|
“Meneer, wilt u dat pak daar bovenop even pakken, u bent veel langer dan ik”. Het is een vraag die Leo regelmatig te horen krijgt en hij helpt natuurlijk de vriendelijke (oudere) dames om hun lievelingskoekjes, snoepjes, likeurtjes of wat dan ook te kopen.Maar in ons hotel in Lucca stond ook mijn lange man toch wel eventjes raar te kijken toen hij zijn kleding in de kast wilde hangen. Een kast van bijna 2,5 meter hoog en de roe voor de broeken en overhemden bijna onbereikbaar. Met veel moeite lukte het hem om een hangertje te pakken. Gelukkig was er voor de kleine mens een stok voorhanden, zodat ook die zonder hulp zijn/haar kleren kon ophangen en weer pakken. Een nieuwe vorm van Italiaans design?
We hebben er hartelijk om gelachen, want voor de rest was ons hotel prima. |
In sommige winkels wordt kleding ook twee rijen hoog gehangen en dan moet je ook met een stok aan de slag. De eerste keer vond ik het raar, maar nu kijk ik er niet meer van op.
En zie je mij dat al doen emt de rolstoel?
Hahaha, ik kan in winkels ook vaak ergens niet bij (mijn hele leven al niet) en kies dan doelbewust de leukste man in de buurt om hulp te vragen. En dan rent zo’n man hoor…
Els, vermoedelijk kunnen Leo en jij dan ook het volgende “ikje” in de NRC van 5 oktober j.l. wel waarderen:
“Erkenning
Als voorzitter van de KLM – Klub Lange Mensen, krijg ik vaak opmerkingen over mijn lengte. De vraag of het koud is boven, is dan nog de vriendelijkste.
Ook weet ik dat ik moet opletten waar ik loop, boodschappen doen op de markt bijvoorbeeld is een hachelijke zaak: alle kramen zijn bedoeld voor korte mensen en uitsteeksels zijn hard en scherp. In treinen en vliegtuigen is het een titanenstrijd om een adequate zitplaats te vinden.
Maar soms overkomt me iets aardigs. In de supermarkt wordt mij wel eens gevraagd om ‘iets van boven’ te pakken en aan te reiken.
Laatst werd mij dat weer gevraagd door een zeer oude dame, voorovergebogen voortgaand met een rollator.
Toen ik het gevraagde artikel aan haar had gegeven vroeg zij mij, met pretlichtjes in haar ogen: „Wilt u nog iets van beneden hebben?”
Het was een moment van erkenning van ons beider mogelijkheden.
John Hekelaar”