Een paar dagen geleden keek ik in de bieb een aantal woonbladen in. En in no time zag ik sterretjes. Grote, kleine, dikke, dunne, van ijzerdraad, in goud of zilver, van berkentakken, wit bepoeierd, geknipt uit papier, gehaakt, van zilverfolie, gevouwen, gestempeld of getekend. Ze stonden op pakjes, dozen, muren, glazen, bordjes, ze glinsterden tussen het bestek, op tafels en stoelen.
Kerstsfeer oké, maar mag het ook iets minder? Het lijkt wel of je in deze tijd je hele huis moet omzetten. Alle meubels moet vervangen door dingen met een kersttintje. De muren schilderen en versieren, strikken met kerstballen en sterren aan de stoelen.
Nou ja, ik vond het gewoon iets te veel van het goede.
Kerstservies moet je ook hebben, liefst twee, een voor de brunch (die brunch moet!)
en een voor het u i t g e b r e i d e diner.
Ja wat is dit nu toch, Els? Natuurlijk schilder je je muren voor Kerstmis. En dan na Driekoningen weer weg met de kerstkleuren natuurlijk. Hou je van schilderen?