waarvan er zo veel dagelijks door de stad lopen.
Alle stennis om dat beeld begrijp ik niet. Ik vind het niet bijzonder mooi, maar beslist ook niet lelijk. Wat mij betreft heeft ze een prima plekje gekregen.
In ieder geval is het een beter beeld dan Kabouter Butplug, dat op het Eendrachtsplein staat. Dat vind ik echt nergens op slaan.
Keek je vroeger voor een reis in allerlei boeken, tegenwoordig struin je het internet af. En met Facebook, Instagram en TikTok is het niet moeilijk leuke dingen in een andere stad te vinden.
Ontelbare mensen of organisaties willen je wijzen op allerlei leuke en interessante zaken. Er komen musea, galerieën, paleizen, tuinen en nog wat andere dingen voorbij. Eigenlijk wordt de keuze natuurlijk steeds moeilijker, maar tussen zoveel aanbod vonden Leo en ik toch wel heel veel leuke dingen.
Maar niet voor alles wilden we tijd vrij maken. Om nou een tijdje te zoeken naar een ijswinkeltje, dat ging ons te ver. De winkel van “The icecream project” in Belgravia hebben we dus links laten liggen.
Trouwens, het aanbod leek ons helemaal niet zo aantrekkelijk. Ik ben dol op allerlei fruitsmaken, maar ook voor combinaties als Malaga of Amarena kersen.
Voor Leo hoeven al die vruchtensmaken niet, hij houdt het liefst van vanille-, chocola- of notenijs. En graag met een flinke dot slagroom er bovenop.
Maar wat we ons nou kunnen voorstellen bij smaken als Heinz Tomato ketchup, Lea & Perrins sauce, Kikkoman soy sauce of Kellogg’s havermout, weet ik niet.
Ik las een blog over een spookdorp. Geen dorp waar ’s nachts de geesten door de straten spoken, maar zo’n dorp waarvan er steeds meer komen in ons land, maar vast ook in andere landen. Een dorp zonder behoorlijke winkels. Waar je je dagelijkse boodschappen niet meer kunt krijgen. Zo’n dorp waar slechts een afhaalpunt is en vast veel eetgelegenheden. Maar dagelijkse kost met een lantaarntje te zoeken is.
Zelf mag ik niet klagen. Hier zitten twee winkelcentra op loopafstand. Ik kan kiezen uit diverse supermarkten, toko’s en speciaalzaken voor kaas of drank. Voor grote dingen zoals een nieuwe jas of bloes hoef ik niet helemaal naar het centrum. Maar zou ik borduurzijde nodig hebben, dan weet ik niet waar dat te koop is.
Kijk ik naar de nieuwe wijken niet ver van ons vandaan, dan valt me op hoe schamel het winkelaanbod daar is. Uiteraard is er een winkelcentrum met grote ketens en een paar supers. Maar een slager vind je er niet, een echte groenteman is ook moeilijk te vinden. En of je wilt of niet, voor grote boodschappen moet je de auto wel nemen.
Zo langzamerhand is de balans tussen wat we willen en wat we kunnen kopen een beetje zoek. Ik denk dat heel veel mensen verlangen naar de kleine winkels van toen. De bakker, de slager, de kruidenier, de wolwinkel, maar ook een bankfiliaal of postkantoor node missen.
En waar kun je nu nog een paar schroeven kopen, je kleine gereedschap laten repareren? Tegenwoordig zit alles in grootverpakking in plastic en kapot gereedschap… ach je kunt net zo goed nieuw kopen.
Maar ik vind het toch jammer. En beslist geen vooruitgang.
Het is heel gewoon tegenwoordig, in de trein kun je naar het toilet. Alhoewel…. er zijn nog steeds treinen zonder wc.
Voor een kort ritje geen bezwaar, maar een langere rit is een ander verhaal. Meestal probeer ik zo’n bezoek uit te stellen. Thuis is het toch veel prettiger, veel meer privacy. Tijdens onze treinreis vanuit Londen kon ik het echter niet vermijden. Nou ja, wat moet dat moet!
En dan kan ik soms zo verdwalen in mijn eigen hersenspinsels… Want ineens moest ik denken aan veel, veel vroeger. Aan de tijd van de eerste treinen. Nieuwerwetse gekkigheden, dat heeft men toen natuurlijk gedacht over die nieuwe supersnelle wagens, die wel 40 kilometer per uur konden. Waar je binnen een paar uur van Amsterdam naar Haarlem ging.
Toen zullen de vrouwen toch ook wel eens hoge nood gehad hebben. Moet je voorstellen, met al die rokken….
Twee kleine boefjes tussen rode hete pepers. Ze hebben nog geen zorgen voor wat komen gaat, geen idee wat ze straks, morgen, over een jaar gaan doen.
De toekomst… dat zullen ze wel zien, later als ze groot zijn. Verantwoordelijkheid kennen, zich een plek in deze wereld moeten veroveren, daar hoeven ze zich nog niet om te bekommeren.
Maar nu, nu spelen ze ongecompliceerd tussen de knalrode pepers. Ze lachen, maken grapjes. En de fotograaf zag zijn kans schoon.
Een foto om blij van te worden. Waarom? Omdat zulke onbevangenheid ons terug brengt naar een tijd waarin wij zo ook nog zo zorgeloos konden zijn.
