Gezegdes

Onze taal kent heel veel gezegdes. Maar er zijn ook van die uitspraken die alleen in je eigen kring te pas en te onpas opdoemen. Die alleen maar in jouw huishouden of familie worden gebezigd.

Bron: Google afbeeldingen

Van die opmerkingen die je altijd maakt wanneer er iets gebeurt. Bij ons is dat als Leo of ik mors met het eigeel van ons zachtgekookte eitje. Er druppelt wat dooier over het randje van het eierdopje en de ander zegt: “Daar zou oom Paul heel boos over worden”. Ach, oom Paul is al heel lang dood. Hij was een lieve man, maar knoeien met eten was hem een doorn in het oog.

En als je iets moet doen en er niet het juiste gereedschap voor hebt of te lui bent om het te pakken. Zo gebruik ik soms een mesje in plaats van een schroevendraaier. Wanneer er dan een opmerking wordt gemaakt, citeer ik mijn zus “In geval van nood, schil je aardappelen met een bijl”.

Ik ben benieuwd of jullie ook van die vaste uitdrukkingen hebben. Misschien zijn er wel zoveel, dat ik er nog een blogje aan kan wijden. Dus kom maar op met jullie verhalen….!

Glazen bol

Het nieuws over het virus begint een beetje af te nemen. Of zijn we murw van alle statistieken, cijfers en narigheden? Ik volg het nieuws al langere tijd niet meer op de voet.

Maar nu komen anderen met hun berichten. De betweters, de “ik had het al voorspeld”roepers, de beste stuurlui, die aan wal staan en oh zo goed weten hoe het allemaal geregeld had moeten worden.

Dat er zo’n enorme pandemie aan zat te komen, verbaasde me niks. Op de een of andere manier moet er weer een nieuw en beter evenwicht in de natuur komen. De Spaanse griep maakte meer dan 50.000.000 (vijftig miljoen) slachtoffers. En dat is nog maar een vrij bescheiden schatting. Het kunnen er ook twee keer zoveel zijn geweest. Hoeveel slachtoffers zullen er dan nu vallen? Is het nu nog maar een schijntje en zal er in de toekomst met nog veel grotere getallen gerekend moeten worden? We zijn geneigd te geloven dat de wereld maakbaar is, maar of dat ook zo is…?

Niemand die het weet…! Toch hoor je nu al mensen beweren dat het allemaal van te voren bekeken had moeten worden. Zo lees ik vaker dat er veel meer IC-bedden hadden moeten zijn. Ik vraag me dan altijd af of ze wel enig idee hebben hoe een IC-kamer er uit ziet. Welke apparatuur er aanwezig is en vooral welk prijskaartje er aan zal hangen. Ik schat dat je met 100.000 euro niet erg ver van de waarheid bent, maar ik weet echt niet of dat een redelijk bedrag is. Misschien is het zelfs hoger. Maar dat je met een paar IC-bedden al gauw richting een miljoeneninvestering gaat, lijkt me wel. Laat staan dat je eist om honderden meer bedden….!

Bron: Google afbeeldingen

Geloof me, ik weet heus wel dat de bezuinigingen in de zorg niet altijd helemaal terecht waren. Het had echt beter gekund en ik hoop dan ook dat we in de toekomst meer geld voor de zorg zullen uittrekken. En meer waardering zullen hebben voor de handen aan het bed.

Dat de managers zich wat bescheidener gaan opstellen bij de salarisvaststelling.

Maar laten we asjeblieft ophouden met het allemaal beter te weten. Niemand beschikt over een goed werkende glazen bol en achteraf praten is zo gemakkelijk. Wie alles van te voren weet, komt met een euro de wereld door.

Pareltje

Dit nummer kennen we vast nog wel, want het wordt nog wel eens gedraaid. En in deze gekke tijd, waarin thuis blijven het hoofdmotto is, willen we misschien allemaal wel heel even “Aan de trapeze” uit Ja Zuster, Nee Zuster.
Sluit je ogen, klim in de touwen… ga helpen sjouwen….

Compositie: H. Bannink
Arrangement / orkestratie: Ferdinand Boland
Tekst: Annie M.G. Schmidt

Terugkijken

Nu we zo veel minder te doen hebben, teruggeworpen op onszelf, denk ik vaak terug. Aan de verhalen van mijn moeder, uit haar jeugd en hoe het toen was. Nu heb ik spijt dat ik niet veel meer gevraagd heb, want ik weet slechts wat vage herinneringen.

Mijn moeder kwam uit een groot gezin, acht kinderen. De meeste heb ik niet gekend, zij waren al overleden voor ik geboren werd. Van sommigen had ik zelfs nooit gehoord. Dat waren de kinderen die slechts enkele maanden oud waren geworden. Over hun bestaan las ik in het Gemeentearchief van Rotterdam.

Mijn oma stierf in 1919, kort na de 11e verjaardag van mijn moeder. Of mijn moeder de Spaanse griep toen al had gehad of later kreeg, weet ik niet. Haar verhalen daarover waren vaag en kort: het was heftig, ze had het zo benauwd gehad dat ze uit het raam hing om lucht te krijgen.

