In ons gezin werd gespaard. Met dubbeltjes, stuivers, in busjes en potjes. En na verloop van tijd werden die potjes geleegd, geteld, rolletjes gemaakt en bij slager of kruidenier omgewisseld voor “groot” geld.
Natuurlijk spaarde ik ook op school. Met een kleine bruine envelop, waarin elke week een muntje ging. Voor het schoolreisje, maar ik dacht ook dat er geld op een rekening werd gezet.
En ik had een eigen spaarpot, van de Spaarbank te Rotterdam. Die kon alleen open met een speciale sleutel die ik vanzelfsprekend niet had. Daarvoor moest ik naar de bank. Het bedrag wat er in de spaarpot zat, werd op mijn spaarbankboekje gezet.
In het Streekmuseum Jan Anderson in Vlaardingen bekeken we naast de eigen collectie ook een verzameling spaarpotten. Die groene spaarpot van toen stond er ook. Maar daar vergat ik een foto van te nemen.
Wel fotografeerde ik deze spaarmogelijkheid. Een voorloper van de “automatische bijschrijving”. Je kreeg als rekeninghouder een kaart. Die kaart stopte je in de gleuf, wierp een dubbeltje in het gleufje boven en draaide aan de slinger rechts. Dan werd het dubbeltje op je kaart bijgeschreven.
Handig toch? Konden je ouders meteen controleren of je dat dubbeltje niet aan snoep had uitgegeven 😉
Er werd wat afgespaard vroeger, het werd dan ook behoorlijk gepromoot. Nu kan je het beter uitgeven.
Sparen deed geloof ik iedereen. tegenwoordig wordt het min of meer afgeraden
Sparen zit in mijn genen en porien!
Nu is het de tijd om als gepensioeneerde te gaan uitgeven.
Stille groet,
En je leert het haast niet af.
Nog steeds heb ik een piekenpijp en een voor rijksdaalders. 🙂
Ook bij ons kwam na het zien van die spaarpotten, een hele stoet herinneringen voorbij aan de Zilvervloot en andere manieren van sparen.
Geinig, ik heb geloof ik ook nog ergens een spaarbankboekje liggen van de post.