Spelling

Deze poster laat maar weer eens duidelijk zien hoe het met het onderwijs van onze eigen taal is gesteld.

Bron: Google foto’s

Wie regelmatig de commentaren op -onder andere- Facebook ziet, begrijpt dat we het niet meer zo nauw nemen met de spelling. En zoiets als “autocorrectie” helpt daarbij ook niet al te veel. Vaak genoeg geeft die juist een heel verkeerd gespeld woord en in de snelheid van je berichtje wordt dat dan over het hoofd gezien.

Maar ik vraag me toch af…! Hoe kan het dat de ontwerper, de zetter, de drukker, zelfs de man die de posters ophing, die enorme spelfout nooit opgemerkt hebben.

Of is er uit onverschilligheid geen opmerking over gemaakt? Zien we zulke dingen wel en denkt men “Ach laat maar…!”?

Pareltje

Dit lied horen we meestal gezongen door Frans Halsema. Maar ook Gerard Cox brengt de tekst van Michel van der Plas prachtig over het voetlicht. De muziek is, ja natuurlijk, van Harry Bannink.

Recept

Alle boodschappen waren al in huis, toen het bezoek afbelde. Daar zat ik met een koelkast vol groenten. Tot overmaat van ramp had Leo een dubbele portie puntpaprika’s meegenomen. Wat moest ik daar nou mee?

Ja, je kunt het invriezen. Maar ik besloot om dan maar deze week wat eenzijdiger te koken. Ik keek nog eens in de groentenla en zag ook nog twee dozen champignons me aanstaren.

Maar daaruit resulteerde dit redelijk simpele recept:

Bron: Google afbeeldingen

1 blik (of pot) (witte) bonen
250 gram champignons, in plakjes
1 flinke (rode) ui, gehakt
1 teen knoflook, fijngehakt
2 flinke puntpaprika’s, in reepjes
een handjevol gehakte peterselie
1 theelepel (gerookt) paprikapoeder
snuf hete paprika of cayennepeper
1 theelepel tijm
1/2 theelepel rozemarijn
peper en zout naar smaak
olijfolie

Verhit de olie, fruit de ui en paprika er even in. Voeg de gesneden paprika’s toe en laat even smoren. Voeg de kruiden toe, wat water als het te droog wordt. Doe er dan de champignons bij en laat die even goed bakken tot ze vocht verliezen. Voeg eventueel nog wat water toe.
Spoel de bonen af en laat uitlekken. Voeg toe aan het champignonmengsel en laat goed warm worden. Roer er de peterselie door. Breng goed op smaak met peper en zout.

Serveer met wat brood

EET SMAKELIJK!!

Ik improviseerde met wat ik in de koelkast en voorraad vond. Ga dan ook heel soepel om met wat ik aan ingrediënten opgeef. Neem andere bonen, vervang de peterselie gerust door bleekselderij of zelfs rucola. Net wat je zelf lekker vindt 😉 😉

Balanceren

Bron: Google afbeeldingen

Om oefeningen te doen met mijn knie vroeg de fysiotherapeute me zo’n grote fitness bal te kopen en daar mee te oefenen. Nou hoef ik gelukkig niet als de olifant op dit plaatje op die bal te gaan staan. Maar zitten vind ik al knap lastig.

Je moet een beetje balanceren en die bal blijft natuurlijk niet liggen.

Ik zie mezelf in de spiegel en vind me nou niet zo’n gracieuze ballerina. Eerder een klein, angstig varkentje, al rollend op weg naar de slachtbank.

Er zijn ook andere oefeningen, met de bal tegen de muur. Maar dat vraagt ook om een beetje overgave. Pffft, niks voor mij. Ik hou alles graag onder controle.

Maar oefening baart kunst en als dat dan ook nog helpt om mijn knie weer gewoon en zonder al te veel pijn te laten functioneren, dan heb ik het wel voor over.

Vandaag dus maar weer aan de slag. Leo is weg, dus niemand die me ziet en gaat lachen….!

Kirigami

Origami kende ik wel, maar van kirigami had ik nog nooit gehoord.

Het is dan ook geen vouwwerk, maar knipkunst. En daar kunnen Japanners ook goed mee uit de voeten. Heel ingewikkelde geometrisch patronen worden met uiterste precisie in het papier geknipt.

Leuk zou je zeggen, maar praktisch? Ja, ook. Want wanneer je zulke patronen in een dunne RVS metaalfolie stanst, kan dat weer gebruikt worden om bijvoorbeeld schoenzolen mee te fabriceren. Lees dit artikel in Kijk Magazine.

Als er sneakers komen met deze zolen, ga ik die misschien wel kopen. Ben ik in ieder geval goed voorbereid op gladheid bij sneeuw en ijs.

Onderzoeken

Na alle commotie over de C-crisis begint nu een periode waarin we het ene na het andere onderzoek voorgeschoteld zullen krijgen.

