Of nou vroeger alles beter was, is natuurlijk de vraag. Nou nee, hoor! Er was een hele hoop narigheid, armoede en vooral heel veel en hard werken.
Neem zou zoiets als boodschappen doen. De winkels waren weliswaar veel dichter bij huis, maar mijn moeder heeft heel wat afgesjouwd. Tassen met boodschappen, soms naar een winkel verder op omdat het daar misschien wel iets voordeliger was. En dan had ze een boodschappentas bij zich, waarin alle spullen werden gestopt.
Maar de mensen waren niet zo slordig als nu. Nu halen ze een karretje bij de supermarkt, stouwen het vol en rijden het dan naar hun huis.
Tot zover kan ik dat wel een beetje begrijpen.Zo is het veel gemakkelijker. Maar als dat karretje leeg is, breng het dan weer terug.
Nee hoor, ze laten het zo maar staan bij de ingang van de flat. Niet één, maar meerdere karretjes van diverse supermarkten.
Straks slopen kinderen zo’n karretje of komt het in de sloot terecht. Ach ja, ik kan me er aan ergeren. Maar het is vergeefse moeite.
Dat snap ik inderdaad ook niet. Tenzij ze het karretje de volgende keer weer netjes meenemen naar de supermarkt?
Dan kunnen ze nog beter het karretje mee naar huis nemen.
Vroeger had Jan Modaal ook geen auto. Men moest wel naar een winkel in de buurt. Dat was voor de winkelier meteen een bestaan. Tegenwoordig worden we geregeerd door de supermarkten. Maar dat wil niet zeggen dat je ook winkelwagens mag stelen.
Het is jammer, maar ergeren is zonde van je energie.