Schoonmaken

Tijdens onze reis in Japan verbaasden wij ons over de schone treinen, die toch met een heel grote frequentie rijden. Totdat we een keer zagen hoe schoonmaken op z’n Japans gaat. Supersnel, super efficiënt en met bijna militaire discipline. Op het station staan deze karretjes met schoonmaakspullen, voor elke schoonmaker één.  

Ik heb geprobeerd het te filmen, maar dat lukte niet al te best. Maar gelukkig is er dan altijd YouTube, waar alles te vinden is:

 

Stapelen

Deze week bestond voornamelijk uit stapelen. Volle dozen vóór en lege dozen ná de verhuizing van jongste. Van struinen door de IKEA en pakken van de vele stapels goederen, die daar zijn. En dan nog de stapels papier en karton die bij zo’n verhuizing onontbeerlijk zijn. Gelukkig waren de stapels dozen te overzien en al met al was de verhuizing zo gepiept. Wij hoefden ook niet te sjouwen, dat werd gedaan. Zo buffelen als deze mannetjes in Vietnam was dus gelukkig niet aan de orde.

Stapelen is ook het weekthema bij Stuureenfoto. Heb je ook foto’s van grote stapels, doe dan ook mee.

 

Rommelmarkt

In de loop der jaren vullen onze kasten zich met spullen die hun beste tijd gehad hebben. Of niet meer nodig zijn, of die we niet meer zo mooi vinden. En dan komt het moment dat die spullen weg moeten. Te goed voor de vuilnisbak, maar ook niet meer nodig in ons huis. Dus gaat het naar de rommelmarkt. In de hoop dat het nog een beter tweede leven zal hebben.
Dat dacht de man in Kyoto ook, toen hij deze verzameling buiten zette. En rommelmarkt is ook het weekthema bij Stuureenfoto. Doe je ook mee?

 

Ontbijt

Thuis ontbijten we altijd gewoon, met brood, kaas, worst en een beschuitje met jam om af te sluiten. Sinaasappelsap en koffie natuurlijk erbij. Maar op vakantie kan dit ritueel wel eens heel anders uitpakken. Niet in elk land ligt er ’s morgens een boterham op je bord. In Vietnam aten we pho, pittige soep. Soep kregen we ook in China, een curryschotel in Birma.

Maar het lekkerst vonden we toch het ontbijt bij de Tsukiji vismarkt. Spartelverse sushi, voor je neus klaar gemaakt en heerlijk. Je kunt kiezen uit ontelbare soorten vis: makreel, sardines, tonijn, zalm, heilbot. Maar ook zee-egel, oesters, kwal en vissen die wij total niet kennen. Erbij een klein schaaltje sojasaus en natuurlijk wasabi.

Vismarkt

Er is heel veel te zien in Tokio, meer dan je in een paar dagen kunt behappen. Maar in Tokio zijn en niet de Tsukiji vismarkt bezoeken, is bijna onmogelijk. Het is het begin van een lange, lange dag, want de markt begint al vroeg. Wil je de echte bedrijvigheid zien, dan moet je uiterlijk rond zeven uur ’s morgens daar zijn. Het scheelt dat je niet eerst hoeft te ontbijten, want dat doe je in de buurt van de vismarkt, met sushi vanzelfsprekend. En ja, dat is heel erg lekker. Zo lekker dat wij de volgende dag nog een keertje gingen.

Wij waren overdonderd door alle soorten vis en schelpdieren die we er aantroffen. Sommige waren herkenbaar, andere leken in de verste verte niet op wat wij hier kunnen kopen en weer andere leken wel op buitenaardse wezens. Wat ook opvalt, is dat markt helemaal niet naar vis ruikt. Het geurt er naar de zee, fris en zilt. Ook kun je er van de vloer eten. Geen flintertje vis ligt op de grond, alles is schoon en grondig geboend. Wil je een indruk van hoe het er toe gaat, klik dan hier voor een film over de markt (in het Engels, ca. 30 minuten).

De markt wordt al sinds 1923 op deze plek gehouden, maar dat zal niet lang meer duren. Voor de Olympische Spelen in 2020 in Tokio is een weg gepland dwars over het terrein en dus wordt de markt binnenkort verplaatst. De nieuwe markt wordt nog groter, met up-to-date gekoelde ruimtes en een optimale logistiek. Maar wij zullen met heimwee terugdenken aan de markt zoals wij die gezien hebben.