Bron: Google foto’s

Nog tot in lengte van dagen zullen wetenschappers en pseudo-wetenschappers zich verdiepen in allerlei aspecten van die ziekte.

Over de invloed op ons leven, de gevolgen van het thuiswerken, hoe veel minder of juist hoeveel meer ziektes de kop op staken of verdwenen leken te zijn.

Hoe het echtscheidingscijfer beïnvloed is, wanneer de geboortepiek plaats zal vinden, waarom men beter dit wel of dat weer niet zou hebben moeten eten, drinken, gebruiken, laten staan.

Het moet een eldorado zijn voor al die snuffelaars in de cijfers en trends. Ze zullen er voorlopig nog wel een tijdje zoet mee zijn.

Kersentijd

Vroeger kocht mijn moeder wel eens een mandje met kersen. Heerlijk, samen zaten we dan te smullen. Eerst de tweelingkersen uitzoeken en als oorbellen over je oren hangen. En dan zo’n zalig zoete kers in je mond steken, doorbijten, de pit net zo lang in je mond houden totdat ie helemaal glad en zonder vruchtvlees was.

Onze kinderen vonden kersen ook lekker. Oudste heeft eens een heel schaaltje met pit en al opgegeten. Dat schijnt niet zo goed te zijn. Desondanks is ie mooi groot gegroeid 😉

Vorige week las ik dat er bijna geen hoogstam kersenbomen meer zijn. En dat het beroep van kersenplukker daarmee dreigt uit te sterven. Op de foto staat een van de laatste kersenplukkers met een bak dikke, grote en donkerrode kersen.

Die zelfde soort kersen herkende ik op het taartje dat François Perret (de beste patissier ter wereld) voor zijn moeder bakte. Ook daarop dikke donkerrode kersen. Je zou denken nog met pit, maar binnenin zit een vulling (room, witte ganache… wie zal het zeggen?).

Wat zou ik zo’n taartje graag kunnen bakken. Maar dat is te hoog gegrepen voor deze thuisbakster.

Maar binnenkort wil ik toch eens een keer een kersenslof bakken. Dat zal beslist ook heel lekker zijn.

Mag dat nu…?

De Corona-crisis heeft heel wat te weeg gebracht. Zo nu en dan heb ik het gevoel dat we er nooit meer over uitgepraat raken.

Maar het blijft niet bij praten alleen, het levert ook behoorlijk wat handel op. Denk maar aan de fabrikanten van plexiglas, doorzichtig plastic, gestreept plakband om vloeren te merken, stickerfabrikanten om ruiten van waarschuwingen te voorzien.

En dan heb ik het nog niet gehad over de levendige handel in mondkapjes, wegwerp handschoenen, handgel, desinfectans, schoonmaakmiddelen.

Er is keus genoeg uit allerlei producten. En wat voor enkele weken nog “not done” was, lijkt nu weer gretig omarmd te worden. Ik heb al weer ergens een plastic tasje om een aankoop gehad. En eerlijk gezegd, ik kies ineens toch wat vaker wat verpakt is, want de producten die los in het vak liggen…

Bron: Google foto’s

Maar ik vrees ook dat we straks met een ander gigantisch probleem opgescheept zitten. Want al dat plastic, al die chemie, het komt toch weer ten laste van het milieu. Naast alle afval van etenswaren ligt er nu ook te vaak viezigheid als gebruikte mondkapjes, handschoenen, proppen besmeurd papier en wat al niet meer op de straat. En de gretigheid waarmee men van alles en nog wat “desinfecteert”, lijkt me toch ook niet altijd even milieuvriendelijk.

Maar ja, dat is van later zorg, nietwaar….?

Cijfertjes…

Die anderhalve meter zal ons nog wel een tijdje dwars zitten. Op allerlei manieren.

Toen we nog (verplicht) thuis bleven, hadden we er weinig erg in. Nu we weer wat meer naar buiten en tussen de mensen komen, zien we steeds meer beperkingen.

Zo blijkt ons nu dat uit eten gaan met onze kinderen, toch iets heel gewoons, ineens wel erg raar zal gaan. Want -daar heb je ze weer- we komen van drie verschillende adressen en dus mogen we NIET aan één tafel zitten.

Bij de TU in Delft hebben ze eens bekeken of al die straten in Rotterdam die anderhalve meter wel toelaten. Technisch vind ik die kaart beslist mooi, maar toen ik zag dat zelfs het Kralingse Bos en het wandelgebied bij onze kinderboerderij rood gekleurd waren, voelde ik een akelig boze kriebel opkomen.

Heus, ik heb begrip voor de situatie. Dus houden we allemaal zoveel mogelijk afstand, gaan opzij als we iemand tegemoet komen. Maar laten we nu niet overdrijven en vooral ons gezonde verstand blijven gebruiken.
En het mierenn….. aan de mieren overlaten!