Een paar weken geleden realiseerde ik me plotseling dat ik aardig op weg was een “grumpy old woman” te worden.
Je kent ze wel, die vrouwen die met een wat verzuurd gezicht over straat gaan. Ze mopperen over alles en nog wat en nooit is er iets goed. Er loopt altijd iemand in de weg, of er is geen mens die eens een handje uitsteekt.
Nou ben ik gelukkig nog niet zo heel erg mopperig, maar zo nu en dan kan ik me verschrikkelijk ergeren. Aan verpakkingen die niet open gaan, aan rommel op straat, aan obstakels waarover je (jij of een ander) dreigt te vallen. Over dingen die niet meer te koop zijn of juist de overdaad aan spullen in de winkels.
En kunnen we er wat aan doen? Ach, soms wel, soms niet. Maar mopperen helpt natuurlijk evenmin.
En weet je, ik heb juist zo verschrikkelijk de pest aan dat soort mensen. Dus probeer ik alles weer van een zonniger kant te zien en zet ik mijn beste beentje maar weer voor, lach ik vriendelijk naar de mensen en hoop dan dat mijn vrolijk humeur aanstekelijk werkt.
Misschien hebben we allemaal wel eens van die dagen. Ik geef mijzelf een denkbeeldige schop onder mijn billen en zeg dat ik weer gewoon moet doen☺Dat gemopper schiet ook niets op.
Tsja, ik maak me daar denk ik ook wel eens schuldig aan.
Maar meestal heb ik dan wel gelijk.
Erger je niet als je er toch niets aan kan veranderen. Maar…dat valt niet altijd mee.
Goed bezig Els. Het is een kunst om je zo min mogelijk te ergeren maar uiteindelijk voel je je positiever.
Als mopperen maar geen zeuren wordt, wilde ik ook nog zeggen
Het woord grumpy vind ik leuk en er IS ook veel om over te mopperen. Van mij mag het.
Haha, ik snap helemaal wat je bedoeld. Ik moet ook af en toe mijn best doen om wat vrolijker te zijn.
We doen ons best. Als antimoppers. 🙂
Dat is een goede instelling!