Terugkijkend op mijn jeugd, besef ik dat ik, hoewel meer verwend dan anderen, in vergelijking met nu maar weinig speelgoed had. Leed ik daar onder? Welnee zeg! Ik had poppen, wat stoffen dieren, een fornuisje met pannetjes. Daarop mocht ik alleen koken, met echte vlammen, als mijn moeder tijd en zin had om er bij te blijven. En ik had knotsen en een grote lap stof, een stapel Margriets waarin ik mocht knippen. Eigenlijk speelde ik daar het meest mee, want die knotsen werden in mijn fantasie “mannequins” de lap stof drapeerde ik daar om heen. Van de Margriet-plaatjes maakte ik paspoppen. Uren was ik er mee zoet.
En natuurlijk speelde ik buiten. Op de stoep voor ons huis, met andere kinderen uit de straat. Ballen, touwtje springen, hinkelen…
Kinderen van nu hebben veel meer speelgoed, technisch en geavanceerd ook. Maar ik vind het soms zo fantasieloos. Of kijk ik met een wat bevooroordeelde blik? Het boekje op de tafel bij een vriendin trok mijn aandacht en bij elke bladzijde dacht ik terug…. Oh kijk, Lego, maar wat was dat toch nog simpel. Oh ja, hinkelen… En een springtouw…. En ja, dat deden we ook graag…. Bokkie springen.
Waaraan zouden de mensen straks over zo’n jaar of vijftig terugdenken en waar zullen hun (klein)kinderen dan mee spelen…. ?
We speelden binnen als het regende maar verder waren we altijd buiten aan het spelen. Een heerlijke jeugd gehad.
Ik had niks, maar was de koning te rijk. Altijd buiten, en daar vonden we alles wat we nodig hadden.
De beste herinneringen aan mijn jeugd heb ik aan het buitenspelen met vriendinnetjes. Als het slecht weer was, speelden we schooltje in het portiek en bij mooi weer speelden we verstoppertje, bussie trap, rovertje, met knikkers, elastiek, kinderversjes met een bal… Gelukkig maar want binnen in huis hadden m’n broertje en ik weinig te zoeken.
Ik had een achterneefje dat als hij met zijn ouders op visite kwam onmiddellijk de doos met oude autootjes van mijn oudere broer uit de kast haalde. Zijn vader was altijd stomverbaasd want thuis had het kind de mooiste autootjes . Maar als hij daarmee speelde werd er voortdurend geroepen , kijk je wel uit want straks gaan ze kapot. Van de autootjes van mijn broer ontbraken wielen, deuren en daarmee mocht hij doen wat hij wilde zelfs verder slopen als hij dat leuk vond. En dat was veel leuker dan alleen maar rondjes rijden.
Ha, vergeet de geweldige knopendoos van mijn moeder niet en de grote blikken trommel met alle ansichtkaarten, die mijn oma had ontvangen van al haar kinderen en kleinkinderen door de jaren heen, had nagelaten. Deze oma overleed toen ik 8 jaar was. De erfenis werd verdeeld. Mijn moeder koos die grote trommel voor mij en ik héb me er toch een boel plezier mee gehad. Knippen, plakken, lezen wat er voor teksten op stonden.
Oh ja, de kleinkinderen hebben bij ons al meer speelgoed dan dat ik vroeger had. Gelukkig spelen ze ook veel buiten.
O heerlijk al die buitenspelletjes en inderdaad met het weinige speelgoed dat we hadden voelde ik me rijk!