Eigenlijk las ik dit boek te laat, want het er op volgende deel had ik al gelezen. Toch bleef ook dit boek boeien van begin tot eind. Patience Murphy is op de vlucht. Waarvoor komt stukje bij beetje in het boek naar voren. Ze woont dan al een paar jaar in een huisje op het platteland van West Virginia. Ze is min of meer een “selfmade” vroedvrouw in een gebied waar nog geen goede ziekenzorg bestaat en heeft het vak van een oudere vroedvrouw zo goed en zo kwaad geleerd.
In het Amerika van 1929, kort na de beurskrach, is armoede heel normaal. Er is geen werk voor de vele tienduizenden arbeiders. Velen gaan op zoek naar werk in andere gebieden en trekken langs de wegen. Patience leeft alleen en eenzaam, maar krijgt gelukkig toch hulp uit onverwachte hoek. Maar ook die hulp veroorzaakt moeilijkheden, die tot voor kort onmogelijk leken te bestaan. Een boek over een moeizaam, zwaar en hard leven vol verdriet, maar ook met lichtpuntjes die de hoop op betere tijden doet opleven.
Ik heb net twee nieuwe boeken besteld, historische streekromans, dit jaar geschreven…
Ik ga kijken of ik het te pakken kan krijgen. Dank voor de tip.