Nu de dagen kouder en korter zijn, komt er zo nu en dan een grote reiger in onze tuin. Hij staat op de rand van de vijver en kijkt of er iets te snaaien valt. Soms vangt er een een kleine salamander. Maar gek genoeg liet hij die ook weer vallen. Misschien was dat een beetje onhandig type. Zijn honger stilde hij in elk geval niet erg.
Ik vind zo’n beest beslist erg mooi, maar ben toch niet zo blij met zijn komst.
Te groot, te veel aanwezig, een beetje buiten proportie. Hopelijk poept ie niet, want een reigerflats is enorm en stinkt als de hel. Maar ja, hij komt en hij gaat zo hij wil. Aan mij wordt niks gevraagd en wegjagen, nou ja dat gaat me te ver.
In het wild, in de polders rondom Rotterdam zitten tegenwoordig veel reigers. En ook in de wijktuin zie je ze vaak. Als het heel koud wordt, bivakkeren er soms wel meer dan vijftig bij de grote vijver daar.
Ik zie er hier vrijwel geen, maar hier is ook weinig water.
Je kan in de polder geen stap zetten of je komt een reiger tegen. Als eentje schrikt van Rosa hoor je ze altijd even hard en schel schreeuwen.
Toen ik nog in Rotterdam werkte, broedden er hele hordes in de bomen van het Euromastpark. Geen gezicht!
Wij zien hier in de Liemers juist minder reigers, maar wel ooievaars. Verleden week, tijdens het wandelen, zag ik er acht scharrelen in het weiland.