Wel kan ik nu reconstrueren dat van dat gezin er nog vijf andere kinderen en mijn opa die griep hebben overleefd. En dat in een klein huisje, waar meerdere kinderen op een klein kamertje lagen. Waar geen badkamer was, misschien zelfs geen wc. Waar armoe heerste, zeker na het overlijden van mijn oma. Opa was schoenmaker en verdiende ook nog wat bij als kelner in een groot Rotterdams café. Soms speelden mijn moeder en haar zusje daar onder het biljart, want een oppas was er niet.

Opa ging met zijn gezin in de kost, wat toen der tijd gebruikelijk was. De verhalen die moeder en tante er over vertelden, logen er niet om. Gierige hospita’s, weinig te eten, geen privacy. En al gauw moest moeder gaan werken. Niks verder leren, maar lange dagen trappen en stoepen boenen voor een habbekrats en een schrale boterham.

Wat heb ik hieruit geleerd? Dat wij, in deze moeilijke, maar toch nog luxe tijd, niks te klagen hebben. Dat we voldoende kunnen eten, de gezondheidszorg nu zo vele malen beter is. Ook al hebben velen er wat op aan te merken. Dat klagen niks helpt, maar dat je beter je schouders er onder kunt zetten. Tevreden blijven en de tering naar de nering zetten.

Maar betere tijden komen er beslist. Misschien duurt het langer dan we willen of denken, hopen. Maar hoe dan ook, ook deze tijd gaat eens voorbij.

Andere handel

Heineken, de vroegere werkgever van mijn man, heeft zijn productieproces om gegooid. Bier wordt nog wel gebrouwen, maar nu wordt ook handgel geproduceerd:

” Zo gaat Heineken ziekenhuizen in Nederland en België helpen met desinfecterende middelen. Maar liefst 250.000 flesjes handsanitizer, gemaakt van 30.000 liter alcohol, worden komende weken verdeeld.” (bron: De Telegraaf van 31 maart 2020) Weer eens een heel ander begrip van “Heerlijk helder”.

En een wat gezelliger bericht in deze gekke tijd dan al die cijfers en statistieken over wat het Corona-virus allemaal teweeg brengt.
Ik sluit mijn ogen niet voor de werkelijkheid, maar toch…..

Piekeren

Wie piekert er niet in deze tijd? Ik schat in dat geen mens van ons er aan ontkomt. Hoe positief en optimistisch we ook willen zijn, er zijn komen steevast momenten dat het grote piekerspook op je schouder tikt.

En het helpt niet hoe vaak ik dan ook geluidloos dezelfde mantra herhaal “niet piekeren, dat helpt toch ook niet”, nare gedachten nestelen zich in mijn brein.

Overdag heb ik niet zo’n last van, maar ’s nachts ontkom ik er niet aan. En het is geen oplossing. Allemaal vragen waar ik geen antwoord op kan krijgen. Je kunt moeilijk je kinderen wakker maken en om 4 uur ’s nachts vragen of ie nou wel veilig thuis is…. Hoe het nou zou moeten als….. Ik vrees dat ze me boos terecht zouden wijzen. Dat zien we dan wel weer… En natuurlijk is dat dan ook helemaal waar.

Vroeger studeerden ze in een stad ver weg van Rotterdam en wisten we ook niet wat ze uitvoerden. Bij tijd en wijle kregen we soms een verzwakte versie van de ongelukjes en net-op-het-randje-goed-gegaan incidenten te horen. Nu zijn ze volwassen, hebben hun eigen verantwoordelijkheden. Ze doen het goed en waarom zou ik me nu ongerust maken….? Ik zucht maar eens diep.

Naast me hoor ik Leo zachtjes snurken. Maar nee, hij draait zich om en zucht op zijn beurt. Ook hij is wakker. Ik knip het licht aan, zo dat lijkt al wat beter. En dan praten we wat… zoenen elkaar. Gelukkig dat mag nog! En dan draaien ons weer op een andere zij…..

Tegen alle adviezen in, grijp ik dan ook wel eens naar mijn telefoon. Nee, ik bel niemand. Ik zoek op YouTube een filmpje van Hidamari, een Japanse kokkin. Ze zegt geen woord, je ziet niets anders dan haar handen. Hoort hoogstens wat vaatwerkgeluiden. Maar met uiterst veel geduld en rustige en zachte gebaren maakt ze koekjes, cakes en andere gebak. En dat werkt voor mij niet alleen heel rustgevend, ik val er gelukkig uiteindelijk ook van in slaap…

Pareltje

En in deze rare tijd kunnen we niet genoeg schoonheid tot ons nemen. Daarom voorlopig op vrijdag een muzikaal pareltje. Voor vandaag koos ik een prachtig gedicht van Rutger Kopland, met ja natuurlijk, muziek van Harry Bannink.

Victor van den Broek zingt “Onder de appelboom”