Dit is sowieso een heel gek jaar en de Kerstdagen zullen niet veel anders zijn. Minder druk, minder luidruchtig, minder vrolijk als andere jaren.
Daarom zocht ik op internet naar iets liefs, romantisch en zoets. En vond ik deze kerstkaart met crinolines, hoge hoeden, keurige heren en warme bonten mofjes. Een beeld uit een ver vervlogen tijd, die nu rooskleuriger lijkt dan het toen wellicht was.
En hoe kijken we over -pakweg- 50 jaar tegen 2020 aan? Wie zal het zeggen?
Maar ondanks alles, wens ik jullie hele prettige Kerstdagen.
Het was een gek jaar en het eind van dit jaar zal niet veel minder gek zijn. Niet met de hele familie om de tafel, maar slechts met 2 of 3 gasten. Voor ons niet zo ingrijpend. Wij zitten met z’n vijven net aan de taks 😉
Maar gelukkig is er in deze nieuwe tijd een oplossing. We gaan gewoon digitaal. Ik zag het al bij “Zusje” in de Margriet. De gebruikelijke kibbelpartijen kunnen tenslotte ook via het wereld wijde net 😉
Maar deze vond ik ook wel erg leuk.
Laten we vooral een beetje de vrolijke kant van dit alles opzoeken.
Van humor krijg je nooit genoeg en dik, dronken of ziek word je er ook niet van.
In de stad komen we nog maar weinig en dat ligt niet alleen aan de huidige omstandigheden.
Worden we oud, dat wij de winkels niet meer zo leuk vinden? Was het vroeger inderdaad allemaal leuker, mooier, beter…? Nou, vast niet. Maar toch… toen was alles nog niet zo geglobaliseerd.
Neem nou zo’n winkel als Jungerhans. Midden in de stad een baken om altijd wel even binnen te lopen. Je te vergapen aan het mooie porselein, glanzend bestek, glazen in alle soorten en maten.
Heel wat huishoudens werden vanuit deze winkel voorzien van alle benodigdheden. Misschien gebruikt men dat servies of bestek nog steeds, na zoveel jaren.
Heb ik zelf nog iets? Ja zeker, in de kast staat nog een theekopje van mijn schoonmoeder. Het merkje op het schoteltje laat geen twijfel mogelijk. Inderdaad van A. Jungerhans, Rotterdam.
Op veler verzoek ( 😉 ) is hier het recept van mijn onvolprezen gevulde speculaas. Ik geef vandaag het recept voor amandelpers, morgen ga ik verder met het deeg.
Amandelpers: 100 gram amandelen 100 gram kristalsuiker 1 theelepel rozenwater *) 1/2 ei 1 eetlepel room rasp van 1 bio citroenschil wat druppels citroensap
Maak de amandelpers liefst enige dagen tevoren, zodat de smaken goed kunnen rijpen. Haal de bruine vliesjes van de amandelen door ze in ruim water ca. 1 minuut te koken en dan koud af te spoelen. De vliesjes kunnen er dan makkelijk vanaf geschoven worden. Droog de amandelen in een theedoek. Heb je geen rozenwater in huis, dan kun je het ook weglaten.
Voor het malen van de amandelen is een keukenmachine erg handig, maar vroeger heb ik het ook met zo’n ouderwets molentje gemaakt.
Maal de amandelen tot een grof mengsel. Voeg dan de suiker toe en maal tot het lijkt op grof zand. Voeg het rozenwater en citroenrasp toe en maal tot een samenhangend “deeg”. Doe over in een schaal en roer er de room en het ei door. Het moet enigszins smeerbaar worden, maar niet vloeibaar. Mocht het te droog zijn, voeg dan nog wat druppels water toe. Dek af met plasticfolie en zet in de koelkast.
Op Facebook kwam ik een foto tegen van een oude aansteker. En dat is toch echt een ding uit een vervlogen tijd. Want wie rookt er tegenwoordig nog?
Bron: FaceBook
Ik zie mijn vader weer zitten. In zijn “Liberty” stoel, asbak en doosje Pall Mall cigarets onder handbereik. Hij had de rare gewoonte zijn sigaret maar half op te roken, uit te doen en dan later weer opnieuw op te steken. Het zal wel niet al te best zijn geweest, maar hij werd uiteindelijk toch bijna 85 jaar.
Naast die asbak lag zijn aansteker, net zo een als op de foto, maar dan zilverkleurig. Die aansteker moest regelmatig gevuld, met benzine. Dat kocht mijn moeder bij de waterstoker in onze straat. Het werd gewoon in een schone lege literfles gegoten. Etiketje er op en klaar. Stond in het keukenkastje. En ik waagde het niet daar aan te komen….!