Poort

Overal in Japan kun je ze tegen komen, zulke rode poorten.Soms bescheiden van formaat, soms een heleboel achter elkaar en deze, die enorm staat te zijn voor de Heian-jingu Shrine in Kyoto. Je hoeft er niet voor te stoppen, het verkeer rijdt er gewoon onder door. Maar het heeft wel iets magisch, een grens die je overschrijdt, als je er onder door loopt.

Deze week is het thema bij Stuureenfoto ook “poorten”. Heb je er ook wel eens op de foto gezet, kun je ook meedoen!

Ruimte

Deze kop konden we een tijdje geleden lezen in de krant. En ja, het kan behoorlijk irritant zijn, zo’n meneer (meestal toch) die breeduit zit en jou geen plek meer laat. Of doodgemoedereerd zelfs twee plaatsen inneemt, vaak ook nog met een flinke tas of rugzak naast hem.Toch is het niet alleen in New York of Rotterdam een probleem. Zelfs in de metro van Tokio schijnt men er last van te hebben. En dat terwijl de meeste tengere Japanners keurig netjes hun bagage op schoot houden en proberen zich zo smal mogelijk te maken. Die borden zullen dus wel een reden hebben. Of houden ze zich nu aan deze regels, sinds de borden er hangen?  

 

Tokaido

Een jaar lang stond hier elke week een houtsnede uit de reeks die Hiroshige maakte over de Tokaidoweg in Japan. Een weg die van Edo (het huidige Tokio) naar Kyoto voert, een tocht van ruim 513 kilometer. Toendertijd vele dagen, nu een fluitje van een cent met de trein.
Dat ervoeren wij zelf, want wij reisden op dit traject van Kyoto naar Tokyo, in omgekeerde richting dus.

Comfortabel in de Shinkansen

Voor ons geen vermoeiende tochten, lopend over modderige wegen, in regen of storm. Nee, wij reisden zeer comfortabel per Shinkansen in slechts 157 minuten.
Reizen per trein is Japan is heerlijk. Tenminste in zulke snelle treinen. Moet je elke dag in de spits naar je werk, dan zul je al gauw vergelijkingen maken als “haringen in een ton” of “sardines in een blikje”.

Een "Limited Express"

Wij hebben dat ook een enkele maal meegemaakt, al konden wij nog eens een trein voorbij laten gaan. Binnen een paar minuten kwam er toch weer een volgende. Ook druk natuurlijk, maar dan stonden we al voor in de rij en werden we vanzelf naar binnen geduwd 😉

Spitsuur in Tokyo

 

 

Hiroshige

Ze zijn er bijna, de reizigers van Hiroshige. Als het weer helder is, zien ze Kyoto al liggen. Nog één stop, hier bij het theehuis in Otsu.In deze tijd is de afstand een fluitje van een cent, met de bus of de metro. Maar nog overal kun je even iets eten, koffie of thee drinken. Het hoeft tenslotte niet altijd een echt theehuis te zijn!  

Stoeltjeslift

Vanuit Tokio gingen we wandelen op Mount Takao. Niet al te ver en toch helemaal buiten de stad. Thuis had ik me voorbereid, dus ik wist dat je met een stoeltjeslift al halverwege de top zou kunnen komen. En dat was ook zo. Alleen had ik geen rekening gehouden met de Japanse opvatting van “eigen verantwoording”. Toen we dus in de stoeltjeslift stapten, was er geen beveiliging. Geen punt, je blijft rustig zitten, gaat vooral niet schommelen en geniet van de omgeving in de ongeveer 10 minuten naar de top. Voor mij was dat genieten maar matig, want ik heb al hoogtevrees als ik op een krukje sta. En dus hield ik me de hele rit naar de top krampachtig vast, alsmaar denkend en hopend dat er “heus niets zou gebeuren”.
Maar goed, ik schrijf dit vanuit mijn eigen werkkamer, dus alles liep gewoon goed af.
En de wandeling was ook bijzonder mooi. De bomen verkleurden al , eindeloze trappen voerden naar prachtige tempels en het uitzicht boven op de 599,03 meter hoge top was fenomenaal. We konden zelfs voor de tweede keer Mount Fuji zien.Het laatste stuk was pittig en het was maar goed dat Leo me met peptalk naar boven kletste. Maar het schijnt dat zo’n fikse wandeling je geest en lichaam loutert. En ook dat is toch mooi meegenomen!

Oh ja, terug namen we de cablecar, dus veel minder griezelig gelukkig 😉