Die heerlijke zomerse temperaturen, de zon, het hield nog niet op. Alle plannen voor zaterdag werden even opzij gezet en veranderd voor een wandeling naar Trompenburg Arboretum.
Ook daar naar toe is de metro de beste keuze. Dan een gezellig loopje door een fijne en mooie wijk, waar ook altijd van alles te zien is.
Bij Trompenburg was het redelijk druk, er stond zelfs een rij voor de kassa. Maar gelukkig is er zo veel ruimte, dat je toch heerlijk rustig kunt wandelen. Bij de volière was er zelfs nog plaats genoeg in de zon. Voor ons was het zelfs lastiger om wakker en alert te blijven dan zachtjes aan weg te soezen 😉
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Onmiskenbaar muziek in de trant van Django Reinhardt en Stéphane Grapelli, Hot club de France. Nu spelen Bucky Pizzarelli & Pearl Django: I’ll see you in my dreams.
In zijn werkzaam leven bij de brouwer van Heerlijk Helder Bier was Leo, naast technisch inkoper en later secretaris van de OR, ook nog eens bierproever. Soms moest ie ’s morgens om 9 uur al proeven welke bieren het lekkerst waren of wat er voor verschillen zaten in de diverse brouwsels.
Voor velen lijkt dat een wereldbaan, maar voor Leo was het echt ernstig werk. Maar ja, er zijn altijd mensen die het moeten doen 😉 😉
Laatst zag ik deze foto op Instagram. Een man die bij een cosmeticafabriek werkte en moest onderzoeken of de lipstick wel echt “kissproof” was. Alle vrouwen in het bedrijf kregen gratis lipstick en hij -waarschijnlijk gekozen om zijn kale en goed te bekussen knikker- moest zich laten zoenen.
Ja, ook weer zo’n baantje dat iemand moet doen. Hoe de echtgenote van de man in kwestie reageerde, was niet te achterhalen.
Al een heel oude afbeelding, want getekend door Albrecht Dürer in 1493.
Twee hoofdkussens, met pen op papier en zo levensecht. Je kunt de kreukels er bijna uit strijken.
Waarom ik dit op mijn blog plaats? Vooral omdat zulke tekeningen op een bepaalde manier erg veel doen. Zulke simpele voorwerpen en toch zo aantrekkelijk om te zien.
Maar ook omdat het vandaag weer wintertijd wordt en we allemaal weer een uurtje extra nacht krijgen. Dus slaap lekker…!
Dit schilderij van Norman Rockwell laat niets te raden over. Het is duidelijk, dochter is te laat thuis gekomen. De schuchtere jongen achter haar kijkt schuldbewust. Hoe zal hij zich daar nou uit kunnen redden?
Het is een plaatje uit een tijd die al ver achter ons ligt. Tegenwoordig gaan jongelui uit rond de tijd dat pa en ma naar bed gaan. Hoe laat of hoe vroeg het is als ze thuis komen….. dat merken we vanzelf wel.
Maar ik moest toch weer terug denken aan de keren dat ik ná 12 uur thuis kwam en moeder al boos boven aan de trap stond. Vóór 12 uur, en geen minuut later. Tijd was tijd en daar had ik me aan te houden!
Deze vakantie wilden we niet al te ver, maar ook niet ter plekke lange autotochten maken. Dus reden we de laatste dag nog een keer naar Le Tréport. Dat stadje was ook onder een loodgrijze hemel zeer sfeervol gebleken. En nu scheen de zon als op een zomerse dag. En de Funiculaire werkte, dus daar maakten we lekker gebruik van. Er is ook een trap naar boven, maar waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan. Daarboven heb je een heerlijk uitzicht over de kliffen, de zee, de vuurtoren en natuurlijk ligt Le Tréport aan je voeten.
We lieten ons nog even verwennen door de zon, waarna we ook weer afdaalden met de funiculaire. Dan kom je in het oude gedeelte van Le Tréport, het Quartier des Cordiers.
Een wijk vissershuizen, dicht op elkaar, met fraaie balkonnetjes en een heel speciaal sfeertje. In de zomer zullen er wel veel dagjesmensen lopen en toeristen er een appartementje willen huren. Nu was het vrij rustig en we liepen zo maar op de bonnefooi door de straatjes.