En dan het zaterdagmiddagritueel. Fles op tafel, lucifers erbij. Want zo’n fles was natuurlijk helemaal niet geschikt om zo’n klein tankje mee te vullen. Maar daar had papa een trucje voor. Hij brak een lucifer bijna doormidden en hing die gebogen in de hals van de fles, als een soort druppelaar. Zo nu en dan viel die lucifer weleens in de fles, maar geen probleem. Lucifers genoeg toch…?
Langzaam en heel voorzichtig benzine in dat tankje druppelen. Eens controleren of er al genoeg in zat. Knip, knip, knip deed de aansteker. Ik kan het geluid nog horen.
Soms moest ook het vuursteentje vervangen worden. Ook al zulk priegelwerk. Mijn vader had eindeloos geduld. Maar dan was het toch eindelijk klaar en kon hij weer een week vooruit.
Deze donkere dagen, wat heb ik daar een hekel aan. Grijs, grauw weer en pas laat licht en al weer zo rond 5 uur donker.
Ik kan me voorstellen dat men er somber van wordt. Ik probeer dat te voorkomen door al vroeg het licht aan te steken. Het hoeft niet veel te zijn, maar zo’n donkere kamer geeft me een benauwd gevoel. Dat heb ik niet van een vreemde. Ook bij ons thuis brandde ’s winters vaak het licht.
Heb ik nog aan andere dingen een hekel? Natuurlijk, maar daar moet ik wel even over nadenken.
Nou…, ik hou niet van kleverige handen. Of van haakjes aan mijn nagels. Ook gruw ik van zo’n hoog piepend geluid, alsof er een krijtje over het schoolbord gaat. En ja, van een lange bloes die onder een trui of jack uit piept, word ik ook niet blij.
Bron: Google foto’s
Er zullen nog best wel meer dingen zijn waar ik een hekel aan heb. Maar ze schieten me nu niet 1-2-3 te binnen. Over het algemeen ben ik gewoon een tevreden mens.
Het tegeltje hiernaast is niet erg toepasselijk, want aan werken heb ik geen hekel. Maar vakantie is wel fijner… 😉 😉
Als kind al vond ik bananen heerlijk. Leo niet, die moest er als kleuter aan wennen. Maar ja, die kreeg pas later een banaantje. In de oorlog waren die er niet.
Ook nu eten we vrijwel elke dag een banaan. Ik bak er soms cake mee, een banaan op een boterham met pindakaas en sambal gaat er ook wel in. Om nog maar te zwijgen van een banaan in de smoothie met yoghurt en blauwe bessen.
Toch dreigt de banaan te verdwijnen. En dat zou toch wel heel erg zijn. Want bananen zijn heel gezond, geven meteen een voldaan gevoel en het is voedsel wat gemakkelijk meegenomen kan worden. Sporters zweren er bij.
Bron: Google foto’s
Laten we hopen dat er ergens op de wereld een nieuw ras bananen gekweekt kan worden. Want stel je voor, dat we niet meer wekelijks ons trosje bananen in het winkelwagentje kunnen leggen…
Je ziet het wel vaker. In de haast om vooral zo zuinig of bewust mogelijk om te gaan met energie, vergeet men even dat wat er weg gegooid wordt ook energie gekost heeft. Of hoeveel energie er nodig is om “energiezuinige” dingen te fabriceren, maar er geen rekening mee houden hoeveel energie er al gebruikt is voordat het product op de markt komt.
Maar deze strip legt haarfijn de vinger op de zere plek. Jan en Jans hebben spaargeld over en willen er wat mee doen. Iets nuttigs. Zonne-panelen lijken dan een goede bestemming.
Maar ach, daar waar de zon het gunstigst zou schijnen, staan prachtige oude bomen. Maar… ja hoor, binnen luttele weken is beslist dat die bomen moeten worden omgehakt. Dan worden de zonnepanelen geplaatst.
Dag mooie bomen, met heerlijke schaduw en zo’n prachtig gezicht naast hun pittoreske huisje. Dag nestelplekje voor de vogels. Dag natuur, welkom vooruitgang… Of toch iets over het hoofd gezien…?
Lang, lang geleden had ik een collega, met een vriend die aan zweefvliegen deed. In die tijd een nogal bijzondere hobby en misschien is dat het nog wel.
Regelmatig vertelde ze over allerlei uitstapjes en regelmatig viel daar bij de naam “Seppe”. Ik had er nog nooit van gehoord, maar leerde dat Seppe een vliegveldje was in de buurt van Breda.
Maar laatst zag ik ergens iets staan over “Breda International Airport” en ook daar had ik nog nooit van gehoord. Bleek dat dus het vroegere Seppe te zijn.
Bron: Google foto’s
In deze tijd, waarin vliegen niet meer zo gewild is, lijkt me de naam nogal overdreven. Maar ja, het klinkt natuurlijk wel veel chiquer 😉