Op mijn verjaardag verloopt mijn rijbewijs. Niet toevallig, want vanaf 75 jaar heb je een medische keuring nodig om een geldig rijbewijs te mogen hebbben.
Leo had zijn rijbewijs vorig laten verlengen, dus ik wist hoe het allemaal in zijn werk ging.
Wel een beetje bijtijds begonnen, want je weet nooit hoe veel tijd de keuring neemt. Maar alles liep van een leien dakje. Binnen no time had ik alle benodigde formaliteiten doorlopen en moest ik alleen nog een foto laten maken, die digitaal werd doorgestuurd naar de RDW. En toen kon ik mijn nieuwe rijbewijs gaan ophalen.
Eind traject? Nee, want wil je het rijbewijs als geldig digitaal legitimatiebewijs gebruiken, moet je sinds juni 2023 een pincode voor je DigiD hebben. Die wordt automatisch per post toegestuurd. Natuurlijk netjes verborgen, maar toch… een beetje ouderwets.
Ik weet dat in elk rijbewijs tegenwoordig een chip zit, waarin al je gegevens staan. Dat werkte bij het installeren van apps voor bankieren en je DigiD. Maar dat is dus toch nog niet genoeg. Beveiliging die beveiligd moet worden… haha, nieuwe tijd!
Sinds de plastic rietjes verboden zijn, zitten we opgescheept met papieren rietjes. Ik vind het een heel vervelend alternatief. Ze smaken vies, zijn slap en als ze op een pakje drinken zitten, krijg je de opening nauwelijks doorgestoken.
Maar die rietjes bevatten PFAS. Wat een ophef! We weten al veel langer dat PFAS in allerlei zaken voorkomt. Het wordt dagelijks in het water gedumpt door Chemours, maar stevige maatregelen om dat aan banden te leggen heb ik nog niet voorbij zien komen.
Integendeel, degene die bekend maakte dat Chemours een afkoopregeling met de gemeente Dordrecht wilde treffen, kan gevangenisstraf krijgen. Het had niet openbaar gemaakt mogen worden……! Waarom dan niet?
Inmiddels wordt afgeraden om eieren van eigen kippen en groenten uit de moestuinen in de omgeving van Dordrecht niet te eten. Te gevaarlijk…!
Maar nu blijkt dat die papieren rietjes vaak ook PFAS bevatten. Slecht voor onze gezondheid, slecht voor het milieu en bijna niet af te breken. Het was dus weer zo’n stompzinnige beslissing. De grote gevaren worden verdoezeld en maar die rietjes zijn problematisch.
Op onze laatste dag in Londen wandelden we naar Hampstead, een luxe wijk met prachtige huizen. Een beetje de sfeer van Kralingen of Hillegersberg, maar dan veel Engelser.
Het was nog heel rustig en we konden dus op ons gemak de huizen uitgebreid bekijken. Op veel huizen in Groot Brittannië zijn blauwe borden aangebracht, waarop te lezen is wie er gewoond heeft of wat er in zo’n huis heeft plaats gevonden.
Zo ook op dit huis. Het was te ver om te zien wat er op stond. Maar toen trok de naam van het huis mijn aandacht. “Greenaway House”…. wie zou daar hebben gewoond? Ergens rinkelde een belletje in mijn hoofd.
Thuis zocht ik het op en ja, Kate Greenaway, die kende ik wel. Van haar tekeningen, zoals bij de Rattenvanger van Hamelen en andere lieve illustraties. Zij had dus inderdaad in dat huis gewoond en was er 6 november 1901 gestorven.
Ik vind het altijd leuk om te weten. Niet dat het er erg veel toe doet, maar op die manier komt zo’n huis een beetje tot leven.
Nadat we het Museum of Brands bekeken hadden, was het tijd voor de lunch. En in het museumcafé stonden lekkere broodjes en was er koffie.
Dat namen we mee naar buiten, waar een heerlijke tuin was. Midden in Londen verwacht je zoiets niet. Maar er groeide en bloeide van alles. Vrijwilligers waren druk bezig om te grote planten te delen en in nieuwe potten te zetten.
Dus liepen we na de lunch even een rondje om alles te bewonderen. En hoorden we van de vriendelijke balie-medewerkster dat deze tuin een onderdeel was geweest van een Chelsea Flower show, zo’n beetje the toppunt van Engelse tuinontwerpen en bloemenshows.
De tuin was niet eens zo groot, maar leek veel groter door een uitgekiend ontwerp.
Toen ik als kind nog ging logeren bij een tante en oom in Woensdrecht, gingen we een paar keer naar het Bloemencorso in Zundert. Altijd de eerste zondag in september.
Ik heb er heel lang niet meer aan gedacht. Wist eigenlijk niet dat het er nog steeds gehouden wordt. Maar het is het grootste corso ter wereld, zegt men.
Het is in ieder geval prachtig. Ik zag het dit keer op de tv. Twintig wagens uit verschillende buurtschappen.
Met heel veel liefde en geduld, maar ook met vakmanschap en ware passie tot stand gebracht en versierd met honderdduizenden kleurige dahlia’s.
De foto die ik hier laat zien is van “De Ganzenpas” van Buurtschap De Markt. Het is er een van vele prachtige wagens, dus wie de hele stoet nog wil zien, klikt op deze link.