En toen begon onze maag te knorren. Tja, wat eet je in een vissersplaats? Iets uit de zee natuurlijk. Dus kozen we voor “crevettes et bulots”. Ja, garnalen kennen we, maar die bulots….? Het bleken flinke wulken te zijn. Manmoedig peuterden we er een uit de schelp en staken het in onze mond. Smaakvol, dat zeker, maar ook nogal wat te kauwen om door te komen. Eerlijk gezegd lieten we er een paar over. De crevettes pelden we -niet al te deskundig- maar wat waren ze lekker.
Daarna een flink pannetje “moules à la meunière”, stokbrood, friet en een klein flesje wijn. En dan een heerlijk dessert en koffie als afsluiter. La vie est belle!!
Hier had ik al eens iets geschreven over een echt Frans drankje. Niet iedereen is er fan van, maar ik vind het erg lekker. In een mooi glas, met een beetje ijskoud water, met ijs of gewoon puur.
Maar ja, alcohol is nou niet meteen het allerbeste voor een mens en dus beperk ik het drinken van Suze tot zeer spaarzame gelegenheden. Niet erg hoor, want dan smaakt het juist extra lekker.
Maar tussen de 0/0 drankjes in de Franse supermarkt ontdekte ik een klein traytje met een bekend etiket. Zouden ze dat hier alcoholvrij hebben? Ja, verrek! Met niet eens zo veel suiker, niet al te groot formaat. In de boodschappenkar dus.
’s Avonds meteen een glaasje ingeschonken en dat viel helemaal niet tegen. Lekker fris, echt dezelfde smaak als het alcoholische drankje. Een goed en gezellig alternatief.
Dat vind ik dan ook zo leuk van in een vreemde supermarkt snuffelen. Je komt altijd wel wat tegen.
Ach, zo’n goed hotel was het niet. Een beetje vervallen, oude chic en vergane glorie. Maar nu zal het dan toch verdwijnen. Hotel Central, waar voor ons zo’n belangrijke herinnering ligt. Dat geeft toch een klein steekje in ons hart.
Maar ja, zo gaat dat in Rotterdam. Daar moet veel wijken voor nieuwere, grotere en imposante gebouwen. Het zij zo! Alleen de gevel blijft staan, maar daar achter komt een nieuw gebouw met veel meer verdiepingen en dan gaat algauw het authentieke eraf.
Er waren vele illustere gasten, zoals Jimmy Hendrix, maar ook dat is geen reden om het gebouw te bewaren. We moeten vooruit in de vaart der volkeren, nietwaar?
En wij, Leo en ik, zullen alleen nog in gedachten kunnen terugkeren naar die ene avond, 4 december 1971. De avond waarop ik een beetje gespannen in de societeitszaal zat, wachtend op wat komen zou. En toen ineens, donderslag bij heldere hemel, die jongen binnenkwam. Netjes gekleed, blazer, nonchalant zoekend naar wat kleingeld in zijn jaszak.
En ik wist meteen, dit is hem! En daar ben ik nu al meer dan 50 jaar mee getrouwd.
Elke maandag zal de week beginnen met muziek. Oude songs, nieuwe wijsjes, van vroeger of net uitgebracht. Met veel aandacht voor allerlei talen, maar ook regelmatig een Nederlands nummer. Van heel vroeger, uit de tijd van de charleston of vroege jazz tot de hitparade van nu.
Misschien iets te veel voor een rustige maandagmorgen? Maar vrolijk is Isabelle Georges wel als ze zingt I want to be kissed. Nou ja, een kus is ook nooit weg 😉
De tijden veranderen, dus ook in Frankrijk. Was het vroeger heel normaal dat op het platteland de bakker regelmatig voorbij kwam en je voorzag van verse broden en vooral van krakend vers stokbrood. Helaas die tijd is voorbij. Misschien heel diep in een agrarische deel, maar dicht bij steden en stadjes is het de gewoonte geworden om naar de bakker te rijden. Of naar de supermarkt, want ook daar is vers brood te koop.
Maar de herinnering aan de bakker die in zijn gammele 2CV-tje toeterde en je dan snel naar buiten liep, een praatje maakte. In je beste Frans natuurlijk. En dan in de keuken dat heerlijk geurende brood neerlegde.
Jammer, maar dat zit er niet meer in. Wat blijft is een zoete herinnering en de plaatjes natuurlijk. Zoals deze, die vorige week op Facebook voorbij kwam.