De Prunus
Onverwacht en plotseling
stond de prunus deze morgen
weer met tak en stam verborgen
in een wolk van bloeseming,
die zo blank,
zo smetloos zuiver
straald’ en met de wind bewoog,
dat door mij een stille huiver
van verraste vreugde vloog.
Want nog enkel zwart en strak,
niet gereed nog tot ontluiken,
wist ik in geboomt’ en struiken
ieder twijgje, elke tak;
slechts de kruin van d’ oude steile
statige kastanjestam
brandde, met doorzichtig ijle
glanzend groene vlam bij vlam.
En nu plots, in deze nacht,
is de prunus weer ontloken,
overdadig uitgebroken
tot één eindeloze pracht. –
O, ik wist dat het zou komen,
dit onstuimige festijn,
maar ik had niet durven dromen
dat het zo volmaakt zou zijn!
Garmt Stuiveling (1907 – 1985)
uit: Elementen, Arbeiderspers, 1936
Overdadig staat er in het gedicht. Ja, heerlijk overdadig de prunus.
dat gedicht leerde ik voor het eindexamen mulo 1964 en ik kan het noch steeds! heel mooi.
Een prachtig gedicht, bij een prachtige boom!
Juweel van een boom.
Het gedicht is ook mooi.
Prachtig, zo.
Dat heb je uitstekend gedaan, heel mooi.
Volmaakt!
Dat is mooi!
Ja, mooi!